Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Begroting Buitenlandse Zaken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Begroting Buitenlandse Zaken

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De rede door onze fraktievoorzitter Ir. C. N. van Dis, gehouden ter gelegenheid van de behandeling van de Begroting van Buitenlandse Zaken, leest u afzonderlijk in De Banier. Het is echter van belang één en ander te vergelijken met wat door de andere leden en met wat door de minister is gesproken.

1. De Kamer spreekt

Het is natuurlijk ten enenmale uitgesloten om ook maar vrij kort adles te bespreken wat door een achttiental sprekers naar voren werd gebracht. Over het geheel genomen was de kritiek op het beleid niet eens zo fel. Er is wel een aantal pxmten, dat door enkele frakties permanent naar voren wordt gebracht en waarvan men bij voorbaat weet, dat de minister met aU e respekt ze laat voor rekening van de sprekers en hun frakties, waarvoor ze als tolken zijn opgetreden.

Velen toonden zich teleurgesteld over het feit, dat de nieuwgekozen president van de Verenigde Staten Nederland links liet liggen. Nederland heeft in de loop der jaren heel wat vuur voor Amerika uit de sloffen gelopen.

Vooral kwam de Europese situatie ter sprake. De heer Toxopeus o.a., die namens de V.V.D. sprak, omdat de man voor buitenlandse zaken de heer Berkouwer wegens ziekte was verhinderd, dacht sommige momenten wel eens dat het inderdaad een Europa van vaderlanden ging worden volgens de konseptie van De Gaulle. Men zou kunnen zeggen geen generaal Europa, maar een Europa van de generaal. Ook het konflikt tussen Frankrijk en Engeland na het openhartig voorstel, dat De GauUe had gedaan aan de Britse ambassadeur, kreeguiteraard voUe aandacht en mede de krisis in de W.E.U., waar Frankrijk de voet dwars zet en West-Duitsland na een aanvankelijk fermer standpunt genuanceerder zich opstelt, ook al nadat een onderhoud van Kiesinger en De Gaulle in het kader van de vriendschappelijke onderonsjes heeft plaats gehad.

Over erkenning van de D.D.R. sprak Mr. Van de Stoel, de vroegere staatssekretaris van Buitenlandse Zaken in het kabinet Cals, die namens de P.v.d.A het spreekgestoelte had bestegen. De frakile gevoelt wel voor erkeiming, doch niet zonder meer zoals de P.S.P.-man Van der Spek bepleitte. Niet elkeen was gelukkig met de presidentsverkiezingen in West-Berlijn, ofschoon men begreep dat Ulbricht het in dit soort zaken niet alleen voor het zeggen behoort te hebben. De communist Bakker betoogde, dat West-Berlijn niet eens tot de federatie behoort, terwijl daarentegen Oost-Berlijn de status heeft van hoofdstad van de Duitse Demokratische Republiek, hetwelk volgens hem een geweldig verschil uimiaakt tussen beide Berlijnen. Veel bezorgdheid leefde over de gang van zaken in het Midden-Oosten. De P.S.P. liet wel enige kritiek horen op de aktiviteiten van Israël. Overigens bleek, dat Israël bij velen toch wel in de gunst staat Het ging over Israels grenzen en Israels veiligheid. Van het optreden van de vier mogendheden verwachtten de meeste sprekers niet aUes. De D'66-er vroeg zich af of de Palestijnse bevrijdingsbeweging. El Fatah, fanatieker optreedt als gevolg van een soepeler houding van president Nasser.

Ook andere sprekers behalve Ir. Van Dis hebben zich bezig gehouden met de komende volksraadpleging in West-Irian. Met name de heer Jongeling en wat gematigder de heer Geelkerken voor de A.R.-fraktie. Ook Afrika kwam binnen de gezichtskring. Biafra uiteraard, waar men zo graag effektiever wil helpen. Rhodesië en het bezoek van de koningin aan Ethiopië. De heer Harmsen bracht Zuid-Afrika ter sprake en voorts Griekenland, Rhodesië, Spanje en Portugal en hij was van oordeel, dat er wel eens bij het beoordelen met twee maten werd gemeten al naar gelang het regiem van diverse landen. Zijn vroegere partijgenoot de heer Kronenburg trok te velde tegen de communisten en oefende kritiek op uitlatingen van de commimistische woordvoerder. Hij was de achttiende spreker.

Buitenlandse Zaken opent politieke aders, die even rijkelijk kunnen vloeien als die van dichters. Ons land is maar klein in de grote wereld. Dat geeft gemakkelijkheid van spreken. Men kan zo licht vervallen in bedisselen en bedillen. Maar we moeten wel leren dat het ons niet is gegeven om de hele wereld naar onze hand te zetten. Het is eenvoudig om kritiek te hebben op politieke stelsels en op gestes van verantwoordelijke bewindslieden, maar we moeten bedenken, dat niet het enige alternatief is wat wij wenselijk achtten. In plaats van een regiem of stelsel, waartegen we protest aantekenen, kan ook gevaar kleven aan ander optreden, waarvoor we misschien evenmin enige bewondering kunnen opbrengen.

Vanuit schriftuurlijk standpunt, dat het juiste en het eerlijkste is, moeten we stellig konstateren, dat nog immer als vele eeuwen geleden de volken g delheid bedenken. In vele talen spreken politieke leidslieden tegenstrijdige doelstellingen uit. De naties zijn het zo grondig op talloze punten oneens, omdat ze het fundamenteel op één punt roerend samen eens zijn. In waarheid is men vergaderd tegen Gods Zoon. Daarmee is aangeduid de diepste oorzaak van de wereldkrisis.

2. De Minister antwoordt

Staande en naderhand gezeten vanwege lichamelijke bezwaren ging Minister Luns uitvoerig in op de gemaakte opmerkingen. Na hem sprak de staatssekretaris voor Buitenlandse Zaken, dj.e speciaal Europese aangelegenheden behandelt. Wat Ontwikkelingshulp aangaat was er een aparte ronde en derhalve ook een aparte beantwoording door de Minister zonder Portefeuille.

Minister Luns dankte voor de ruime steun, die hij had beluisterd, en voor de kritiek, die hij konstruktief heette. Hij gevoelde niet voor een toekomstige struktuur van Europa volgens de denlibeelden van generaal De Gaulle en betreurde de moeilqkheden, die gerezen waren na het gesprek met de Britse ambassadeur, alsook de krisis in de W. E. U. Het hele verloop schetste hij uitvoerig. Hij deelde niet de Franse opinie omtrent de unanimiteit. Het was een vreemde situatie dat het moeilijk was elkaar te konsulteren over ernstige aangelegenheden, die de vrede bedreigden, terwijl men in geval van aanval elkaar onmiddellijk moest te hulp snellen. Op de teleurstelling over Nixons niet bezoeken van ons land kwam de pleister van de vererende uitnodiging aan minister-president en minister om Washington aan te doen. Reeds begon er wat te dagen door de aktiviteiten van de Ooep van lïen in de moeizame Oost-West verhouding, doch het Russisch optreden in Tsjechoslowakije verstoorde de zeer prille en tere ontwikkelingen. Aan het adres van de heer Toxopeus zei de Minister, dat een herhaling van een dergelijk Sowjet-optreden een ernstige zaak zou wezen en leiden zou tot een internationale krisis. De heer Bakker moest een serie gegevens verwerken, waaruit duidelijk is gebleken, dat het achter de befaamde muur niet best wonen en werken is. Over de erkeiming van de D.D.R. is studie mogelijk, maar de motie Van der Spek om zonder enige klausule of beding de Oostduitse Republiek en heilstaat te erkennen ging beslist te ver.

Er bestaat overleg tussen de Europese partners van de Nato, doch alles is nog volkomen informeel. De houding tegenover Griekenland mag niet resulteren in een volstrekt negatieve opstelling van dit land. Voorop moet staan, dat we Griekenland willen behouden. Het is aantrekkelijk om Israël te associëren bij de E.E.G. Als antwoord op de vraag of Israël hierdoor niet een westers imago krijgt in de middenoostelijke wereld dient, dat een associatie geen praktische wijziging brengt, terwijl Israël het hard nodig heeft. Zo lang mogelijk kan men willen en wensen, dat de associatie van Israël niet achterblijft bij die van Tunis en Marokko. Hiermee is voor het produkt van de citrus-vrucht een niet onbelangrijk suksesje geboekt, zei de bewindsman, maar deze taktiek kan men niet tot het uiterste volhouden, aangezien uiteindelijk Israël zelf er ook niet mee gebaat zou wezen. Het zou wel gewichtig zijn, indien de vier bekende mogendheden tot een eensluidend standpunt kwamen over Israël, doch beslissend zou het pas zijn, wanneer betrokken landen het zelf eens zouden kunnen worden.

De Verenigde Staten zijn niet voornemens zich te mengen in de kwestie Nigeria. Van een luchtkorridor ter leniging van de nood in een deel van Nigeria kan nog steeds niet komen. De Regering blijft diligent. In Ethiopië is over deze zaken uitvoerig van gedachten gewisseld

Over de stemming op westelijk Nieuw- Guinea hield de Minister zich erg op de vlakte. Zijn woorden ontlokten verscheidene afgevaardigden tal van interrupties, maar erg veel konkreets zegde de Minister niet toe.

3. Finale

Vooral bij de replieken, die kort waren en waarbij de wederzijdse en diverse standpunten werden toegespitst, was een tamelijk fors verschU gebleken ten aanzien van West-Irian tussen de bewindsman en de A-R-fraktie. De leider van de fraktie. Mr. Biesheuvel, mengde zich in de woordenwisseling. Dat was 27 februari. Enkele nachten hadden blijkbaar wijsheid gebracht.

Althans 5 maart verklaarde de Minister dat door misverstand of door onduidelijkheid zijnerzijds de bedoelingen van de Regering niet geheel tot hun recht waren gekomen. Volgens het gevoelen van de Minister sloot zijn zienswijze geheel aan bij wat in de motie-Geelkerken was neergelegd. Hij zou het betreuren dat door aanneming zou gesuggereerd worden dat er verschil van inzicht zou bestaan tussen parlement en Regering.

De beraadslagingen werden heropend. Aan de orde waren liefet zes moties. Allereerst kreeg de heer Geelkerken het woord. Zijn mededelingen stonden op schrift, waaruit blijkt hoezeer hij voorzag wat de Minister zojuist had verklaard. Zijn motie trok hij in, nadat de eenstemmigheid gebleken was. De motie beoogde overleg met Indonesië inzake een verdere bijdrage van ons land totverdere ontplooiing van West- Irian.

Vijf moties stonden nog overeind. Eén van de heer Van der Stoel nopens de houding tegenover Griekenland. Twee van de heer Van der Spek, die mikten op volkenrechterlijke erkenning zowel van de Demokratische RepubUek van Vietnam als van Oost-Duitsland Van der Stoel wenste een nieuw onderhandelingsmandaat aan de Europese Kommissie voor eenhandelsakkoord met Spanje. De heer Jongeling wilde de hulpverlening aan Indonesië c^hankeüjk maken van de houding van de Republiek bij de stemming op West- Irian.

De heer Van Dis gaf ten aanzien van de motie stemverklaringen. In de motie Van der Stoel inzake Griekenland als Navopartner werd niet de nodige voorzichtigheid betracht, vandaar tegen. Ook de beide moties Van der Spek wilden we niet steunen, omdat de erkerming van Vietnam geen oplossing brengt voor de oplossing van het Vietnamese konflikt en de erkeiming van Oost-Duitsland niet voor de ontspanning in Europa. De moüe Van der Stoel nopens het handelsakkoord kreeg wel ste\m, omdat de protestanten in Spanje nog steeds niet de vrijheid hebben gekregen, waarop zij recht hebben. Liever hadden we gezien, dat de motie van Jongeling was ingetrokken, omdat verwerping van de motie, en het was duideUjk gebleken, dat dit gebeijren zou, Ln feite averechts zou werken, omdat het een aanmoediging voor Indonesië zou betekenen om ongeremd de plannen voor de volksstemming in West-Irian uit te voeren. Niettemin zouden we voorstemmen, om daardoor het verraderlijk schenden van het Verdrag van New York door Indonesië scherp te veroordelen.

De motie Van der Stoel betreffende het standpimt ten asmzien van Griekenland werd zonder hoofdelijke stemming aanvaard met aantekening, dat frakties van Boerenpartij, S.G.P., groep-Harmsen en heren Jongelir^ en Kronenburg geacht wensen te worden tegen gestemd te hebben. De moties Van der Spek werden beide verworpen. Erkenning Vietnam met slechts P.S.P. en C.P.N, voor en erkenning DDR met voor P.S.P., C.P.N, en de heren Van der Doel, Voogd, Fransen en Egas van de P.v.d.A. De motie Van der Stoel betreffende Spanje werd verworpen met 71 tegen 53 stemmen. Voor waren P.v.d.A-, C.H.U., S.G.P, C.P.N., P.P.R. en P.S.P. Voor de motie Jongeling stemden slechts de aanwezige leden van de frakties van P.S.R, S.G.R, B.P., groep Harms en, de heer Kronenburg en uiteraard de heer Jongeling. Vervolgens wordt de Begroting aanvaard.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 1969

De Banier | 8 Pagina's

Begroting Buitenlandse Zaken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 1969

De Banier | 8 Pagina's