ONTVANGENIS

En de engel, antwoordende, zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden.

Lukas 1:35

In het beginartikel is gesproken over het wonder van de conceptie. Het is een wonder in onze ogen, dat nog steeds mensen worden ontvangen en geboren. De wonderen zijn de wereld uit, zegt men dikwijls. Laat ik het anders zeggen. Wanneer er nog vele wonderen zijn, m, aken we ons druk om ze de wereld uit te werken. Daarin zijn wij mensen meesters. Laten we niet links en rechts zitten te speuren of we mensen ontdekken, die zich volgens ons daaraan schuldig maken. Geen mens staat het vrij links en rechts te oordelen en te veroordelen, wanneer hij niet één ding doet en daarna één ding gewaar wordt. Namelijk dat hij om te beginnen de hand in eigen boezem steekt en dat hij vervolgens ontdekt dat die hand er zonder m, ankeren melaats uitkomt. U moogt gerust schrijven, wanneer u het anders gewaar werd.

Wat is het deze weken, maar ook in deze tegenwoordige boze dagen, waarin het dringend noodzakelijk is de tijd uit te kopen, van belang en voordelig om stil te staan bij het eeuwig wonder van de conceptie, het wonder van de ontvangenis. Want vanuit dit onvergetelijke en zegenrijke wonder valt er een stralend licht op alle ontvangenis en op alle geboorte. Van de geboorte van Christus zegt de Catechismus — en wanneer de oude Catechismus het woord neemt, moet u daar niet overheen en doorheen praten, want het is altijd heel verstandige en zakelijke taal — dat door die geboorte mijn zonde, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor het heilig aangezicht van God is bedekt. Zijn ontvangenis en geboorte bedekken mijn invuile ontvangenis en geboorte. Dat is al een rijke eeuwige zegen. De Heere heeft echter meer dan één zegen ons te schenken via dit wonder. Ik bedoel het als volgt. Er zijn wel eens heel moeilijke levensomstandigheden, die in kleuren en geuren worden getekend, wanneer het gaat over de kinderzegen. U weet daar net zo veel van als ik. Die moeilijke omstandigheden in kleuren en' geuren uiteengezet moeten vervolgens het gebruik van anti-conceptionele middelen vergoelijken. Want de leuze is: Geen ontvangenis! Ligt er in de overdenking van deze genade en in het gelovig benutten ervan niet een verzekering en een perspectief om onmogelijke situaties tegemoet te gaan?

Maria, verrassend begroet door de engel, zag met haar beste wil geen mogelijkheid. „Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man beken? " Ik wil u een familierelatie onthullen, waarvan u mogelijk nog nooit hebt gehoord. Wie stelt deze vraag: „Hoe zal dat wezen? " Maria, hoor ik u zeggen. Natuurlijk, u hebt gelijk. Indien ik nu echter eens antwoordde: Aldus spreekt de zuster van Nicodemus? Is u het daarmee eens en kunt u het volgen en begrijpen? Nicodemus vroeg zich ook af: „Hoe zal dat wezen? " En als we er nu eens reëel — reëel zeg ik, ge moet me goed begrijpen — van uitgingen, dat wij allen broers en zusters zijn van Nicodemus en van Maria. Want het antwoord van de engel slaat in, slaat naar binnen als we precies op het plekje van deze broer en zuster staan. Als we verkeren in de volstrekte onmogelijkheid. Wanneer ons verstand belijdenis doet dat hij het niet meer ziet.

Wat valt het antwoord dan heerlijk en scheppend in het hart. Wat onmogelijk is bij mensen is mogelijk bij de Heere. Kracht noch geweld komen van pas. Vroomheid en prestatie kunnen wel inpakken. Hier is alleen de beurt en de heerschappij aan de Geest en aan de overschaduwende en levenwekkende en scheppende kracht van de Allerhoogste. De Geest, dezelfde Geest, Die doden levend maakt, is ook ruimschoots in staat om zorg te dragen dat Maria's schoot duizendwerf heerlijker werd dan het heilige der heiligen. Dat Heilige — herhaal en herhaal wel honderd keer: Dat Heilige — dat uit u — uit u, eeuwig wonder, want nu is er toch Eén Die uit de onreine een reine kan geven — geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden. Na dit krachtige, vellende en oprichtende antwoord had Maria niets meer te zeggen dan: „Zie de dienstmaagd des Heeren, mij geschiede naar uw woord." Slechts onderwerping kon ze aan de dag leggen. Hoe gewillig is het volk ten dage van de heirkracht.

Soms praat ik niet iemand; af en toe belt iemand op en dan hoor ik diezelfde echo: Hoe zal dat wezen? Men ziet volstrekte onmogelijkheden. Men kan zich niet indenken om het voornaamste te noemen, dat men een kind van God genaamd zal worden. Het antwoord van de engel aan Maria bewijst ten krachtigste dat alles kan. Er staat trouwens: „Geen ding zal bij God onmogelijk zijn". Geen ding, geen enkel ding. Niet de zaligheid van u, van uw man, van uw kind, waar ge tallozen malen om vraagt. Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man beken? , vraagt Maria. Op die manier zijn er talloze argumenten. Dewijl ik zo zondig ben, dewijl ik dit of dat heb gedaan, dewijl ik niet uitverkoren ben, dewijl ik de zonde tegen de Geest bedreef, dewijl ik steeds de verzenen tegen de prikkels sla, dewijl ik in mijn jeugd alles heb vaarwel gezegd, dewijl ik kom uit een geslacht en familie waarin nooit bij mijn weten bekeerde mensen voorkwamen. Al hebt ge zoveel „dewijls" als pannen op het dak van uw huis, als de Heilige Geest over ons komt en de kracht des Allerhoogsten ons overschaduwt hebben wij niets meer te vertellen, al waren we de grootsten en voornaamsten van alle zondaren, om.dat in de hemel anders besloten is dan wij vaststellen. Dan hebben we niets te vertellen, omdat We alles hebben te belijden. Ik wil de lezers groeten en ik hoop dat niet de overdenking als zodanig, maar dat het scheppende Woord Gods daarin aanwezig, voor u de doorslag geeft.

Ds. H. G. Abma

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen