Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1.

Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus welke Gij gezalfd heht heide Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels, om te doen al wat Uw hand en Uw raad tevoren bepaald had, dat geschieden zou. Hand. 4:27-28.

Uit het verband van deze tekst blijkt duidelijk, dat onmiddellijk wanneer Christus gepredikt wordt in de kracht van de Heilige Geest, en met betoning van de kracht Zijner opstanding, de priesters onder Israël zich zeer vijandig opstellen tegen de ware Hogepriester over het Huis Gods. En dat te meer omdat de Christusprediking zulke rijke vruchten afwerpt, dat duizenden de grote Nazarener beginnen te erkennen, als de Zoon van God en als de Zaligmaker van verloren zondaren, met verzaking van hun wettische eigengerechtigheid, als zijnde voor God niet meer dan een wegwerpelijk Kleed.

Groter ergernis is voor de priesters immers niet denkbaar, waar zij zelf niet meer hebhen dan wettische vroomheid, en daardoor begeren, dat niemand iets anders of beters hebben zal. Zalig worden uit vrije genade, alleen door het werk van die door hen gehate Nazarener, zij willen het niet. Rijk en verrijkt zijnde in zichzelf lüillen zij geen dank zeggen, voor een gekregen zaligheid; zij willen zelf hun zaligheid verdienen, al erkennen zij hoogstens enige helpende genade. Zij hebben geen besef van hun totaal verdorven aard en natuur, zij missen de ware zelfkennis en kennis van God en goddelijke zaken. Er is zelfs geen begrip van zonde en schuld. Daardoor hebben zij gans geen behoefte aan een Borg en Zaligmaker en willen van Hem niet weten, zij wilden zichzelf rechtvaardigen.

Dat zijn nu de priesters, die het i^olk de wet moeten uitleggen en de weg aanwijzen om van de vloek der wet verlost te kunnen worden.

Godsdienstig zijn zij in overvloedige mate, maar zij staan daardoor vijandig tegenover Christus, Die niet gekomen is 07n gediend te worden, maar o'in te dienen en om Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Zij hebben een ijver voor de wet Gods en evenwel wederstaan zij de wil van de Wetgever en zij hebben de mond vol van het Woord Gods, doch in de praktijk verwerpen zij het geheel.

De priesters staan in hun vijandschap niet alleen, maar zij worden juist als tempelwachters tot optreden gedwongen door de Sadduceeërs, die zich zeer ergeren, omdat zij in Jezus' opstanding de opstanding der doden horen prediken.

Petrus en Johannes worden door de tempelwacht gegrepen en in de gevangenis, welke zich in de tempel bevindt, opgesloten en als het Sanhedrin de volgende dag zitting houdt, zullen zij geoordeeld worden. Maar als de nieuwe dag is aangebroken mogen de apostelen ondervinden, dat het hen in de ure des gevaars gegeven wordt, onverschrokken te getuigen van de gekruisigde Jezus. Zelfs verklaren zij openlijk dat zij God meer zullen gehoorzamen dan mensen, indien men hen dit spreken in die Naam i'erbieden zal. En de almachtige God verlost Zijn knechten, door mensenvrees te verwekken bij de leden van de Hoge Raad, zodat zij de apostelen na waarschuwing en bedreigende woorden laten gaan. En als zij gekomen zijn tot de hunnen, verkondigen zij al wat de overpriesters en ouderlingen tot hen gezegd hebhen, hetgeen tengevolge heeft, dat zij eendrachtig hun stem opheffen tot God. In dit gebed komt dan onder meer voor de bovengenoemde klacht: ant in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, Welke Gij gezalfd hebt, beide Herodes en Pilatus met de heidenen en de volken Israels, om te doen al wat Uw hand en Uw raad tevoren bepaald had, dat geschieden zou. Deze woorden slaan terug op Psalm 2 : 2: De koningen der aarde stellen zich op en de vorsten beraadslagen te samen tegen de Heere en tegen Zijn Gezalfde.

Herodes als vertegenwoordiger van de koningen der aarde en Pontius Pilatus als de speelbal van de oversten der Joden, worden vrienden in hun afkeer van en vijandschap tegen Christus, de Gezalfde des Heeren. Wat geschied is met Christus heeft zijn voortgang in de tijd der apostelen, ook zij ervaren, dat Joden en heidenen samenspannen tegen Jezus, en dat alles was ook naar hetgeen Gods raad tevoren bepaald had dat geschieden zou. Weiend of onwetend voerden zij Gods raad uit. Gewillig of onwillig moet elk mens Zions Koning dienen in de volvoering van Gods raad, in het verleden was het zo, in het heden is 't niet anders, en in de bange toekomst zal het niet anders wezen. In dat gebed dergenen, die geloofden, was geen wraakgevoel, geen afbidden van beproevingen en lijden, doch alleen een smeken om standvastigheid en vrijmoedigheid en de Heere antwoordde met vervulling van de Heilige Geest en de vrijmoedigmakende genade onder elkander. En de plaats werd bewogen en zij worden allen vervuld met de Heilige Geest. De menigte dergenen die geloofden werden één hart en één ziel. Welk een heerlijke toestand dat geweest is, laat zich in woorden niet verklaren voor het bloot verstand. De vereniging met Christus en de Zijnen moet beleefd worden om te weten wat het is. Het zijn nooit te vergeten uren, die een voorproef geven van het hemelleve^i. en. het geloof doet triomferen over alle vijanden en omstandigheden. Welk een bemoediging dat geweest is voor de discipelen laat zich dan ook goed begrijpen, want met de Heere kan men alles doormaken.

Zij behoeven niet te vrezen want de Heere is bij hen, wat zal een nietig mens hen dan doen? De vijanden kunnen weliswaar het lichaam doden of pijnigen, maar die het vuur van de liefde van Christus mag bezitten, zullen alles te hoven komen, geen vijand zal dat liefdevuur kunnen doven. Het alles is voor de discipelen een trapsgewijze voorbereiding en vooral voor de apostelen tot het lijden voor de naam en de zaak van de Heere Jezus Christus. De tegenstand en vijandschap tegen Christuj; is er al geweest vanaf de val van Adam en Eva in het Paradijs; daar is reeds sprake van een vrouwenzaad en een slagenzaad. En dat er die zo felle tegenstand is behoeft ons niet te verwonderen, want hoewel Christus alles is voor een vernederde 20? idaar, heeft heel Zijn Persoon en bediening niet de minste waarde voor de hoogmoedige, eigengerechtige mens met zijn hoge inbeelding. Steeds hehben de profeten van het Oude Testament strijd gehad met de valse profeten, omdat de Messias, door de ware profeten met helder geloofslicht bezien, door de valse profeten verworpen werd. Zij hadden geen behoefte aan verlossing van de macht der zonde. Maar alleen de krachtige bediening van de levendmakende Geest van Christus kan de mens vervrijmoedigen om de smaders wat te anttüoorden, als zij de waarheid weder staan. Dat zien wij in de discipelen, ondanks de dreigingen van het Sanhedrin, geven zij met grote kracht getuigenis van de opstanding van de Heere Jezus.

Zij zijn Gode meer gehoorzaam dan mensen, de liefde van Christus is sterker dan de vrees voor de vijanden. De opstanding van Christus is de grond van hun zaligheid, dat heeft de Heilige Geest hen verklaard op de Pinksterdag met buitengeivone klaarheid en overtuiging.

Ds. Van Dam

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1972

De Banier | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1972

De Banier | 8 Pagina's