Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit Raden en Staten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit Raden en Staten

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Provinciale Staten van Zeeland

A. Sociaal-kulturele ontwikkelingsschets

Bij de behandeling van de sociaal-kulturele ontwikkelingsschets werd heL woord gevoerd door de fraktievoorzitter de heer C. Boender. Spreker merkte in zijn inleiding onder meer op, dat de laatste jaren in onze provincie zulke grote veranderingen zijn gekomen, dat bezinnen op de toekomst dringend nodig is. Hij stemde toe dat ook de provinciale overheid tot taak heeft de welvaart zoveel mogelijk te bevorderen met als doel: dat we een gerust en stil leven mogen leiden. We zullen ons echter moeten bewust zijn dat het beheersen van de toekomst niet aan ons is overgelaten. Vervolgens ging de heer Boender nader in op het feit, dat een lid van ged. staten op een P.v.d.A. bijeenkomst afstand had genomen van deze schets. Dit lid had het betreurd, dat ambtenaren, die aan dit stuk gewerkt hebben om redenen van promotie, zich niet vrij hadden opgesteld, maar reeds bij voorbaat de mening van het kollege vertolkten. Spreker stelde hiertegenover, dat het kollege van ged. staten een politiek kollege is, het karakter van dat kollege wordt door anderen (de staten) bepaald. Tenslotte vroeg hij of het kollege nu wilde meedelen hoe de staten dit verslag moeten opvatten. Deze nota bevat goede zaken, die sprekers fraktie zal steunen, echter evenzeer nodig geachte voorzieningen, waarmede zij niet gelukkig kan zijn. Ook over het onderwerp Kuituur voerde de heer Boender na zijn inleiding nog het woord.

Spreker begon met er op te wijzen, dat hij dankbaar was dat hem de gelegenheid werd geboden te zeggen hoe hij en degenen, die hij vertegenwoordigt, over dit onderwerp denken.

S.G.P. kultuurschuw?

De S.G.P. wordt nogal eens gezien als kultuurschuw, dit is echter onjuist. Wij zien de kultuuropdracht reeds gegeven aan het eerste mensenpaar. Tegen de hedendaagse kuhuur hebben wij echter dit bezwaar, dat deze haar normen, waarden en doeleinden in hoge mate heeft gesteld vanuit de redenering, dat de mens autonoom zou zijn. Niets is echter minder waar dan dat. De grote Opdrachtgever heeft Zelf de normen gesteld, waaraan wij onze waarden, normen en doelstellingen hebben te toetsen. Omdat de zonde er tussen gekomen is, is het mogelijk geworden, dat de kuituur vormen aanneemt, die niet meer overeenstemmen met de kultuuropdracht. Niet met de subjektieve maatstaf van het menselijk oordeel, maar met het Goddelijk gebod is een objektieve beoordeling mogelijk wat goed is en wat kwaad. Dezelfde die ook het kultuurgebod gaf heeft ook het gebod gegeven: God hef te hebben boven alles en de naaste als zichzelf. Wij willen Gods gebod heerschappij geven en afwijzen wat daaraan niet voldoet, ja er zelfs tegen vloekt. Helaas neemt de normloosheid vormen aan, dat gevreesd moet worden voor de afloop. Alleen in het houden van de genoemde liefdewet is de ware vrijheid te beleven. Spreker verklaart verder bUj te zijn, dat ook in andere politieke partijen het gevaar van de degeneratie gezien wordt. „Een Ud van deze vergadering heeft ergens gezegd: Ondanks het rumoer in de politieke partijen gaat het in Nederland niet om progressief of konservatief. Het gaat erom of het nihilisme een kans krijgt. Via publiciteitsmedia - vooral de televisie - worden op brute wijze minderheidsstandpunten naar voren gebracht, die een gevaar vormen voor het Nederlandse gedrags- en kultuurpatroon. Daar moet tegen gevochten worden". De heer Boender 'eindigt dan met te zeggen, dat het hem weinig moeite kost met deze uitspraak akkoord te gaan, als het aangehaalde weerklank vindt in andere partijen en er naar gehandeld zou worden zal dat spreker tot dankbaarheid en ons volk ten zegen zijn.

B. Sport- en jeugdbeleid

Over het sport- en jeugdbeleid werd het woord gevoerd door de heer A. J. Schot. De heer Schot begon met erop te wijzen, dat zijn fraktie geen bezwaar heeft tegen gezonde lichamelijke oefening, zolang deze niet op zondag plaats vindt. Wel bezwaren heeft zij tegen bepaalde vormen van sport en tegen wedstrijdsport. Het Hjkt soms of het leven van een volk van een overwinning afhangt. Helaas wordt ook van christelijke zijde meer en meer de sport op zondag verdedigd, ja soms aangemoedigd, daarmede het gebod Gods krachteloos makend, zich beroepend op de vrijheid, die in Christus is. Het 4e gebod uit de Dekaloog kan echter niet geschrapt worden zonder de wet zelf geweld aan te doen. Het morele uit het sabbatgebod is onder de nieuw-testamentische bedeling niet teniet gedaan.

De S.G.P. vraagt steeds de overheid als Gods dienares Zijn wet te handhaven, ook betreffende de dag des Heeren. Deze zondagsport is voor ons als fraktie het voornaamste punt om haar stem te onthouden aan de post subsidiëring sportaktiviteiten op provinciaal niveau, ook de financiering zagen wij liever op gezonde basis, n.l. dat ook van partikuüere zijde geld werd beschikbaar gesteld.

Jeugdbeleid

Spreker ging vervolgens ook op het jeugdbeleid in. In plaats van te spreken over losgeslagen jeugd gebruikt hij liever het woord losgelaten jeugd. Steeds breder lagen van onze jeugd begeren een vrijheid om zelf eigen heer en meester te zijn. Voor dat deel der jeugd, dat geen strakke verenigingsbanden wenst, wil men open ontmoetingsplaatsen.

Schrijnend wordt hier zichtbaar het falen van een stuk gezinsleven. Gods Woord zegt ons hoe wij onze kinderen moeten opvoeden, n.l. in de vreze des Heeren. Primair zijn de ouders verantwoordelijk voor de opvoeding en begeleiding tot de volwassenheid. Spreker ziet de driestar gezin-school-kerk daarbij voor ogen. De overheid is mede op grond van art. 36

N.G.B, geroepen een beleid te voeren, dat wezenlijk bijdraagt tot een goede orde in het publieke leven.

De beperkingen en de uitgangspunten van het overheidsbeleid ziet spreker als volgt: Zij (de overheid) mag niet bevorderen wat jongeren losmaakt van de werkingsfeer van het Woord van God en Zijn instellingen of bevorderen wat daarmede in strijd is.

Jeugdwerk behoort tot de partikuliere sektor van het leven. De overheid mag niet in de plaats treden van de opvoeder, slechts als men van partikuliere zijde tekort schiet aanvullend werken om verantwoord jeugdwerk mogelijk te maken. Spreker wijst er nog op dat juist in een periode van welvaart men steeds meer een beroep doet op de publieke middelen. De omvang van de provinciale verplichtingen is geringer dan die van de gemeenten, echter door de geleidelijke overneming van extra subsidie zal het bedrag in de toekomst belangrijk stijgen. Spreker eindigt zijn betoog met het slot van het boek Prediker: , , Van alles wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vreest God en houdt Zijn geboden, want dat betaamt alle mensen. Want God zal ieders werk in het gericht brengen, hetzij goed hetzij kwaad".

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

De Banier | 10 Pagina's

Uit Raden en Staten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

De Banier | 10 Pagina's