Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zie. Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hi] met Mij. Openbaring 3 : 20

Wij mogen in de hoofdstukken 2 en 3 van de Openbaring van Johannes — en misschien zouden we toch beter kunnen spreken van de Openbaring aan Johannes - een zevental brieven bezitten, die we wel als een kostelijk geschenk en als een gouden kleinood van de hemel heel voorzichtig mogen bewaren. Zoals u allemaal misschien ook wel één of meer brieven met grote zorgvuldigheid bewaart ergens in een geheim kastje van uw kabinet of sekretaire, zodat later - wanneer u er niet meer bent - degenen die ze vinden, zich afvragen: wat hebben ze nu voor ons voor nut en betekenis? Dan worden ze misschien nog eenmaal gelezen en daarna verscheurd of verbrand.

Gelukkig is dat nooit gebeurd met deze zeven brieven in Openbaring 2 en 3. Want die komen van de hemel. De ondertekening luidt, dat het van de Heere Jezus Christus is, Die ze aan Zijn zeven gemeenten in Klein-Azië heeft gezonden. Dus zijn ze niet alleen van betekenis voor deze of gene gemeente, vroeger of later, maar ook nog nu, voor ons allemaal, voor de kerk in onze tijd. Die was er toch nog niet toen de Heere Jezus deze zeven brieven door middel van Johannes aan die zeven Kleinaziatische gemeenten liet schrijven. Omgekeerd is er ook van deze zeven gemeenten van toen nu praktisch niets meer overgebleven. Ook niet van die zo erg mooie en beste gemeente, die een brief kreeg vlak voor die wij nu bespreken — de gemeente van Filadelfia - zo goed als het daar was, zo slecht was het in Laodicea. Daar was het niet zo best. En het is eigenaardig, dat de eeuwen door altijd veel meer aandacht besteed is aan die laatste brief dan aan de voorlaatste; meer aan die zevende dan aan de zesde brief. Want het blijkt zo in de kerkgeschiedenis, dat het er niet vaak zo uitzag als in Filadelfia, waar zo heel veel te prijzen viel en waar de Heere Jezus niet één gebrek behoefde te laken ofte gispen. Het ziet er vaak meer uit als in Laodicea: noch koud noch heet, maar lauw. Daarom, zegt Jezus, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.

De stad Laodicea was vroeger een bloeiende plaats. Ik heb gelezen, dat er vroeger zelfs drie marmeren theaters waren. Prachtige gebouwen, waar de mensen naar de vermakelijkheden der wereld konden kijken. Er was dus ook een kerk van de Heere Jezus. Die zal wel niet een marmeren kerkgebouw bezeten hebben. Dat stel ik me tenminste niet voor. Toch was er een gemeente onder het Woord, een gemeente vergaderd rondom de twee sakramenten van Doop en Avondmaal; een gemeente, verkoren uit deze wereld, onder de leiding van de Heilige Geest, op weg naar het Sion Gods, dat boven is.

Over die gemeente gaat het in de brief, die Johannes van Patmos af aan haar heeft gericht, in naam van zijn Meester. Ze dateert dus uit hét eind van de eerste eeuw na Christus. Johannes was toen al een oud man geworden. Hij, de discipel van Jezus Christus, was ouderling geweest in Efeze en vandaar verbannen naar het eilandje in de Aegeische zee. Bij Efeze denken we meestal aan de stad in Griekenland, waar men Diana, de godin der Efeziërs, verheerlijkte en aanbad. Maar er is ook een stad Efeze in Klein-Azië geweest. Deze Johannes was er uit de samenleving verbannen. Hij was niet waardig om in Efeze nog langer ouderling te zijn. Hij lijkt in zeker opzicht wel wat op Napoleon, die ook naar zo'n klein eiland verbannen werd. Toch is er, bij alle uitwendige overeenkomst, een geweldig verschil. Want juist van zijn ballingschap uit mocht Johannes van onschatbare betekenis blijken voor de dienst van de Heere God. Want hij was eens op de dag des Heeren „in de geest" aan het strand der zee. Daar op Patmos heeft hij dus de pen mogen hanteren en deze zeven brieven o.m. mogen schrijven aan de zeven Kleinaziatische gemeenten.

Nu zou het ons te ver voeren als we de gehele inhoud van deze ene brief met u bespraken. Laten we alleen even nagaan wat voor deze gemeente nodig was, dan blijken het in geestelijke zin juist dingen te zijn, waarop ze in natuurlijk opzicht zo trots waren. Ze gingen er prat op, dat ze in Laodicea zo rijk waren. Wij zijn rijk en verrijkt, zeiden ze, en we lijden nergens gebrek aan. Maar intussen wisten ze niet, dat ze het fijne goud des geloofs misten. Jezus schrijft; Koopt dat toch van Mij, en steunt niet op uw uitwendige rijkdom.

In Laodicea waren ook fabrieken, of beter: werkplaatsen - want technisch stonden ze ver ten achter bij onze tijd - waar ze prachtige wollen stoffen vervaardigden. Nu, zegt de Heere Jezus, daar bent u misschien ook niet weinig trots op, maar ge hebt vooral lange witte klederen nodig in geestelijke zin, en die mist ge. Ge kunt en moogt ze van Mij krijgen. Bekleedt u toch met die klederen, opdat de schande van uw naaktheid niet geopenbaard wordt.

Daar in Laodicea woonden ook knappe apothekers, die kostelijke, welriekende zalven en heilzame medicijnen voor zieken, b.v. voor half-blinde mensen wisten samen te stellen, zodat ze weer konden zien. Jezus zegt: de ogen van uw ziel zijn intussen zo steke-blind. Daarom moet ge bij Mij terecht, om uw ogen te kunnen zalven met de ogenzalf van de Heilige Geest. Zalft uw ogen met ogenzalf, opdat ge ziende moogt

worden. Achterberg

Ds. J. van der Haar

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1969

De Banier | 8 Pagina's

meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1969

De Banier | 8 Pagina's