Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STANDPUNTEN OVER DE MONARCHIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STANDPUNTEN OVER DE MONARCHIE

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

NEDERLAND: REPUBLIEK OF KONINKRIJK? (1)

30 april 1969. H.M. Koningin Juliana 60 jaar. Het zijn feiten, die gemakkelijk zijn gezegd en vlot worden neergeschreven. Maar bij zo'n feitelijke konstatering alleen mag het niet blijven. Hier past ootmoedige dankbaarheid jegens de Koning der koningen. Die onze vorstin bewaarde en spaarde voor de koninklijke familie en ons volk. 60 jaar is een lange tijd. Van die periode regeert koningin Juliana reeds 21 jaar bij de gratie Gods. In de periode na 1948, het jaar van de troonsbestijging, is enige diskussie over de waarde van de monarchie niet uitgebleven. De revolutionaire socialistische jongeren, die op 30 april in Amsterdam gezag en burgerij tarten met hun straatgevechten, zijn begonnen met een anti-koninginnefeestdemonstratie. Achter de revolutionaire daden ging een republikeinse gezindheid schuil. Wie dacht, dat de republiek geen aanhangers meer bezat, heeft zich vergist, al is het aantal republikeinen klein. Onder ons is de waarde van het grondwettelijk koningschap nooit aangevochten. Toch is het een goede zaak ons gezamenlijk nog eens te bezinnen op de vraag: republiek of koninkrijk? Vooral in sommige kringen, zaken, industrieën en scholen waait nogal eens een republikeins windje. En als we aangevallen worden op de trouw aan Oranje onder ons. is het zaak principieel en ter zake te antwoorden. Vandaar dat we in enkele artikelen wat aandacht geven willen aan dit onderwerp. Dit keer werpen we een blik op enkele feiten en standpunten.

Opleving van de diskussie

Voor de oudere lezers is een anti-Oranje-houding niet iets nieuws. De SDAP-ers van vóór de oorlog hebben hun afkeer van de monarchie nooit onder de rode stoelen en banken gestoken. In de jaren direkt na de bevrijding is het gesprek over het koningschap vrijwel niet meer op gang gekomen. De socialisten namen een gematigd standpunt in, mede onder invloed van de moedige, onverzettelijke houding, die koningin Wilhelmina had ingenomen tegenover het nationaal-socialisme.

Eerst in de jaren 1964, 1965 en 1966 wordt de monarchie weer onderwerp van vele, soms geladen diskussies. Het begon met het huwelijk van prinses Irene met de konservatieve r.k. prins De Bourbon Parma, dat terecht in zeer brede lagen van ons volk weerstanden opriep, niet in het minst ook in reformatorische kring. Dan was er het huwelijk van prinses Beatrix met Jhr. Claus van Amsberg, een Duitse diplomaat van onbesproken gedrag. Vooral onder oud-verzetsstrijders was teleurstelling over de nationaliteit van de a.s. gemaal. Een te begrijpen zaak, die echter in het licht van de Heilige Schrift gezien beslist niet mag worden overtrokken. De zoon zal de zonden van de vaderen niet dragen. Het heeft ons volk bijzonder goed gedaan, dat Prins Claus zich volledig heeft ingezet om zo spoedig mogelijk geheel Nederlander met de Nederlanders

te worden. Hoog liepen de emoties ook op toen het kabinet Cals op een ongelukkig gekozen moment een voorstel indiende om de rijkstoelage van de koningin te verhogen van 3, 5 miljoen tot 5, 2 miljoen per jaar. En dan zwijgen we nog maar over de grove taal, gespuid in het beruchte t.v.-programma „Zo is het " en de beledigingen, afkomstig uit de provo-hoek, soms vergezeld van rookbommen en diepgrievende publikaties.

PSP: volkssoevereiniteit

Hoe denken de politieke partijen nu over de monarchie? Met name de Pacifistisch Socialistische Partij heeft zich de laatste jaren opgeworpen als zuiver-republikeins. Dat behoeft niet te verwonderen, want er vonden nogal wat orthodoxe socialisten met heimwee naar de SDAP-idealen onderdak in deze partij. Bovendien is het punt republiek een bruikbaar verschilpunt met de CPN. , , Dat wij de monarchie in strijd achten met de menselijke waardigheid en met de demokratie, spreekt voor leden van de PSP vanzelf', zo lezen we in het program 1967-1971 van deze partij. Onverzwakt handhaaft men in deze pacifistische kring de leer van de volkssoevereiniteit, die geboren werd in het Frankrijk van de revolutie omstreeks 1789. Het gezag gaat volgens deze opvatting van het volk uit en keert tot het volk terug. Met andere woorden: het volk is zelf soeverein en geeft macht en gezag aan wie het wil. Er kan geen sprake zijn van een door God aan de overheid verleend gezag. Er is evenmin sprake van een erfelijk koningschap. Een koning is immers niet door het volk gekozen. Vandaar dat de PSP-ers de monarchie in strijd achten met hun opvatting van de demokratie, die gedragen wordt door de idee van de volkssoevereiniteit.

CPN: dit koningshuis geen inzet van politieke strijd

Het is bekend, dat in de oorlogsjaren heel wat communisten zich hebben ingezet voor het verzet. In het algemeen was en is de afkeer van het nationaal-socialisme bij deze partij bijzonder sterk. Ook hier heeft de houding van het koninklijk huis in de oodog invloed op het revolutionaire standpunt van de CPN uitgeoefend, die neerkomt op het aanvaarden van dit konnningshuis binnen het huidige regeringsstelsel. Zo verklaart de bekende communist Bakker in de bekende interviewbundel van Puchinger: „In het algemeen heeft Koningin' Juliana zich in haar gehele optreden strikt gehouden aan de taak, die ze via de grondwet toegewezen heeft gekregen. En dat is ook de reden waarom wij ons zeer krachtig teweer hebben gesteld tegen iedere poging om in Nederland koningskwesties te maken We hebben steeds op het standpunt gestaan dat als de regerende vorstin zich houdt aan de grondwet, wij het regerende koningshuis geen inzet wallen maken van poUtieke strijd". Uiteraard betekent dit standpunt niet, dat dhr. Bakker water in de communistische wijn doet. Ons gehele maatschappelijke en staatkundige bestel is voor hem vrucht van het kapitalisme en volstrekt onaanvaardbaar. Hij wil alleen, zo lang deze maatschappij nog niet op communistische leest aeschoeM is, het Huis van Oranje niet tot politiek strijdpunt maken. Van enige sympathie met de monarchie als zodanig is geen spoor te bekennen. Macht en gezag komen het proletariaat, de arbeidersmassa toe.

D 66: alleen ter versiering

Eén van de oprichters van D'66, de Amsterdammer Drs. J. P. A. Gruyters, is eerst lid van de WD geweest. Toen het WD-bestuur hem berispte, omdat hij geweigerd had een uitnodiging tot het bijwonen van de huweUjksplechtigheid van Prinses Beatrix en Prins Claus te aanvaarden, heeft hij de VVD vaarwel gezwaaid. Het verbaast dan ook niet, dat bij de Demokraten '66 het enthousiasme voor de monarchie niet bijster groot is. In het partijprogram lezen we in het hfst. Staatsrecht letterlijk: „Als er geen reden is om te veranderen, dan is er reden om niet te veranderen (Kennedy). D'66 acht op dit moment de reden om van staatsvorm te veranderen niet aanwezig De partij is echter wel van mening, dat in een radikale demokratie de koning geen rol behoort te spelen bij de vorming van een regering. ledere beïnvloeding behoort te berusten op de wil van de kiezers".

Het gekozen citaat van Kennedy is veelzeggend. Er kan reden tot verandering komen. Welnu, dan zullen we veranderen. Nu echter nog niet. Er is geen aanleiding. Dit kleurloze standpunt houdt intussen wel in, dat de Demokraten '66 de reeds geringe invloed van de koning(in) tot niets willen terugbrengen. De minister-president moet gekozen worden. Hij mag niet een door de koningin aangewezen kabinetsformateur zijn. Dat zou de belangstelilling voor de politiek bij de kiezers maar verzwakken. Vandaar: geen rol voor de koning(in). Het verschil met de PSP betreft alleen de wijze van benadering. Ten diepste is het uitgangspunt echter gelijk: radikale demokratie, volkssoevereiniteit. Wat blijft er in de D'66-visie nog voor de koning(in) over? Het kan niet anders zijn dan de Engelse oplossing: een koning zonder invloed, louter bestemd als ornament, als versiering voor het staatsgebouw.

PvdA: Nieuw Links, Vondeling en zijn klatergoud

In de PvdA liggen de meningen over de monarchie verdeeld. De groep „Nieuw Links", die momenteel behoorlijk aan de partijtouwtjes treft, voert als leus in haar program: „Nederland na Juliana een republiek". Dat is duidelijk. Het standpunt van partijvoorzitter Vondeling is wat ingewikkelder. Vondeling is principieel voor een republiek, inaar op praktische gronden kiest hij toch voor het koningschap van het Huis van Oranje-Nassau. In zijn jongste boek , , Nasmaak en voorproef' noemt hij als reden o.m., dat een gekozen president er nooit in slagen zal om symbool te zijn van de nationale eenheid om de eenvoudige reden, dat zo'n figuur naar voren komt uit een felle verkiezingsstrijd. De koning(in) echter staat boven de partijen.

Overigens beijvert dhr. Vondehng zich zeer om voorstellen te doen, die het koningschap van elke koninklijke glans moeten beroven. Die glans is voor hem louter klatergoud, dat zo snel mogelijk met de roze verfschrapper moet worden verwijderd. Geen opperkamerheer aan het hoofd van de stoet, die op Prinsjesdag de Ridderzaal binnenschrijdt. Geen militaire parades meer op koninginnedag. Oorlogsschepen mogen niet langer de aanduiding H.M. dragen (Hare Majesteits). De naam Koninklijk Besluit moet veranderen in Regcringsbesluit. En zo ziet Dr. Vondeling nog wel meer zaken, die noodzakelijk met de schrapper behandeld moeten worden. In het algemeen maakt de visie van deze oud-minister geen grootse indruk. Het doet allemaal wat tweeslachtig, om niet te zeggen kleintjes aan. Waarin een oud-bewindsman en voorzitter van een - nog ~ grote partij al niet klein kan zijn. Neen, dan is het standpunt van oud-ministerpresident Dr. W. Drees, die om praktische reden de monarchie aanvaardt, toch duidelijk en sympatliieker.

Van God gegeven

De rechtse partijen en de VVD maken er in hun programs geen geheim van, dat zij achter het grondwettelijk koningschap van het Huis van Oranje staan, al zijn er verschillen in formulering en is er niet bij alle partijen de uitgesproken erkenning van de leiding Gods met Nederland en Oranje. Juist dat facet komt in het program van de SGP, dat we in deze serie willen volgen, duidelijk naar voren in artikel 19 van het beginselprogramma (1965): Welke regeringsvorm overigens ook goed moge zijn, voor ons land is het konstitutioneel (grondwettelijk) koningschap, opgedragen aan het Huif van Oranje, de van Godgegevene".

G.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 1969

De Banier | 8 Pagina's

STANDPUNTEN OVER DE MONARCHIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 1969

De Banier | 8 Pagina's