Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

2

Leid mij op een rotssteen, die mij te hoog zou zijn.

Psalm 61 3b

Hier zijn ook bergen en hij is blij als hij zich daar een ogenblik hoog en veilig mag weten voor zijn niets ontziende vervolgers. Voor een ogenblik ja. Ach wat zijn deze bergen vergeleken bij die eeuwige geborgenheid waar Jeruzalems bergen zo van spreken. En dan die woeste golven en baren. Voor zijn benauwde ziel zo angstaanjagend en o, als hij er in verdronk, wat dan oneindig veel erger zou hij dan moeten ondergaan, dan zou hij eeuwig verdrinken in de golven en baren van Gods toorn. Wierd ik derwaarts weer geleid. Och, wat ondervindt een benauwde ziel op zo'n ogenblik, dat er geen andere ondervinding is dan die van de smart over de zonde. Hij wordt terug geleid, ja. Eens toch zwierf hij ook door dit land, opgejaagd door koning Saul. Maar wat een verschil, toen leed hij als een onschuldige en nu als een schuldige. Toen wist hij: als de Heere voor mij is, wat zou een mens mij doen?

De behoefte aan de verborgen omgang met de Heere kan David niet missen. Het is wel tekenend, dat in onze geestelijk arme dagen, waarin we lang zoveel niet horen van de bevinding en ervaring van het geloof, deze tekst ook lang niet zoveel voorkomt als bij onze oude schrijvers, bijv. Wat wordt daar deze tekst dikwijls aangehaald- Die mij te hoog zou zijn. Wat is het onbereikbaar ver. David kan nergens bij. Wat de Heere vroeger ooit voor hem geweest is, hij kan zich niet indenken, dat die God nog Dezelfde voor hem wil zijn. En al zouden ze nu duizendmaal tegen hem zeggen: maar je hebt toch dit en dat ondervonden, ben je dat vergeten, die overgang uit de staat der ellende in de staat der verlossing? 't Komt zijn door de satan bestreden ziel allemaal verdacht voor; hij kan van dat alles geen geheiligd gebruik maken. Trouwens hij heeft niet iets nodig, hij heeft de Heere Zelf nodig. En wat helpt het dan als er gezegd wordt: jij bent toch die bekeerde man. Wie kan er van zijn bekering leven? Van bekeerd is jDavid weer onbekeerd geworden. Hij zoekt het niet bij zichzelf en kan het in zichzelf niet vinden. Christus heeft hij nodig. Dan heeft hij weer grond onder zijn voeten, rotsgrond.

Zo zucht de opgejaagde David. Alweer een andere bergtop, wat is ook het lichamelijk gevaar groot. Vroeger, in de tijd van de vervolging door Saul, was hij nog jonger en had hij het ook lichamelijk gemakkelijker. Dan was hij allang daar, daarboven geweest op die rotssteen. Maar hij kan zijn vermoeide lichaam niet meeslepen. Daarom bidt hij: Heere leidt Gij mij toch, 't wordt mij te veel. 't Is mij veel te hoog. En zal de Heere dat niet willen doen? Zegt Hij niet, zo rijk, zo vrij, zo onbeperkt tot een ieder: Roept Mij aan in de dag der benauwdheid, welke die ook wezen mag. Is Hij, is die Rotssteen, is alles wel zo ongenaakbaar? Ach, wat wordt er ook van Christus de Rotssteen der behoudenis vaak verkeerd gedacht, 't Kan satan immers niet schelen of iemand in de wereld op- en ondergaat, of dat iemand juist op een godsdienstige wijze verleid wordt. Dan fluistert hij: Die Christus, Die Rotssteen is veel te hoog voor u. Dat gaat zo maar niet. Hij is er wel, maar niet voor u. Echter, nu kan een godsdienst, die het beter weet dan de Heere Zelf dat wel denken, maar is die Christus werkelijk zo ongenaakbaar?

Heeft Hij Zelf niet nadrukkelijk en toch zo eenvoudig gezegd: Al wat tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Bidt en u zal gegeven worden. Zoekt en gij zult vinden, en klopt en u zal opengedaan worden. Christus is toch gisteren en heden en in eeuwigheid Dezelfde? Is Hij nu, na Zijn verhoging, anders dan in Zijn diepste vernedering? In Zijn sterven dacht Hij niet aan Zichzelf, maar alleen aan anderen en trok een ziel in diepe nood, een moordenaar, tot Zich. En ook heeft Hij gezegd: Wanneer Ik verhoogd zal zijn, zal Ik hen allen tot Mij trekken. Hij is arm geworden om velen rijk te Siaken en tot heerlijkheid te leiden. En nu Hij Zelf rijk is aan macht en heerlijkheid, is Hij nog Dezelfde als bij Zijn omwandeling op aarde. Al wat Hij heeft, geeft Hij weg aan arme zondaren, want Hij weet dat Gods eer nergens meer in verheerlijkt wordt dan in de zaligheid van zondaren. Daarom kan met eerbied van Hem gezegd worden; Hij geeft wat Hij heeft, en daarom is Hij waard, dat Hij leeft. En dat Hij leeft, leeft Hij Gode en Zijn arme, door genade, toch zo rijke volk.

Er wordt weleens gezegd: ze zijn vergeten waar ze vandaan komen. Maar Hij is gekómen van de diepste verachting tot de hoogste heerlijkheid en zegt: Ik ben de goede Herder, Die de Mijnen nooit vergeet.

Ach, satan zegt al zoveel kwaad van Hem, nooit, nooit zullen wij daarom genoeg goed van Hem kunnen spreken. Daarom nogmaals: Is Hij wel zo ongenaakbaar voor zo'n anne kruiper, die alle dingen schijnen tegen te lopen? O neen, ze mogen met David in de onherbergzaamste streek ervaren: Ik heb van ver uw pad gekend. Ik ben in alles geweest, uitgenomen de zonde, en Ik ken al uw tegenheden.

David is bezig een berg te beklimmen.

Bij het bergbeklimmen wordt soms lang gezocht of gehakt om maar een klein plaatsje ^°or hand, voet of knie te kunnen vinden. Hij nu zegt: zo'n plaatsje is er. Ik ben u voorgegaan, van verre heb Ik reeds uw pad gekend, zet uw treden maar in Mijn spoor. Dan zult ge toch nog weer kunnen voortgaan; uw voet zal niet uitglijden en Ik zal

bovendien u Zelf vasthouden,

Elspeet

Ds. R. T. Huizinga

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1969

De Banier | 8 Pagina's

meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1969

De Banier | 8 Pagina's