De wenende Hanna

MEDITATIE

Door ds. G. A. Zijderveld. Middelburg.

Zij dan van ziel bitterlijk bedroefd zijnde zo bad zij tot de Heere en zij weende zeer.

Op het gebergte van Efraim woonde een godvrezende vrouw, haar naam was Hanna. Deze vrouw was getrouwd met Elkana, een Efrathiet uit de stam van Levi. De man van Hanna was één van de \veinige

getrouwen onder Israël. Hij leefde naar Gods geboden en daarom ging hij steeds naar Silo, waar de tabernakel der Heer en was. Deze man was een loffelijk voorbeeld voor allen, die op het gebergte van Efraim woonden. Het opgaan naar het huis des Heer en, naar Silo was voor de oprechte Israëliet een feest.

Elkana was getrouw en zo bezocht hij met zijn gezin de voorhoven des Heeren. Hanna, de godvrezende vrouw van Elkana, was daarover zeer verblijd. Het was voor haar tot blijdschap des harten als ze mat het volk des Heeren mocht samenkomen in Silo. Wie weet hoeveel aangename ontmoetingen ze daar heeft gehad met anderen van Gods kinderen.

Het was haar lust en leven om met anderen van Gods gunstgenoten te spreken over het leven der genade.

Dat kan de vorst der duisternis niet verdragen. Hij werkt in het hart van anderen om Hanna smart aan te doen. Hij gebruikt allerlei middelen om het zieleleven van Hanna te verwoesten. Dat doet de duivel altijd. Wanneer we een kind des Heeren zijn moeten we erop rekenen, dat de vorst der duisternis alles in het werk stelt om ons verdriet te berokkenen.

Ziet het in het leven van de godvrezende Hanna. De duivel spant zijn kracht in om deze vrouw het leven bitter te maken. Wie is het die als een speelbal in de hand van satan gebruikt wordt om Hanna verdriet aan te doen?

Dat is Peninna, de andere vrouw van Elkana.

Hoe? Heeft Elkana dan twee vrouwen getrouwd?

Ja, deze man overtrad Gods wet door twee vrouwen te trouwen. Peninna kan de godvrezende Hanna niet verdragen Wat is daarvan de oorzaak? Wel, omdat ze 't aanvoelt dat Elkana Hanna zeer liefhadenzoals ze dacht - meer dan haar. Ongetwijfeld heeft dit kwaad bloed bij haar gezet, dat was voor haar een doorn in het oog. Ze wil zelf de eerste plaats hebben in het hart van Elkana.

Toch ligt de werkelijke oorzaak van haar afgunst en jaloezie veel dieper. Peninna kan Hanna niet uitstaan omdat de vreze Gods in het hart van Hanna leeft. Dat is het wat ze niet kan verdragen, dit stuit haar tegen de borst. Haar vijandschap en haat richten zich tegen het leven der genade in de ziel van Hanna. Wat doet Peninna om Hanna het leven bitter te maken? Ze zoekt naar een middel om Hanna diep in haar ziel te krenken. En ze weet waai-ze haar het felst mee kan treffen.

Peninna had zonen en dochteren, maar Hanna had geen kinderen. Onder Israël was het een grote schande als een vrouw geen kinderen had. Dit was het grootste kruis dat een vrouw kon treffen.

In onze moderne tijd is het precies andersom. Het bezit van, kinderen wordt door velen als een last beschouwd. Doch God zegt ons in Zijn Woord: , , Kinderen zijn een erfdeel des Heeren.

Wat deed de goddeloze Pennina?

Wanneer Elkana niet thuis was plaagde ze Hanna, ja, ze tergde haar omdat ze geen kinderen had. Ze liet haar op harteloze sarcastische wijze voelen wat ze miste. Het was niet alleen een scherp woord. neen, het was plagen, tergen, het was duivels vemijn. Ze liet geen gelegenheid voorbijgaan om Hanna tot in het diepste van haar ziel te grieven. Wat was het doel van Peninna? Ze wilde Hanna weg hebben, ze zocht haar ondergang.

Wat deed Hanna toen Peninna tergde met allerlei dingen? Ging ze in tegen de beledigingen die Peninna haar in het aangezicht wierp? Betaalde ze haar terug met gelijke munt? Neen, dat deed Hanna niet. Ze zweeg tegenover al de beledigingen en tergingen van haar wederpartijster. Ze ontving genade om te zwijgen en ze mocht haar twistzaiak in Gods hand overgeven.

Wat doen wij van nature? Ons eigen recht zoeken en onszelf verdedigen.

Hanna was een kind des Heeren, dat komt duidelijk openbaar in haar handel en wandel. Ze mocht de lijdzaamheid der heiligen beoefenen en wachten op het heil des Heeren. Ze beleefde het voor haar ziel: , , Wreekt uzelf niet, beminden, maar geeft de toorn plaats, want er is geschreven: , , Mij komt de wrake toe, ik zal het vergelden, spreekt de Heere".

Wat deed Christus toen Hij gescholden werd?

Hij gaf het over aan Hem Die rechtvaardig oordeelt. Wat moeten we doen als de mensen ons vals beschuldigen en ons tergen? Ons verdedigen tegen de leugens en valse lasteringen?

(slot volgt)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen