Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

meditatie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zondag 39

Zondag 39 begint met de bespreking van de tweede tafel van de Wet des Heeren: De liefde tot de naaste. Begonnen wordt met het gebod, dat we ons te onderwerpen hebben aan degenen, die over ons gesteld zijn; dat we te hebben erkennen het gezag, dat God Zelf aan die mensen gegeven heeft.

Allereerst zijn we ere verschuldigd aan vader en moeder; zij zijn de eerste dragers van het gezag. „Hoort naar uw vader, die u gewonnen heeft en veracht uw moeder niet, als zij zoud geworden is." Dit gebod geldt niet alleen onze vleselijke ouders. Uit kracht var), verwantschap worden in de Schrift ook onze schoonouders, grootouders enz. vaders en moeders genoemd. Ja, zover ons geslachtsregister maar reiken kan, zelfs tot de patriarchen toe, zij allen zijn onze vaders en moeders.

In het maatschappelijk leven zijn ook onze „heren" en „vrouwen" vaders en moeders. De knechten van Naaman noemden hun heer vader. In de burgerlijke staat worden de overheden vaders en moeders genoemd. De vorstin Debora heet een moeder in Israël. Zo spreken we van de burgervader.

Ook bejaarden worden vaders en moeders genoemd. Lees wat hierover aan Timotheüs schrijft. Paulus

Ook heeft God tot vaders en moeders over ons gesteld de leeirmeesters. De jongeling Eliza noemt Elia zijn vader.

Tenslotte gemeente. heeft God gesteld als vaders de herders en leraars in de

Hoe moet nu onze houding zijn tegenover al deze vaders en moeders? De Heidelberger zegt: „Dat ik mijn vader en moeder en allen, die over mij gesteld zijn, ere, liefde en trouw bewijze, hun goede leer en straf mij onderwerpe en met hun zwakheid en gebreken geduld hebbe".

We moeten onze ouders liefhebben, ontzag voor hen hebben. We moeten hen bijstaan in alle nood. We lezen van Jozef: hij onderhield zijn vader. Stuurt hen niet uit gemakzucht naar de rusthuizen. Ge bent dan uw ouders wel kwijt, maar'ge krijgt de vloek Gods terug: We moeten ons aan hun straf onderwerpen. Ouders, ge kastijdt toch wel, als dit nodig is? God kastijdt Zijn kinderen ook. Vindt met Eli niet alles goed. De straf Gods wacht dan. We moeten ook geduld hebben met hun zwakheden en gebreken: Sem en Jafeth bedekteri de gebreken van hun vader Noach.

Deze plichten zijn we schuldig aan . .. allen, die over ons gesteld zijn: onze bazen op fabriek, kantoor en land. Onze meesters op school, kinderen! Ook onze overheden. Vreest God, eert de koning, zegt het V/oord. In de kerkelijke staat is het de plicht der gemeente de leraars te gehoorzamen en lief te hebben en ook met hun zwakheden geduld te hebben.

Waarom God dit eist? „Omdat het Hem beliefd heeft ons door hun hand te regeren." Ouders en overheden zijn door God gesteld en met gezag bekleed door Hem. Het gezag komt van boven, niet van beneden. „Alle machten, die er zijn, zijn van God." Rom. 13. De leer van het socialisme en communisTr^e: de overheid ontleent het gezag aan de mens, gaat lijnrecht tegen Gods Woord in.

Het gezag is door God gesteld en wie zich tegen het gezag verzet, die wederstaat de ordinantie Gods, zegt Paulus. Hoe verschrikkelijk zijn dan de gevolgen. Wat komt er dan van het gezin terecht? Zie Absalom en Cham. Wanneer de gemeentelden geen ontzag meer hebben voor de ambtsdragers, wat komt er dan van de gemeente terecht? Als het volk het gezag van de overheid niet meer erkent, loopt het uit op revolutie. En als de overheid zelf het gezag opzegt aan God? Dan raakt het volk de eerbied voor de overheid kwijt en de overheid krijgt het Woord in te leven: Wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen. Onze tijd wordt gekenmerkt door ambtsen gezagscrisis. O, dat de overheden zich toch aan Gods geboden onderwerpen. Hun roeping staat zo duidelijk beschreven in het Woord en in artikel 36 onzer geloofsbelijdenis. Dat zij als een vader de onderdanen wijzen op het Woord en komen onder het Woord. God zal hun rekenschap vragen over hun voorgaan.

Jongens en meisjes, eert vader en moeder. Gehoorzaamt uw onderwijzer. Ouders, voedt hen op als een Timotheüs.

Hoe wordt het vijfde gebod overtreden. De wortel ligt in Gen. 3: We hebben de gehoorzaamheid jegens God opgezegd. Daarom liggen we onder de vloek en gaan we de eeuwige duisternis tegemoet. Weigelukzalig wie zich zo door ontdekkende genade leert kennen. Die vraagt: Zal er voor mij nu nog redding zijn? We mogen u wijzen op de borgtochtelijke gehoorzaamheid van Christus, in Wie Gods volk verzoening vindt voor al hun overtredingen. Hij is gehoorzaam geworden tot de dood des kruises. Volk, weldra is de strijd ten einde. Daarboven zullen we de ganse wet volkomen volbrengen: De liefde tot God en de naaste.

St. Maartensdijk

Dr. J. Catsburg

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1971

De Banier | 8 Pagina's

meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1971

De Banier | 8 Pagina's