Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuw licht op Kobinetsformaties

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuw licht op Kobinetsformaties

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Standaardwerk over Formaties, politici en Koningin in de jaren '18-'24

Een tweede druk van een historisch proefschrift is geen alledaagse zaak. Toch is dat het geval met de omvangrijke dissertatie, waarop drs. G. Puchinger in 1969 aan de V.U, promoveerde.') Het valt niet rrioeilijk de hoofdoorzaak op te sporen van de grote belangstelling, die aan deze studie van de bekende publicist is ten deel gevallen. Wij zijn zeer sober ingelicht over de formatie van kabinetten in de jaren twintig. Het opstellen van een regeringsprogram en de vorming van een nieuw ministersteam voltrokken zich in die tijd zo veel mogelijk in stilte. De openbaarheid, waarmede de heren Steenkamp en Biesheuvel hun pogingen déze voorzomer omgaven, is in de verhoudingen van voor de oorlog niet goed denkbaar. Dr. Puchinger verwijdert in zijn studie met een forse ruk het kleed van de geheimzinnigheid, waarin de documenten over de formatie van '18, de reconstructie van het kabinet Ruys de Beerenbrouck in '21, de formatie van het tweede kabinet Ruys in '22 en de vlootwetcrisis van '23 tot nu toe waren gehuld. Ook voor het verstaan van het algemene politieke klimaat in ons land onmiddellijk na de eerste wereldoorlog is dit diepgravende stuk geschiedschrijving van groot belang. Het zijn de jaren waarin de S.G.P. ontstond. Dat versterkt onze belangstelling niet weinig.

Nieuwe bronnen

Het aantrekkelijke van dit boek is niet uitsluitend gevolg van de publikatie van formatiedocumenten in engere zin. De schrijver citeert ook op royale wijze uit talrijke onbekende bronnen, die voor een deel stammen uit de privé-sfeer van de leidende politici uit die tijd. Zo zijn heel wat volledige brieven opgenomen van Colijn, Idenburg, Heemskerk, De Savornin Lohman, Baron van Wijnbergen, Nolens, Aalberse, Ruys de Beerenbrouck, De Geer en anderen. Ook brieven van Koningin Wilhelmina ontbreken niet, evenmin als gespreksnotities van Nolens en dagboekfragmenten van Idenburg. De notulen van de a.r. en de c.h. kamerfracties hebben de gegevens geleverd, die het ons mogelijk maken het vertrouwelijk beraad in deze fracties op de voet te volgen. Uit deze overvloed aan bronnenmateriaal treden de politici ook als mens naar voren, met hun karaktereigenschappen, eigenaardigheden, meningen, doelstellingen en fouten. Zij komen als levende persoonlijkheden op de lezer af, die zich de «loeite geeft om ook het zeer uitvoerige notenapparaat te raadplegen, telkens wanneer een opmerking van de schrijver treft.

Nolens in '18

Bij de verkiezingen van 1918 kwamen de r.k., mede dank zij het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging dat voor het eerst dienst deed, met vijf zetels winst uit de bus, waardoor hun totale aantal kamerzetels tot dertig steeg. A.R. en C.H. beschikten samen over twintig zetels. Deze ontwikkeling beheerste het verloop van de formatie, De r.k. konden immers niet langer worden beschouwd als gelijkgerechtigde partners in de rechtse coalitie. Zij waren nu de sterkste partij geworden, die niet zou nalaten een stempel op de verhoudingen te drukken.

In de studie van Puchinger komt duidelijk uit, dat de leidende figuren in de protestantse partijen zich van hun zwakke positie bewust waren. Om een te grote r.k. maclitstoename te voorkomen, stuurden zij aan op een gemengd kabinet onder rechtse leiding, waarin b.v. ook vrijzinnigdemocraten zitting konden nemen. Colijn die vee] voelde voor deze oplossing polste Marchant over deze mogelijkheid.

Monseigneur Nolens, de r.k. leider, blokkeerde deze pogingen echter volkomen door op het beslissende moment Colijn telefonisch mede te delen, dat zijn kamerclub zo'n gemengd kabinet niet zou steunen. Hij had reeds gezien dat deze zet een formatieopdracht aan een r.k. ten gevolge moest hebben. Hij achtte het een erkenning van de nieuwe verhoudingen, wanneer de R.K.S.P. als grootste partij nü een formateur zou leveren. Toen hij zelf de fel begeerde opdracht kreeg, begreep hij terdege dat een priester als minister-president onaanvaardbaar zou zijn. Daarom verrichtte hij alleen voorbereidend werk. Als premier schoof hij de commissaris van Limburg, Ruys de Beerenbrouck, naar voren, die in het aangegeven spoor__ voortging, doch wel zijn eigen aandeel had in de formulering van het regeringsprogram en de persoonskeuze. Zó kreeg Nederland zijn eerste r.k. premier, mede ten gevolge van de door Puchinger beschreven omstandigheid, dat in '18 geen enkele algemeen aanvaardbare protestant voor deze functie beschikbaar was. De aanvaarding met pijn van een roomse minister-president was een enorme concessie van de zijde der protestantse partijen, die grote weerstanden zou oproepen.

„We zijn vooruitgegaan"

De gehele handelwijze van Nolens paste in de uiterst militante opstelling, die het rooms-katholicisme van voor de oorlog eigen was in ons land. Men was bewust betrokken bij een emancipatie-proces en streed op elk terrein om meer invloed. Een-bekende figuur als Van Ginneken juichte over de a.s. bekering van Nederland tot het rooms-katholicisme. Bomans, lid van de Tweede Kamer en Gedeputeerde voor Noord-Holland, rekende op een papiertje aan zijn kinderen voor, dat het hooguit nog twintig jaar zou dui-en of een stad als Edam zou , , geheel gewonnen zijn voor de katholieke zaak", zoals zijn zoon onlangs publiceerde. Die strijdvaardigheid en veroveringsdrift wordt door de documenten in dit boek herhaaldelijk geïllustreerd. Toen Nolens de formatieopdracht kreeg, schreef Baron van Wijnbergen hem een felicitatie, waaruit ik citeer: „Het kwam U zonder twijfel vóór anderen toe, en ik verheug er mij van ganscher harte over, dat men ter bevoegder plaatse zulks heeft ingezien. Maar ook voor de Katholieke partij geeft het reden tot groote blijdschap. Aan de eer der partij is nu volkomen voldaan. We zijn toch vooruitgegaan; slechts 65 jaar na de Aprilbeweging wordt een Priester de Kabinetsformatie opgedragen". Het gevaar van roomse overheersing was zeker niet denkbeeldig. Zo verbood de aartsbisschop van Utrecht eenvoudig de vorming van een r.k. splinterpartij. Samenwerking met de socialisten achtte de hoge geestelijkheid toen voor de uitbouw van de r.k. posities ongewenst. Een kerkelijk verbod onderstreepte dit. Het zich zeer kritisch opstellen tegenover een pauselijke gezant en het nut daarvan openlijk in twijfel trekken, zoals dat van roomse zijde enkele jaren terug in , , De Tijd" plaats had — Puchinger signaleert dat terecht — zou in die dagen onbestaanbaar zijn geweest. Men probeerde alles voor geestverwanten te reserveren: het premierschap, het voorzitterschap van de Eerste en Tweede Kamer e.d. Troelstra drong bij de formatie van '22 dan ook met klem aan op een protestantse premier en De Savorin Lohman probeerde de opeenstapeling van belangrijke functies bij r.k. te doorbreken. s

Kuyper en Lohman

Het kabinet Ruys kwam tot stand tegen de zin van Kuyper, die tegenover zijn vertrouweling Idenburg betoogd had, toen de formatie nog in een beginfase was, dat er geen r.k., premier mocht komen. „Dan komen wij als geloovige protestanten nooit meer daarna aan bod, " was zijn mening. Toen Kuyper terugkeerde van vakantie, voelde hij zich hogelijk gegriefd, omdat men hem niet in alles had erkend. Hij kreeg dan ook direct moeilijkheden over deze zaak met Idenburg, Heemskerk en Colijn. Al was Kuyper niet meer aktief als politicus, als partijvoorzitter en hoofdredakteur van „De Standaard" kon hij het geformeerde kabinet nog maken en breken.

Om uit de dreigende impasse te komen, ging Ruys persoonlijk naar Kuyper om duidelijk te maken waarom een gemengd kabinet volstrekt onmogelijk was gebleken. Het resultaat was niet bemoedigend. Toen besloot Colijn zelf naar Kuyper te gaan die ten diepste niet kon verwerken' dat jongere krachten de zaken des lands in handen namen en dat zijn wensen door hen wel werden gerespecteerd, doch niet langer doorslaggevende bevelen waren. Kuypef draaide nu wat bij, maar wilde geen zekerheid geven over zijn positieve steun. In een kabinetsvergadering bracht Colijn als gast verslag uit! De situatie is wel tekenend voor de machtspositie die Kuyper nog innam. Wat te doen, wanneer Kuyper het kabinet zou „wegschrijven"? Men kwam overeen dat Colijn dan de nieuwe ploeg publiekelijk zou verdedigen, omdat hij zich nog nooit openlijk, zoals Heemskerk, tegen de dictatoriale neigingen van Kuyper had verzet. Idenburg was voor deze taak niet geschikt wegens zijn persoonlijke band aan Kuyper. Bovendien respecteerde Kuyper Colijn in zijn hart om diens onverzettelijkheid. De studie brengt ons hier in aanraking met de verhouding tussen de oude Kuyper en de jonge generatie antirevolutionaire opvolgers. Hoeveel zij ook in „de klokkenist der kleine luyden" waardeerden, zijn karakterfouten gaven zelfs een figuur als Idenburg aanleiding tot heftige ergernis. Steeds duidelijker begreep men dat de breuk met de Savorin Lohman, die uiteindelijk was uitgemond in de vorming van de C.H.U, , veel, zo niet alles te maken had met Kuypers ongenaakbaar optreden.

Lohman vverd hun steeds sympathieker. Zo schrijft Idenburg aan zijn vrOuw n.a.v. een bezoek: , , Hij (Lohman) is wel een geheel ander mensch als Dr. Kuyper. Niet zoo egocentrisch; niet zoo apodictisch. Meer gewoon, meer werkelijk beschaafd; meer gezellig. Niet altijd praten over zich zelve en over zijn werk — maar werkelijk deelend in anderer omstandigheden. Als mensch staat hij wel heel ver boven Dr. Kuyper. Maar God geeft ieder muziekinstrument zijn eigen toon; en indien Dr. K. niet zooveel onaangename eigenschappen had zou men te licht komen tot te grote bewondering van zijn grote qualiteiten."

Koninklijke invloed

Bijzonder verrassend is de informatie in dit boek over het optreden van Koningin Wilhelmina. Uiteraard raadpleegde zij haar officiële raadgevers, doch daarnaast had zij haar persoonlijke adviseurs, w.o. De Savornin Lohman in de beschreven periode de belangrijkste was. Alle adviezen verwerkte de vorstin tot een eigen visie. Zij aarzelde niet om bij moeilijke formaties zelf mogelijkheden te ontwikkelen om het land zo spoedig mogelijk weer aan een krachtige regering te helpen. Ministers die zich slap hadden aangesteld, moest men voor een tweede ambtsperiode tegenover haar niet noemen. Hoewel wij reeds uit haar eigen herinneringen en uit memoires van anderen op de hoogte waren van haar sterke persoonlijkheid, blijkt uit deze studie van dr. Puchinger dat zij reeds als jong Koningin zeer beslist en doelgericht handelde binnen de grondwettelijke mogelijkheden. Het zou niet moeilijk vallen om een pagina van dit blad te vullen met een overzicht van koninklijke initiatieven, die in dit boek worden besproken. Overduidelijk komt naar voren, dat de koninklijke invloed, zeker bij kabinetsformaties, groot kan ziJi' Het zeer uitvoerige hoofdstuk over de Vlootwetcrisis laat b.v. zien dat de bekende opdracht tot formatie aan de rechterzijde-als-geheel in sterke mate van de Koningin uitging.

Juiste overlevering

peze studie bevat ook de documentatie, die de juistheid bewijst van een onder ons slechts aan weinigen meer bekende mondelinge overlevering. Bij de oprichting van de partij in '18 ^s, s ds. Kersten ervan overtuigd, dat eigen partijformatie noodzakelijk , i, as wegens het grote verschil in geestesrichting met de A.R.P. Ook achtte hij de rechtse coalitie een onaanvaardbare zaak, omdat daardoor de reformatorische beginselen aan kracht verloren. Toch wilde hij niet nodeloos aanleiding geven tot versnippering en vervreemding. Vandaar dat hij volgens een aantekening in het archief Idenburg met de chr. geref. legerpredikant in algemene dienst, ds. H. Jansen, ruimschoots voor de verkiezingen van '22 in een bespreking met Colijn en Idenburg de mogelijkheid van lijstverbinding ter sprake bracht. In een persoonlijk schrijven van 27 januari '22 aan Idenburg als tweede voorzitter van het Centraal Comité van de A.R.P. vroeg hij opnieuw diens oordeel over deze mogelijkheid , .onder mededeeling, dat de staatkundig-gei-eformeerden eigen kandidaten zouden stellen en zonder vrouwen zouden stemmen, maar ongaarne de rechtsche politieke actie zouden verzwak-Iten ten bate der uiterste linkerzijde". Hem is toen geantwoord, dat eerst in een later stadium van voorbereiding der verkiezingen het ge «'raagde oordeel zou kunnen worden gegeven en dat, als daartoe aanleiding bestond, later op deze zaak zou worden teruggekomen. In verband hiermede is kort vóór de kandidaatstelling aan Ds. Kersten bericht, dat van antirevolutionaire zijde op verbinding der lijsten geen prijs werd gesteld". Daarop ging de S.G.P. geheel zelfstandig de verkiezingen in met een eigen program van aktie. Ds. Kersten werd tot lid van de Kamer gekozen. Duidelijk wordt uit deze gegevens, waarom Ds. Kersten steeds met grote nadruk elke beschuldiging van sektarisme en versnipperend optreden afwees.

N.a.v. de verkiezingswinst van de S.G.P. vroeg de Koningin Lohman om een analyse van de politieke situatie, waarbij deze met name het gevaar van een r.k. overwicht naar voren bracht. Ruys de Beerenbrouck kon het optreden van de nieuwe afgevaardigde wel waarderen, al stak Ds. Kersten zijn mening niet onder stoelen of kamerbanken. In een brief aan zijn vriend Van Nispen schreef liij op 24 nov. 1922: , , 't Is voor mij zaak den steun alleen te zoeken bij de Rechterzijde. Tot nu toe houden de 59 (en Ds. Kersten, die niet zoo kwaad is als zijn anti-Katholieke speech deed veronderstellen) zich goed".

Colijn en de coalitie

De laatste zin van de studie van Dr. Puchinger luidt: „Gedurende de vlootwetcrisis was althans één politiek feit duidelijk naar voren gekomen, een gegeven dat op zichzelf leeds noopte tot handhaving van de rechtse coalitie: er was geen alternatief'. Colijn legde zich bij dit feit neer, maar liet de gedachte aan een brede-basis-kabinet niet los, die wij reeds noemden. Reeds in '13 schreef hij nauwkeurig aan Lohman hoe hij zich zo'n gemengd kabinet dacht. Er lopen stellig lijnen van de opvattingen in déze periode naar zijn eigen formaties in de dertiger jaren. Wij spreken de hoop gaarne uit, dat de schrijver 2'Jn plan zal kunnen realiseren om in tWee volgende delen de positie en gedachten van Colijn over de formaties na 24 te beschrijven. In dit kloeke eerste deel neemt hij reeds een belangrijke sleutelpositie in, ook als "ij zelf niet in een kabinet zitting leemt. Zijn optreden maakt o.i. een wat pragmatische mdruk. Voor een kwestie als het gezantschap bij de paus had hij niet de minste interesse. De kritiek van Lohman, dat bij Colijn het belang van de A.R.P. soms uitging boven het landsbelang, was scherp en waar.

Wij hopen met dit artikel een indruk gegeven te hebben van de belangwekkende inhoud van dit bijzondere boek, waarvoor we de schrijver zeer dankbaar zijn. Hij is er in geslaagd zijn dissertatie in z'n geheel goed leesbaar te houden door veel documenten, aanvullende gegevens e.d. onder te brengen in de noten. Bij een dergelijke uitvoerige studie over in­ gewikkelde formaties is dat zondermeer een grote verdienste. Dr. Puchinger schonk ons een nieuw boek voor de kennis van de jongste geschiedenis met het niveau van een standaardwerk, dat niemand ongelezen kan laten, wil hij met kennis van zaken kunnen spreken over de periode '18—'24. "

M. Golverdingen

1) Colijn en het einde van de coalitie. I De geschiedenis van de kabinetsformaties 1918—1924. Uitgave: J. H. Kok N.V., Kampen, 1970, 2e druk, 602 blz. én 31 blz. illustraties, gebonden ƒ 38, 50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 1971

De Banier | 8 Pagina's

Nieuw licht op Kobinetsformaties

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 1971

De Banier | 8 Pagina's