Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Anti-kraakwetten (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Anti-kraakwetten (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een tweetal ivetsontirerpeii

Er zijn in maart j.l. een tweetal wetsontwerpen ingediend waarvan het eerste ondertekend is door minister van justitie Van Agt en het tweede door de ministers Van Agt en Udink (Volkshuisvesting). Het eerste voorstel beoogt het Wetboek van Strafrecht aan te vullen met een artikel 4426, luidende: , , Hij die een door hem wederrechtelijk in gebruik genomen woning of besloten lokaal niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds ontruimt, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste tweehonderd gulden. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die, vertoevende in een door een ander wederrechtelijk in gebruik genomen woning of besloten lokaal, zich niet op vordering of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert."

We willen deze bepaling aan een wat nadere beschouwing onderwerpen.

Het valt allereerst op dat de ontworpen strafbepaling, die volgens de Memorie van Toelichting gezien moet worden als een aanvulling van art. 138 Sr., niet zoals art. 138 Sr. in het Tweede maar in het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht voorkomt. Het Tweede Boek noemt de ernstige strafbare feiten, de misdrijven en het Derde Boek de minder ernstige, de overtredingen. De rangschikking onder de overtredingen heeft een reeks van consequenties o.a. deze, dat als straf geen gevangenisstraf of principale hechtenis kan worden opgelegd. Er wordt met een maximum straf van 200 gulden boete gedreigd. (Wel zal uiteraard, indien de geldboete niet wordt voldaan, vervangende hechtenis ten uitvoer kunnen worden gelegd.) Dit strafmaximum komt overeen met de laatste van de vijf boetecategorieen die in het in 1972 gepubliceerde eiridrapport van de commissie-vermogenstraffen zijn voorgesteld. Door kwalificatie van het feit als overtreding zal het zelfs mogelijk zijn door middel van een transactie (, , schikking") vervolging te voorkomen en zal vermelding in het strafregister achterwege blijven.

De minister wil van het strafbaar te stellen feit geen misdrijf maken, zoals huisvredebreuk wel is, omdat, anders dan bij huisvredebreuk, geen inbreuk wordt gemaakt op de privacy van degene aan wie het huis toebehoort. Men moet het effect van de strafbepaling z.i. niet zozeer zoeken in het opleggen van een zware straf als wel in de mogelijkheid die zij de politie geeft tot optreden om een einde te maken aan een onwettige toestand.

De minister vindt het bedreigen van zware straffen , , noodzakelijk doch wenselijk''. Hij acht de maximum strafmaat voldoende.

, , Zeker bij het vaststellen van strafbepalingen dient de deugd der mati^eid te worden betracht. Dit laatste klemt des te meer, wanneer het, zoals hier, mede kan gaan om gedragingen over de strafwaardi^eid waarvan binnen de bevolking uiteenlopende bestaan", aldus de minister.

Laten we de straf nu rusten en richten we ons op de omschrijving van het strafbare feit.

Is een wonii^ daadwerkelijk in gebruik dan wordt de bewoner beschermd tegen huisvredebreuk door art. 138 Sr. Van huisvredebreuk zal eveneens sprake zijn, indien de rechthebbende de woning slechts in de weekeinden of tijdens de vakanties pleegt te bewonen (het zgn. tweede huis), of indien het pand tijdelijk leeg staat in verband met reparaties die daarin worden uitgevoerd. In het algemeen zal dus gebruik als woning in de zin van artikel 138 kunnen worden aangenomen, wanneer de concrete omstandigheden van het geval erop wijzen, dat het perceel bestemd is voor het gebruik als woning door een of meer bepaalde personen.

Onder , , in gebruik nemen" zal iedere aanwending van het betrokken pand te eigen bate moeten worden verstaan, aldus de Memorie van Toelichting. Daaronder valt zeVer gebruik als wonii^ maar ook het wijzigen van de bestemming. Of het gebruik van korte of lange duur is maakt geen verschil. Als de krakers het verweer zouden voeren dat zij in het gekraakte pand verblijven met goedvinden van een , , afwezige" gastheer, gestelde bepaling op hen van toepassing.

Onder , , rechthebbende'' moet wor - den verstaan: degene die bevoegd is het binnentreden en vertoeven te beletten of te verbieden. Doorgaans zal dit de eigenaar van het leegstaande pand zijn; de vordering zal echter ook kunnen uitgaan van de huurder die het gehuurde goed wenst te betrekken, of een andere rechtmatige houder. Echter niet de gebruiker zelf, want dan zou artikel 138 Sr. van toepassing zijn.

Bij heel de strafbaarstelling van het kraken moet men wel bedenken dat het enkele wederrechtelijke in gebruik nemen nog geen strafbaarheid meebrengt. Pas de weigering om na sommatie van de rechthebbende het pand te ontruimen of te verlaten, maakt de kraker strafbaar.

Naast het voorgestelde artikel 4426 Sr. wordt een aanvulling van het Wetboek van Strafvordering voorgesteld, waarbij de politie met zoveel woorden bevoegd wordt verklaard iedere woning of besloten lokaal te betreden waar redelijkerwijs vermoed kan worden dat een strafbaar feit als omschreven in de ontworpen strafbepaling, is of wordt gepleegd en voorts om personen die wederrechtelijk vertoeven, alsmede alle goederen die daar worden aangetroffen, te verwijderen. Om deze bevoegdheden te kunnen uitoefenen moet de politie vergezeld zijn van de kantonrechter, een commissaris van politie of de burgemeester, dan wel voorzien zijn van een bijzondere schriftelijke last van de procureurgeneraal bij het gerechtshof of van de officier van justitie of van een van zijn hulpofficieren.

Het betreft hier dus een met bijzondere waarborgen omringde regeling, die derogeert aan de algemene regelii^ inzake het binnentreden van woningen die is neergelegd in de artikelen 120-123 Wetboek van Strafvordering.

WEGNEMEN VAN DE WONINGSCHAAESTE

Naast dit wetsontwerp wordt in een ontwerp van de ministers van justitie en volkshuisvesting voorgesteld een aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en Huurwet buiten werking te stellen die op de huur en verhuur van woningen betrekkit^ hebben voorzover het gaat om woonruimte in gebouwen welke aan een gemeente toebehoren en voor afbraak bestemd zijn. Zodoende zou de mogelijkheid geschapen worden dat voor afbraak bestemde panden tijdelijk verhuurd kunnen worden, zonder dat bij het einde van de huur een beroep op de rechter mogelijk is om huurbescherming of verlenging van huurovereenkomst te verkrijgen.

Deze voorstellen zijn bedoeld om één van de oorzaken van het kraken weg te nemen: de woningschaarste. Ofschoon niet ieder zit te wachten op de anti-kraakwetten, is het toch gelukkig dat er nu getracht wordt tegen het kraken iets te ondernemen nu de huidige wetgeving ontoereUcbaar blijkt. Sommigen menen dat de anti-kraakwetten geen recht van bestaan hebben zolang de woningnood niet is opgelost, omdat volgens hen het kraken geschiedt doordat de huiseigenaren geen juist gebruik, n.l. aanwending ter bewoning, van hun huizen maken. Afgezien nog van het feit dat lang niet alle krakers ook maar enigszins gelijke behoefte aan woonruimte hebben, en afgezien van het feit dat niet ieder die werkelijk dringende behoefte aan woonruimte heeft niet in staat is om te kraken of er niet toe kan komen uit motieven die toch altijd nog niet alle eerbiedwaardigheid verloren hebben, is het toch dringend gewenst dat men een eind tracht te maken aan , , dergelijke incidentele deelsocialisatietje" zoals prof. Langemeier het in het Nederlandse Juristenblad van 19 mei j.l. noemde. Het eigendomsrecht is nog altijd één van de pijlers waarop de vermogensrechtelijke verhoudingen onder ons berusten. Men heeft hiertegen wel aangevoerd dat misbruik van eigendom nooit goedgekeurd mag worden. Dat is natuurlijk waar, maar de grote vraag is wanneer er van duidelijk misbruik gesproken mag worden. Er komt inderdaad misbruik voor, dat dan ook nog niet zelden door allerlei overheidsmaatregelen indirect bevorderd wordt.

Maar het enkele leeg laten staan van een huis gedurende zekere periode kan als zodanig toch nog niet als misbruik van eigendom gebrandmerkt worden.

Huizen kunnen immers, behalve dat ze de functie hebben bewoond te worden, ook nog voorwerp van handel zijn of van huurprijsvorming of ten doel hebben te worden afgebroken wegens ouderdom dan wel om plaats te maken voor andere bouwwerken of slechts om ruimte te winnen.

Naar onze mening is het kraken een vorm van usurpatie, die een ernstige aantasting van de rechtsorde vormt. Om die reden zouden wij het strafbaar stellen van kraken ook in het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht geregeld willen zien als misdrijf, zodat ook een aanzienlijk hoger strafmaximum mogelijk wordt. De kans lijkt niet denkbeeldig dat van de voorgestelde lage geldboete onvoldoende preventieve werking uitgaat. En dit element van de preventie moet juist des te zwaarder wegen nu het nogal eens schijnt voor te komen dat aan gekraakte panden aanzienke schade wordt toegebracht en de krakers geen mogelijkheid tot verhaal bieden, ook al zouden zij langs de weg van een civiele procedure aansprakelijk kunnen worden gesteld.

De conslusie is dat de anti-kraakwetten een stap in de goede richting zijn, maar dat het zeer de vraag is of ze ver genoeg gaan om het euvel zoveel mogelijk terug te dringen.

Mr. G. Holdijk

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 augustus 1973

De Banier | 8 Pagina's

Anti-kraakwetten (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 augustus 1973

De Banier | 8 Pagina's