Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Kruisgang van de Middelaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Kruisgang van de Middelaar

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En toen zij Hem bespot hadden, deden zij Hem de mantel af en deden Hem Zijn klederen aan, en leidden Hem heen om te kruisigen. En uitgaande, vonden zij een man van Cyréne, met name Simon; deze dwongen zij dat hij Zijn kruis droeg. Matth. 27 : 31, 32.

Ondanks de Goddelijke waarschuwing door middel van de droom zijner huisvrouw, gaf Pilatus tenslotte Jezus over om gekruisigd te worden. Israël had Bar-Abbas gekozen en geroepen over de Heere Jezus: „Zijn bloed kome over ons en onze kinderen!" Aan de kruisiging was de gebruikelijke geseling voorafgegaan als wr.ede inleiding. Degene welke men geselde, werd aan een paal of pilaar gebonden, in gebukte houding, zodat de ontblote rug gespannen stond. De gesel, bestaande uit een stok of riem, ontvleesde de rug van de geslagene.

Soms had zij de dood ten gevolge. Bij de Romeinen ging het nog vreselijker toe dan bij de Joden. Daarna had men Christus de rode soldatenmantel als bespotting omgedaan, en een kroon van doornen op het hoofd gezet en een rietstok bij wijze van scepter in de hand geduwd. Spotend, vallend op de knieën riep men: „Wees gegroet, gij Koning der Joden!" In ruwe verachting had men Hem in het aangezicht gespogen, en in soldaten-uitgelatenheid met de rietstok op het hoofd geslagen. Tenslotte werd Hem de mantel afgedaan en de eigen klederen werden Hem weer aangedaan. En toen begon de kruisgang naar Golgotha. De kruisdood was een smartelijke, schandelijke doodstraf, meest toegepast op slaven, rovers, moordenaars en oproermakers. Doch evenwel aanvaardde de Zoon Gods dit lijden en deze ontzettende dood naar Zijn menselijke natuur. Als Goddelijk Persoon en als Middelaar kon zulk een dood voldoening geven aan het geschonden recht Gods. Het offer kon niet minder zijn.

Zo ging dan de stoet op loeg; een hoofdman te paard opende de stoet en een heraut.., die de veroordeelde eveneens voorafging, kondigde het vonnis aan. Eerst droeg Jezus Zelf Zijn kruis (Joh. 19 : 17). Dat was ook de manier bij het ter dood brengen. Zwijgend ging de Man van smarten daarheen, slechts voor wenende vrouwen had Hij een ernstig woord van vermaan (Luc. 23:27 v.v.). Christus begeerde geen vleselijk medelijden. Hij was geen weerloos martelaar, maar vrijwillig des Vaders Knecht, door Wiens hand het welbehagen des Vaders gelukkig m, oet voortgaan. De Goddelijke natuur ondersteunde de menselijke natuur, hoewel beide naturen hun eigen eigenschappen behielden.

Reeds de gehele nacht had de wrede massa het goddeloos spel gespeeld met het lichaam, van Jezus. De geseling daarenboven had een haastig voortjagen naar Golgotha verhinderd. Het ging de bloeddorstige vervolgers te langzaam. Zij wisten niet, dat de Goddelijke natuur ondersteunde en vreesden wellicht dat hun slachtoffer bezwijken zou. Daarom dwongen zij Simon van Cyréne het kruis van Christus te dragen. Dit kruisdragen achter een veroordeelde was iets schandelijks, en niemand wilde het doen zonder er toe gedwongen te worden.

Sommigen denken, dat Simon een discipel van Jezus was, dat zij dat wisten en dat ze hem daarom daartoe dwongen. Anderen denken, dat hij een vreemdeling was, die bij de menigte der feestgenoten, in de nabijheid der stad op het land overnacht had.

Simon heeft geprobeerd te weigeren, hij wilde geen kruisdrager achter Jezus zijn. Hierin is hij beeld van Gods volk. Zij worden er ook toe geroepen maar begeren het evenmin als Simon. Schande, smaad, smart vanwege de zwaarte van het kruis, heel hun natuur verzet zich ertegen en zij trachten het te ontkomen. Maar Simon wordt gedwongen.

Ongaarne neemt hij het op. Maar ach, dan blijkt het eerst, dat hij geen schouders heeft om te dragen, er gans niet aan gewend zijnde. Wellicht heeft hij in zichzelf veel geklaagd, weinig gevraagd om kracht en onwillig gedragen. Zo gaat het nog. O het is zo spoedig te erg als men wat te dragen heeft. Wat al onwilligheid en een zich slap aanstellen onder het kruis-dragen. We hebben er geen schouders voor om een .kruis te dragen. En toch had de apostel Paulus in Hebr. 13 : 13 er zo'n begeerte naar, als hij zegt: Laat ons dan uitgaan buiten de legerplaats. Zijn smaadheid dragende." En de Heere Jezus heeft Zelf gezegd (Luc. 14 : 27): Wie zijn kruis niet opneemt en Mij navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn." Daarom is Simon hierin een bevoorrecht mens. Hij moet diclit achter Jezus blijven. Hij aanschouwt Hem in Zijn zachtmoedigheid. Dan wordt hij spoedig getroost en geeft zich in stilte over. Hij moet hier de plaats innemen van Simon Pertus, die zo plechtig beloofd had zijn Meester te volgen en met Hem in de dood te gaan, maar zijn woord niet heeft gehouden en met de andere discipelen gevlucht is.

Vele laatsten zullen de eersten zijn en vele eersten de laatsten. Zo heeft het kruisdragen achter Jezus zijn grote nuttigheid. Gods volk zucht vaak onder het kruis en roept soms uit: Al deze dingen zijn tegen mij. Toch zijn die kruiswegen zo vruchtbaar. Het doet Gods volk ook dicht bij de Heere leven. De behoefte aan ondersteuning en bemoediging doet de ziel zuchten tot Christus. Het doet de Heere volgen op Zijn lijdensweg. De kruisgang van de Middelaar is hun bij bevinding bekend. Door de dichtbij-levende kruisdrager wordt met het oog des geloofs gezien op de in lijden voorgegane Borg. Ja, zij zien, dat hun lijden niets is in vergelijking met wat de Heere geleden heeft. De zachtmoedigheid en het geduld van de Heere Jezus is hun ten voorbeeld en werkt weldadig op hun gemoed in. Daar wordt uit geboren een stil buigen onder het kruis een een gewillig dragen van het kruis. Het wordt dan een heiligend kruis, waardoor men innerlijk leert sterven aan de zichtbare en vergankelijke dingen van een wegzinkende wereld, om de dingen die Boven zijn te zoeken en te begeren en daarbij te leven. Het doet van dit leven niet veel verwachten, maar doet de verwachting des geloofs en der liefde toenemen met kracht. Het is dan ook algemeen te merken, dat degenen die teveel hangen aan de dingen van de tijd, weinig gemeenschap met God hebben. Al wordt de waarheid zuiver beleden, het hart is er dan niet bij en de liefde tot Gods Wezen, Woord, wet enz. is zeer kwijnende. Ook kan er dan meest veel bij door.

Daarentegen worden de oefeningen des geloofs en de praktijk van het nieuwe leven het meest gevonden bij degenen, die onder zware kruisen gebogen gaan. Niet alleen tot groot voordeel voor hun eigen zieleleven, maar niet minder tot grote stichting van anderen van Gods volk. De lastdragers voor land en volk, kerk en staat, zijn juist te zoeken onder de zwaar bepi-oefde vromen. Daar zijn er onder Gods volk, die jarenlang op een smartelijk ziekbed moeten liggen. Schijnbaar zijn zij voor niemand tot nut, en soms menen zij een ander tot last te zijn. Doch in werkelijkheid mogen zij bij al hun eigen kruisen, de algemene ellende van kerk en staat meer dragen op het hart en neerleggen voor des Heeren aangezicht, dan anderen, die zich vrij bewegen kunnen.

Ook zijn er veel verborgen kruisen, waaror^er men niet praten kan. Dat zijn zelfs vaak de zwaarste kruisen. Maar des te meer zal dan ook de hulp bij de Heere gezocht worden en ook gevonden worden. In de stilte van de nacht wordt de nood geklaagd aan Hem, Die de zwaarte eruit wil wegnemen, dat is Christus, Die van de Vader uit de diepste vernedering uitermate is verhoogd en als de Hogepriester des Nieuwen Testaments Zijn kerk draagt op Zijn schouders en op Zijn hart. Christus is verhoogd aan de rechterhand des Vaders alwaar Hij altijd leeft om voor Zijn volk te bidden. In Hem is kracht en wijsheid. Hij maakt gewillig om het kruis te aanvaarden, Hij heiligt door Zijn Geest en leidt in alle waarheid, Zijn volk vrijmakende van de dienstbaarheid der verderfenis, opdat zij in nieuwigheid des levens voor Zijn aangezicht zullen wandelen.

Hij legt Zijn volk in de mond de zo bekende woorden van een zeker christendichter:

Nu reis ik getroost onder 't heiligend kruis. Naar 't erfgoed daarboven, in 't Vaderlijk huis. Mijn Jezus geleidt mij door de aardse woestijn, „Gestorven voor mij" zal mijn zwanenlied zijn.

Werkendam Ds. Chr. van Dam

Ds. Chr. van Dam

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 1972

De Banier | 8 Pagina's

De Kruisgang van de Middelaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 1972

De Banier | 8 Pagina's