Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wet op de loonvorming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wet op de loonvorming

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige keer bij de algemene beraadslagingen besloot de heer Van Dis met de woorden: , , Alvorens echter ons standpunt inzake het wetsontwerp definitief te bepalen, komt het ons gewenst voor eerst de rede van de Minister af te wachten". In die rede merkte Minister Roolvink op: , , Ik hoop, dat het de heer Van Dis en zijn fraktiegenoten niet moeilijk zal vallen om na mijn beantwoording steun te geven aan het onderhavige wetsontwerp".

Bij de voortzetting van de algemene beraadslagingen naar aanleiding van het betoog van de Minister, zei de heer Van Dis, dat hij met het maken van enkele korte opmerkingen kon volstaan. Ze zullen nu volgen.

Vrijheid in gebondenheid.

Zoals ik in eerste termijn reeds heb vermeld, staat mijn fraktie op het standpunt, dat de overheid de mogelijkheid moet hebben om bij het systeem van vrije loonvorming in bepaalde bijzondere omstandigheden te kunnen ingrijpen. In dit opzicht zijn wij het met het standpunt van de Minister, dat hij in zijn rede nog eens uitvoerig heeft toegelicht, geheel eens. Wij hebben wel steeds de vrijheid in het bedrijfsleven voorgestaan en in de Kamer bepleit, wat wij nog doen, maar dit wil niet zeggen, dat wij voor een ongebreidelde vrijheid zijn. Het is genoegzaam bekend, dat wij nimmer akkoord zijn gegaan met een vrijheid, zoals die ten aanzien van de zeden van ons volk in ons land bestaat. Deze vrijheid is namelijk geen ware vrijheid, daar zij ontaardt in losbandigheid. Vanzelfsprekend ga ik op dit onderwerp bij deze gelegenheid niet verder in. Het was mij er slechts om te doen, aan te geven dat wij afwijzend staan tegenover een vrijheid, die voor ons volk schadelijke gevolgen heeft. Dit geldt dus ook ten aanzien van de vrije loonvorming. Wij stemmen dan ook geheel in met hetgeen de Minister in zijn rede heeft opgemerkt, nl. dat vrijheid een kostelijk goed is, doch ergens altijd haar beperking vindt, zodra de belangen van anderen in het spel zijn.

Drie gunstige zaken.

De moeilijkheid, die zich bij dit wetsontwerp voordoet, is echter, dat er geen eenstemmigheid bestaat omtrent de maatregelen, die genomen moeten worden wanneer de vrije loonvorming voor de nationale ekonomie nadelige gevolgen zou hebben. Het heeft ons in het bijzonder getroffen, dat de Minister in dezen onder meer het oog heeft op het gevaar, dat een buitensporig grote loonsverhoging, die een sterke kostenverhoging en derhalve een sterke prijsstijging ten gevolge zou hebben, zal leiden tot afwenteling op de schouders der konsumenten, in het bijzonder op die van de zwaksten in de samenleving. Daarbij komt het gevaar, dat een forse loonsverhoging de bestedingen zal bevorderen, hetgeen een nadelige invloed heeft op de betalingsbalans.

Mijnheer de Voorzitter! Wat ons voorts in de rede van de Minister heeft aangesproken, is zijn verklaring, volledig open te staan voor overleg. In meer dan één opzicht heeft hij er dan ook blijk van gegeven, dat hij bereid is aan gegronde bezwaren tegemoet te komen. Enkele amendementen heeft de Minister reeds besproken, ten aanzien waarvan door hem een welwillende houding werd aangenomen. Ik ga nu niet op de ingediende amendementen in, aangezien zij bij de behandeling van de artikelen nader aan de orde komen.

Mijnheer de Voorzitter! Kort samengevat wens ik namens mijn fraktie op te merken, dat de rede van de Minister op ons een alleszins gunstige indruk heeft gemaakt. Zulks te meer, omdat de Minister uitdrukkelijk heeft verklaard, grote waardering te hebben voor het moeilijke en verantwoordelijke werk van de Loonadvieskommissie en dat, alvorens door hem maatregelen krachtens deze wet genomen worden, eerst het advies van deze kommissie zal worden ingewonnen. Ook hebben wij zoveel vertrouwen in het beleid van de Minister, dat hij alleen dan van de artikelen dezer wet gebruik zal maken, wanneer de omstandigheden dit beslist noodzakelijk maken.

Een ernstige verstoring van de ekonomie kan tot gevolg hebben dat ca.o.'s voor het tijdvak van een jaar om in werking te kunnen treden de goedkeuring behoeven van onze Minister.

De Minister bleek voorts bereid te zijn bij de uitvoering van artikel 11 vooraf adviezen in te winnen van de S.E.R. en de Stichting van de Arbeid, mits een termijn wordt gesteld, waarbinnen advies moet worden uitgebracht. Wij achten deze tegemoetkoming van de bewindsman uitermate belangrijk, omdat artikel 11 wel een zeer vergaande bevoegdheid inhoudt en zelfs de grondslag van het wetsontwerp aantast, hetgeen de Minister ronduit heeft erkend. Wij zijn het echter met de bewindsman eens, dat zich omstandigheden kunnen voordoen - de Minister wees onder meer op plotseling intredende devaluatie of oorlogsdreiging waarin artikel 11 onmisbaar zal zijn. De door hem gestelde voorwaarde, dat bij inschakeling van de S.E.R. en de Stichting van de Arbeid een tijdslimiet behoort te worden gesteld, achten wij alleszins redelijk, daar anders aan de Minister de nodige slagvaardigheid zou ontbreken.

De houding van het N.V.V.

Wat de rede van de voorzitter van het N.V.V. betreft, die door hem de vorige week in een vergaderingvan de Algemene Bedrijfsgroepen Centrale werd gehouden, moeten wij helaas zeggen, dat deze op ons een zeer ongunstige indruk heeft gemaakt, omdat hij zich niet heeft bepaald tot het afwijzen van het onderhavige wetsontwerp, maar bovendien te kennen heeft gegeven zich bij de uitvoering van deze wet aan alle medewerking te zullen onttrekken. Het is te hopen, dat op deze uitlatingen van de heer Kloos het spreekwoord, dat de soep niet zo heet wordt gegeten als zij wordt opgediend, van toepassing zal blijken te zijn, aangezien het wel zeer onverantwoordelijk zou zijn om toestanden in ons land te ontketenen zoals zich voordeden en nog voordoen in landen als Engeland, Italië en Frankrijk, waar staking op staking aan de nationale ekonomie onnoemelijke schade heeft toegebracht. Ook uit het oogpunt der demokratie, waarover hier steeds zo hoog wordt opgegeven, moet het standpunt van de heer Kloos en het N.V.V. ten sterkste worden gelaakt, aangezien een wet, die op wettige wijze tot stand is gekomen en niet tegen Gods Woord ingaat, behoort te worden nageleefd. Ik ben het op dit punt dan ook eens met de heer Kikkert en niet met de heer Janssen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 oktober 1969

De Banier | 8 Pagina's

Wet op de loonvorming

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 oktober 1969

De Banier | 8 Pagina's