Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sportmanifestatie op zondag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sportmanifestatie op zondag

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is al enige tijd geleden dat ds. Abma vragen stelde over de route door Delft van de Tour de France op zondag. De Tour is inmiddels verreden en de zondag is daarbij niet ontzien. De vragen en antwoorden houden zich bezig met de uitl^ van de Zondagswet; reden waarom we alsnog vraag en antwoord zullen plaatsen.

1. Heeft de Minister kennis genomen van vragen d.d. 12 mei jl. gesteld aan het college van burgemeester en wethouders van Delft en door dit college beantwoord op 25 mei 1973 inzake de route door Delft van de Tour de France op zondig 1 juli aanstaande?

2. Is het beroep onder c van bovenbedoeld antwoord op artikel 4 lid 3 van de Zondagswet juist?

3. Valt de sportmanifestatie, die hier in geding is, onder het begrip openbare vermakelijkheid inde zin van artikel 4 van genoemde wet?

4. Is het, indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, daarmee dan niet strijdig dat volgens artikel 5 lid 1 een optocht wel onder strii^ent verbod valt van vóór 13 uur waarbij volgens artikel 5 lid 2 aspecten gelden - namelijk beletselen voor de viering van de zondag en verstoring van de openbare rust op zond£^ - die veel wijder strekken dan het veroorzaken van hinderlijk gerucht volgens artikel 3 van de Zondagswet, waarop in hun antwoord burgemeester en wethouders zich sub d beroepen?

5. Is het volgens artikel 2 lid 2 van de Zondagswet niet veeleer de plicht van de burgemeester maatregelen te nemen om hinderlijk gerucht in de nabijheid van kerken te voorkomen behoudens wat onvermijdelijk is met de eisen van verkeer, waartoe de Tour bezwaarlijk kan gerekend worden?

6. Is het niet juist volgens artikel 3 lid 1 van de Zondagswet geboden, manifestaties te verbieden waanran redelijkerwijs verwacht kan worden dat ze zonder strikte noodzaak gerucht verwekken, waarvoor bovendien vóór 13 uur geen. ontheffingsmogelijkheid bestaat?

7. Is de Minister bereid, indien hij het gevoelen van burgemeester en wethouders van Delft in genoemd antwoord niet deelt, dit het collie onder het oog te brengen, opdat burgemeester en wethouders maatregelen treffen, waartoe zij volgens de wet geroepen zijn?

TOELICHTING

Het tegengaan van ontheiliging van Gods dag is één van de gewichtigste taken van de Overheid. De Zondagswet biedt daartoe onvoldoende middelen. Daarom is het stellig nodig dat in elk geval deze wet loyaal wordt uitgevoerd. De in de vragen geciteerde onderdelen van het antwoord van burgemeester en wethouders van Delft luiden als volgt:

c. De Zondagswet geeft de burgemeester de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het verbod op zondag vóór 13 uur openbare vermakelijkheden te houden. Van strijd met de Zondagswet is daarom geen sprake.

d. De voorwaarden, welke aan de verleende ontheffing zijn verbonden, beogen te voorkomen, dat in de nabijheid van kerken of andere gebouwen, voor de openbare eredienst in gebruik, meer voor de godsdienstoef enii^en hinderlijk gerucht wordt veroorzaakt dan met het oog op de eisen "ran het verkeer redelijkerwijs onvermijdelijk is.

Met name is het op de gedeelten van de route, waaraan kerken zijn gelden, verboden door middel van een geluidsinstallatie muziek ten gehore te brengen of mededelii^en te doen. Aan kerkgangers zal bij begin en einde van de diensten zoveel mogelijk ongehinderd doorgang worden verleend. Met de besturen van de in de vraag bedoelde kerken is geen overleg gepleegd.

ANTWOORD van Minister DeGaay Fortman (Binnenlandse Zaken).

1. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord.

2. en 3. Naar mijn mening is het niet onjuist de Tour de France aan te merken als een openbare vermakelijkheid in de zin van artikel 4 van de Zondagswet. Dit is ook opvattir^ van het gemeentebestuur van Delft en van andere betrokken gemeentebesturen. Het uiteindelijke oordeel over dit punt is intussen aan de rechter voorbehouden.

4. In artikel 5, eerste lid, van de Zondagswet is een algemeen verbod neergelegd voor het houden van manifestaties als optochten vóór 13.00 uur. Gezien het tweede lid van genoemd artikel is dit geschied met het oog op de belangen van degenen, die de zondag vieren, en van de openbare rust op zondag. Artikel 4 van de Zondagswet houdt een ander regiem in ten aanzien van openbare vermakelijkheden. Het eerste lid van deze be-paling houdt ook een algemeen verbod in voor bedoelde vermakelijkheden vóór 13.00 uur. In het derde lid echter wordt - zulks in tegenstelling tot de regeling van artikel 5 - de mogelijkheid geopend dat de burgemeester van dit verbod ontheffing verleent. De wetgever heeft derhalve in de handen van de burgemeester de bevoegdheid gelegd om het houden van openbare vermakelijkheden op zondag al naar gelang de plaatselijke opvattingen en omstandi^eden al dan niet toe te staan. Volledigheidshalve merk ik nog op dat bij de in het onderhavige geval aan de ontheffir^ ingevolge artikel 4 lid 3, verbonden voorwaarden het bepaalde in artikel 3 van de Zondagswet geen rol lijkt te hebben gespeeld. Het antwoord van burgemeester en wethouders van Delft onder d heeft veeleer de belangen, omschreven in artikel 2 van de Zondagswet, op het oog.

5. De in de tweede lid van artikel 2 opgenomen plicht en bevoegdheden van de burgemeester gelden uitsluitend ten aanzien van gerucht veroorzaakt door verkeer. Verwezen moge worden naar hetgeen hieromtrtnt in de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer over het ontwerp-Zondagswet is gez^d: , , Met betrekking tot gerucht anders dan verkeersgerucht geldt het eerste lid van artikel 2. Het zou te ver gaan de in het tweede lid bedoelde bevoegdheid van de burgemeester ook daarvoor te doen gelden". k o a 7 w a

6. Artikel 3, eerste lid, van de Zondagswet brengt niet met zich mee dat de burgemeester gehouden is de ontheffing bedoeld in artikel 4, derde lid, voor een openbare vermakelijkheid te weigeren op grond van het feit dat overtreding van eerstgenoemde bepaling zich zou kunnen voordoen. Wel kan de burgemeester dit in zijn overwegingen bij de beslissing op een aanvrage om een dergelijke ontheffing betrekken en deze ontheffing weigeren of onder voorwaarden verlenen, indien bij hem ernstig vermoeden bestaat, dat overtredir^ van het bepaalde in artikel 3 zal plaatsvinden.

7. In verband met het vorenstaande wordt deze vraag ontkennend beantwoord.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1973

De Banier | 8 Pagina's

Sportmanifestatie op zondag

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1973

De Banier | 8 Pagina's