MEDITATIE

Want het betaamde Hem, om Welke alle dingen zijn en door Welke alle dingen zijn, dat Hij, vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, de overste Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen. Hebreen 2 : 10

2.

Dot geheiligd worden wil zeggen, dat Hij werd gezalfd, irigeicijd en bestemd tot het drievoudig ambt van Profeet, Priester en Koning over het ganse huis Gods. Het wil zeggen dat Hij daartoe werd afgezonderd tot dit bijzondere gebruik, gelijk de stam van Levi werd geheiligd en afgezonderd tot de dienst in de tabernakel der getuigenis, alsmede Aaron en zijn zonen, die geheiligd, dat is afgezonderd werden tot de priesterlijke en zelfs de hogepriesterlijke bediening. Christus werd van de Vader door lijden geheiligd, om Hem daarna voor eeuwig te scheiden van zonde en dood. Niet de minste zonde had Hij Zelf, maar de zonden der Zijnen werden Hem toegerekend, maar als alles volbracht was, is Hij in Zijn opstanding door de Geest der heiligmaking verheerlijkt.

Daarom is Hij de enige en eeuwige Koning van Sion, alsmede de grote Profeet en de enige Hogepriester, buiten Wie geen zaligheid is te verkrijgen voor een mens. Hij is dan ook onmisbaar als de overste Leidsman, want als Gods volk niet door Hem getrouw geleid werd, zij zouden gewis verdwalen te)i verderve.

Hij is de Overste Leidsman der zaligheid, al heeft Hij alle eeuwen door Zich van inenselijke leidslieden als wiiddeleu in Zijn hand willen bedienen, bijvoorbeeld Mozes, die Israël uit Egypte leidde, en godzalige richters, zoals Samuel, die Israël leidde toen.er nog geen koning was. Koningen en profeten en priesters waren onder het Oude Testament Israels leidslieden. Maar zij ontleenden hun gaven en krachten aan de Zoon van God, de Engel des Verbonds als de Overste Leidsman. Zij hebbeii wel leiding gegeven, elk op zijn wijze, maar zij konden niemand vernieuwen van hart en leven, daartoe misten zij het goddelijk alvermogen, waarmede de Overste Leidsman bekleed is.

Het is onmisbaar nodig die Leidsman te leren kennen en zich door Hem te laten leiden, wil de mens ooit de zaligheid verkrijgen. Er zijn zoveel verleiders in de wereld, die de overste der verleiders, de vorst der duisternis, gehoorzaam volgen in zijn pogen om mensen te verleiden tot hun eeuwige ondergang.

De Overste Leidsman weet er gelukkig alles van, en kent zijn helse listen. Hij is volkomen betrouwbaar, vergist Zich nimmer, want Hij is de Opperste Wijsheid, en weet precies wat uit kan lopen op Gods eer en de zaligheid der Zijnen.

Is Hij Zelf door lijden geheiligd, zo heiligt Hij ook Zijn gunstgenoten door het lijden van deze tegenwoordige tijd. Hij heiligt hen door Zijn voorbeeld en bediening door Woord en Geest en baant hun de loegen, waarlangs hun voet kan gaan. Hij zondert hen af van een wereld, die in het boze ligt, en verbreekt in het hart de heerschappijvoerende kracht van de zonde. Hij schenkt hun het geloof, dat door de liefde werkt, en doet hen hopen op het heil, dat Hij voor hen verworven heeft. Hij gaat voorop en leert Zijn liefhebbers Hem te volgen, door eer en oneer, door goed en kwaad gerucht.

Hij leidt hen vaak door diepe dalen van beproeving, zelfs wel langs steile afgronden, zodat zij beven van de angst, maar Hij houdt ze vast als met een onzichtbare hand. Ook neemt Hij hen wel mee naar de berghoogte des geloofs, om hen te laten zien het hemelse Jeruzalem, waarheen zij op reis zijn.

Mozes noemt Hem: „De Heere is mijn banier". Een banier gaat voorop in de strijd en wijst de richting waarheen men optrekken moet. Christus is de grote Zorgdrager voor al de Zijnen. Hij is de Wachter Israels, Die nooit slaapt of shiimert. Die let op de vijanden en wat zij in hun schild voeren. Door Zijn volmaakte gerechtigheid, die Hij de Zijnen toepast, is er niet één pijl des satans, die hen doden kan. Zijn machtige arm zal de Zijnen beschermen in alle gevaren, die hen van alle zijden omringen.

Zijn wijsheid handelt met elk der Zijnen in het bijzonder, en Hij geeft aan elk een eigen weg te gaan in geestelijke zin. Met eindeloos geduld verdraagt Hij Zijn dwaze volgelingen, die zo gedurig van Hem afdwalen, hoewel Hij, zo het niet anders kan, pijnlijke wegen met hen ingaat om hen van die dwaalziekte te genezen. Maar nooit trekt Hij als de grote Herder der schapen Zijn hand van hen af, omdat het de schapen Zijner weide zijn, die Hij gekocht heeft met de dure prijs van Zijn eigen dierbare bloed.

Het zijn zeer gelukkige mensen, die weten mogen, dat zij door de Overste Leidsman geleid worden naar de heerlijkheid en die zeggen mogen met Paulus: „Wij weten de dingen, die ons van God geschonken zijn".

Werkendam.

Ds. Chr. van Dam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen