meditatie

Wee de goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de vergelding zijner handen zal hem geschieden. Jes. 3: 11.

Jesaja moet op Goddelijk bevel een boodschap aan het volk brengen. De Geest des Heeren gaf hem te spreken en hij profeteerde waf de toekomst zal zijn voor de zondaar.

De afval van God en Zijn dienst was groot in de dagen van Jesaja. Het volk van Juda en de inwoners van Jeruzalem leefden voor zichzelf en dienden de goden der eeuw. De profeet moest hen in de Naam des Heeren waarschuwen voor het naderend verderf. Jesaja zet de boetbazuin aan de mond en kondigt Gods oordeel aan.

De toorn Gods zal losbreken over land en volk; ellende, verwoesting en slavernij staan voor de deur. De koning der verschrikking zal triomfen vieren en duizenden volksgenoten zullen een gewelddadige dood sterven. Het zal een tijd van angst en benauwdheid worden voor het vollk van Juda. Daarom moet de profeet spreken, opdat er nog een wederkeren tot God mocht komen woordat het te laai zou zijn.

Wat is de inhoud van Jesaja 's boodschapt Het wee wordt aangekondigd over de zondaar Een eeuwig wee zal de goddeloze treffen, hij zal door de Rechter van hemel en aarde veroordeeld worden. O, wat een vreselijk lot wacht de zondaar! Het is onbeschrijfelijk welk een vreselijke en ontzettende toekomst de goddeloze tegemoet gaat. Het eeuwig verderf wacht hem! Hij reist de eeuwige rampzaligheid tegemoet.

Het zal vreselijk zijn om te vallen in de handen van een levend God. Het is voor ons allen zo nodig om de toekomende toorn te ontvlieden en vrede met God te maken.

Christus heeft tijdens Zijn omwandeling op aarde zeer ernstig gewaarschuwd tegen het naderend verderf Met grote ernst klonk het uit Zijn gezegende mond: „VJee u Chorazin, wee u Bethsaïda, want zo in Tyrus en Sidon de krachten geschied waren, die in u geschied zijn, ze zouden tot op de huidige dag gebleven zijn ".

Christus sprak het wee uit over Kapernaüm, omdat Hij daar gewoond, gepredikt en gearbeid had. Het volk van Kapernaüm had de wonderen van Christus gezien en was onbekeerd gebleven. Daarom profeteert Christus en zegt: „Gij Kapernaüm, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden". Het oordeel dat Jezus uitspreekt over Kapernaüm, zal eens komen over alle zondaren, die het Woord des Heeren verachten en verwerpen. De Zoon Gods is gekomen tot een val en een opstanding. Het Woord Gods is voor de één het middel tot waarachtige bekering en voor de ander zal het tot veroordeling wezen. Wat doen we met het heilig Woord van God? Geloven we, dat de Bijbel het Woord des levens is? Heeft het Woord van God post gevat in ons hart en leven we naar dat heilig Woord?

Goddelozen, wie zijn dat? Wel, dat zijn alle mensen die leven zoals ze geboren zijn. Dat zijn we als we nog nooit zondaar voor God geworden zijn. Goddelozen zijn mensen, die leven uit het beginsel van hun zondige natuur.

De mens die goddeloos is, leeft uit de verdorven bron van de wereld. Ieder mens die nog in zijn natuurstaat leeft, is zonder God in de wereld. We zijn een rechtvaardige of een goddeloze.

Er is ongetwijfeld trap of maat in de goddeloosheid. De haat en de vijandschap tegen God en Zijn Christus zijn soms vreselijk. Sommige mensen voeren openlijk oorlog met God en drijven de spot met alles wat heilig is. De aktie die de goddelozen tegen Christus durven ondernemen, is ontzettend. Ze verklaren met sprekende daden: „Laat ons Hun banden verscheuren en Hun touwen van ons werpen ". Maar Die in de hemel woont zal lachen, de Heere zal ze bespotten. Deze goddelozen zouden niets liever wensen dan dat de kerk des Heeren uitgeroeid werd. Ze zijn gezworen vijanden van God en Zijn dienst. Ze verbergen hun zonden niet, maar spreken die vrij uit zoals de inwoners van Sodom. Ze leven voor de wereld en de zonde en denken: „Laat ons eten, drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij".

Ze willen niet, dat Christus Koning over hen zal zijn. Ze leven alleen voor brood en spelen. Deze mensen zijn in de volle zin van het woord goddelozen.

We moeten echter niet denken, dat we van nature beter zijn dan de goddelozen, die de zonde indrinken als water. Het is Gods goedheid en Zijn bewarende hand zo we niet meelopen in dezelfde uitgieting van zonde en overdadigheid. Het is een weldaad des Heeren als we voor veel uitbrekende zonden en goddeloosheden bewaard worden. We mogen echter nooit vergeten, dat we goddelozen zijn, indien we niet door Gods Geest wederom geboren worden.

Er zijn vele goddelozen, die voor het uitwendige braaf en burgerlijk leven, maar nochtans de ware God niet kennen. Ze hebben hun eigen godsdienst van deugden en plichten, terwijl ze niets willen weten van Christus en Zijn gerechtigheid.

Er zijn goddelozen die zich scharen onder Gods volk en zich geveinsdelijk onderwerpen aan de waarheid. Het zijn mensen die uitwendig de waarheid belijden, maar de kracht van Gods Woord nooit aan hun hart ervaren hebben. Ze gaan met Gods volk naar het huis des Heeren, doch ze zijn vreemdelingen van het geestelijk leven.

De liefde Gods is niet in hun hart uitgestort. Iemand kan zeer veel overtuigingen in zijn hart hebben en toch een goddeloze zijn. Ja, het is zelfs mogelijk, dat we achting hebben voor Gods Woord en Zijn volk en toch een goddeloze zijn. We moeten persoonlijk de zoete en zalige gemeenschap met God ervaren, anders is het niet wel met ons. Goddelozen zijn mensen die voor zichzelf niet geloven, dat ze zo slecht en zondig zijn. Integendeel, ze geloven dat ze goede mensen zijn, want ze geven ieder het zijne.

Nu ja, ze kunnen niet opschieten met die vrome, ernstige mensen, want die noemen alles zonde. Gods kinderen zijn in hun ogen beroerders Israels. De goddelozen zijn menigmaal de vervolgers en de verdrukkers van de kerk des Heeren. Maar de Heere zal het eens voor Zijn volk opnemen. Meestal nemen de goddelozen ereplaatsen in in staat en maatschappij, terwijl de rechtvaardigen verdrukt worden. De zondaar stort van de top van eer neder in de eeuwige nacht.

Wee, wee, wee de goddeloze! Het oordeel Gods zal de zondaar treffen. De rechter staat voor de deur.

Wat zal God ons geven, vrijspraak of veroordeling? Eeuwig wel, eeuwige blijdschap, of eeuwig wee?

Middelburg

Ds. G. A. Zijderveld

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen