Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE WIJNSTOK EN DE RANKEN

Ik ben de wijnstok, en gij zijt de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen. Joh. 15; 5.

Onze tekst is genomen uit de afscheidswoorden, die Jezus tot Zijn discipelen gesproken heeft. Drie jaar geleden had Hij hen geroepen. Drie jaar lang waren ze Zijn leerlingen geweest. Nu zou de scheiding komen. De Heere Jezus had voor de laatste keer het Pascha met hen gehouden en daarna het Heilig Avondmaal ingesteld. We zouden ons teksthoofdstuk de nabetrachting op de viering van het Heilig Avondmaal kunnen noemen. Hoe machtig klonk het woord: Ik ben de ware wijnstok, en mijn Vader is de landman. Inderdaad, Jezus is de enige ware wijnstok. Hij is door de Vader in deze wereld geplant.

IK BEN DE WIJNSTOK, EN GIJ ZIJT DE RANKEN. Welk een ontroerende beeldspraak. De natuurlijke wijnstok is arm aan hout en onaanzienlijk in voorkomen. De wijnstok is niet impo~ nerend zoals de prachtige ceder en machtige eik. Ik ben de wijnstok. De Heiland was in Zijn uitwendige verschijning niet indrukwekkend. Als wij Hem aanzagen zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben. Hoe nederig was Zijn geboorte. Hij leefde als de Man van smarten. Hij stierf aan het kruis. Ik ben de wijstok, en gij de ranken.

Jezus noemt Zijn discipelen de ranken. Dit getuigt van levensvereniging. Die is er van nature niet. Dan zijn wij zonder God, en zonder Christus, de Geest niet hebbende. Daarom moeten wij afgesneden worden van onze eigen stam, waaruit wij leven, en ingeënt worden in deze ware wijnstok. Christus en het eigen ik laten zich niet verenigen. Christus' gerechtigheid en onze gerechtigheid niet. De liefde van God en de liefde der wereld niet. Daarom moeten wij wederom geboren worden. Al wat van ons is kan ons geen levensvereniging met Christus geven. De Heilige Geest moet afsnijden, maar ook inplanten. En zo komt er een levensvereniging met Christus, door het geloof.

IK BEN DE WIJNSTOK, EN GIJ ZIJT DE RANKEN. Gij de ranken. Welk een diep verootmoedigende naam! In een rank van een wijnstok is geen vastheid, geen soliditeit, ja zelfs geen waarde. Als timmerhout is zij ten enenmale onbruikbaar, men kan er nog geen pin van maken. Zij deugt nergens toe dan om te laten verdorren en dan te verbranden. De discipelen, de ware gelovigen zijn de ranken. In hen is niets dat waarde zou hebben voor God. En waar ze door Gods Geest aan zichzelf ontdekt zijn leren ze dit te beleven en te erkennen. Ik kan alleen maar kwaad doen. Ik deug alleen maar om verbrand te worden door de heilige toorn van God over de zonde.

Gij zijt de ranken. Een rank is buigzaam en gewillig. De wijngaardenier leidt ze naar de plaats, die hij voor haar bestemd heeft. Zo leidt de hemelse Landman de ranken van de wijnstok, Christus. Elke rank krijgt een bepaalde plaats. De een wordt omhoog geleid en de ander naar beneden. De een krijgt een plaats dicht bij de stam en de ander wordt er juist ver vandaan geleid. Zijn wij zo al een buigzame rank geworden in de hand van de grote Landman? Laten wij ons door Zijn hand leiden waarheen Hij wil en vasthechten waar het Hem belieft? Daar is zelfverloochening voor nodig en eenswillendmakende genade.

BLIJFT IN MIJ, EN IK IN U. Dat is nodig, want anders houdt de levensvereniging op. Blijft in Mij, d.w.z. dat wij iedere dag weer tot Hein uit moeten gaan, want anders blijven wij niet in Hem. Wij hebben na de wedergeboorte een dagelijkse bekering nodig. Want er komt zo veel tegen op om in Hem te blijven. Welk een ontzettend beletsel is het ongeloof. Het geloof verenigt, maar het ongeloof strijdt daar juist tegen. En welk een scheiding maakt de zonde, de liefde tot de wereld, de hoogmoed en wereldgelijkvormigheid. En wat denkt u van de satan? Indien het rnogelijk is zal hij zelfs de uitverkorenen nog verleiden.

BLIJFT IN MIJ, EN IK IN U. Het ene is de sleutel van het andere. Als wij in Christus blijven, blijft Christus in ons. En waar Christus in ons blijft daar blijven wij in Hem. Ja, omdat Christus in ons blijft, kunnen wij in Hem blijven. En Christus blijft in ons door Zijn Geest.

Die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht. Om het vruchtdragen is het bij de wijnstok te doen. Hij wordt niet geplant om zijn hout of om zijn schaduwrijke bladeren, maar om zijn vrucht. En daar gaat het nu de hemelse Landman ook om. Hierin wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel ijrucht draagt.

Deze levensvrucht is een gevolg van de levensvereniging. Hoe meer geloof er beoefend maa v-orden door de geloviae, des te meer vrucht draagt hij. Uit de ononelijke en schrale stam van de wijnstok komt een overvloeiende en bijna niet te stuiten levenskracht. Deze openbaart zich in de groei van de ranken, en in het uitbotten en vruchtdragen van hen. Zo 'is er in de ware wijnstok, Christus, een nooit verminderende volheid. Vit Hem vloeit de geestelijke levenskracht, de ware ootmoed en wijsheid, de behoefte aan het nebed. het zoeken naar Zijn gerechtigheid en de lust tot heiligheid. Het is Zijn vrucht, die rijpt aan ons hout. De vruchten wassen van binnen uit. Daarom zijn er eerst inwendiae en daarna uitwendige vruchten. De vruchten van zelfkennis, ootmoed en nederiaheid. De vruchten van oprechtheid, eerbied en vreze des Heeren. De vruchten van aeloof in Hem, liefde tot Hem en hoop ov Hem. De vruchten van zelfverloochening, geduld en lijdzaamheid. De vruchten van gebed van getuigen, van strijden en van lijden.

De vruchten hebben lanae tijd nodig om te rijpen. Hoe meer ze door de Zon der gerechtigheid beschenen worden, des te beter rijpen ze. Ook dragen de ranken, die het dichtst bij de stam zijn de meeste en grootste vruchten. En de zwaarst beladen ranken buigen het diepst door. Hoe meer vrucht een christen voort mag brengen hoe ootmoediger en kleiner hij in zichzelf is. „Holle vaten klinken het hardst." Om de ranken veel vrucht te doen dragen moeien ze gereinigd en gesnoeid worden. Dit is pijnlijk, maar nuttig en nodig.

BLIJFT IN MIJ, WANT ZONDER MIJ KUNT GIJ NIETS DOEN. Dat wordt en is de levenspraktijk. Er moet vrucht gedragen worden, maar dat kunnen wij alleen door Christus. Zonder Mij geen vrucht en daarom uitgehouwen en verbrand worden. Zonder Mij kunt gij niets doen, niet zuchten, niet bidden, niet geloven, niet Hem belijden en van Hem getuigen, niet voor Hem lijden. Maar ook geldt: Ik vermag alle dingen, door Christus, die kracht geeft.

Nieuwe Tonge J. P. Verkade

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 1972

De Banier | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 1972

De Banier | 8 Pagina's