Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerst en Nieuwjaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerst en Nieuwjaar

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

door H. G. Abma

Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken. Ex. 33: 15.

En het woord is vlees geworden. .. Joh. 1:14.

Tussen eerste Kerstdag en Nieuwjaarsdag ligt precies een week. De beide dagen geven inhoud aan de gedachten die ons vervullen gedurende de periode, die wel eens de, , tiendaagse" geheten wordt. Eén van de hoogtepunten van het kerkelijk jaar èn in de onmiddellijke nabijheid het einde en het begin van het burgerlijk jaar. Hoe krachtig en fors dringt het zich aan ons op, dat christenen in de kerk met die kerk nog midden in deze wereld en deze tegenwoordige tijd vertoeven. Het gaat over Kerst en Nieuwjaar in deze overdenkiig.

Mozes beleefde een top. Op de Sinai ontmoette hij de HEERE. Na verrukkingen volgen dikwijls onbegrijpelijke diepten. Het volk had hetmiddelerwijl verdorven, het volk gaf de voorkeur aan een gouden kalf boven de God des levens, die Zich vol heerlijkheid aan Mozes had geopenbaard. Het lijkt er volledig op, dat de HEERE Zich zoveel mogelijk van het volk wil terugtrekken. Een engel kan het volk mee krijgen, doch daarmee is het afgelopen. Mozes evenwel moet wel met het volk verder optrekken. Daar ziet Mozes tegenop, meer dan als tegen een berg. In Exodus 33 lezen wij Mozes' gebedsworsteling om het medegaan van 's HEEREN aangezicht Met aangezicht wordt bedoeld het zichtbaar teken van Gods genadige tegenwoordigheid, de openbaring van Zijn Wezen voorzover het Hem behaagt Zichzelf kenbaar te maken. Mozes ziet er niets in om verder te trekken door de barre woestijn, indien Gods aangezicht niet medegaat.

De HEERE, zoals Hij gaarne doet bij Zijn kinderen, lokt de bede, die niet loslaat, uit bij Mozes. Immers Hij vraagt: Zou Mijn aangezicht moeten meegaan om u gerust te stellen? O zeker, ja stellig, dringt Mozes aan, omdat hij plots zoveel ruimte voelt om zich heen, en zoveel vaste grond onder de voeten: Indien Uw aangezicht niet medegaat kunt Gij ons hier evengoed laten. Het nieuwe jaar is inmiddels weer aangebroken. Indien het voor ons is we^elegd, dat wij de route tot het einde mogen lopen zijn het min enkele, die reeds gepasseerd zijn, driehondervijfenzestig mijlpaaltjes die wij moeten voorbijgaan. Een lange weg en een barre woestijn veelal. Gaat u nog steeds alleen? In elk geval zonder God? Mag ik dat niet eens een keer vragen? Durft u het zo alleen? Het is de hoogste tijd dat u eindelijk eens weet waar u aan toe is en dat er duidelijkheid komt. Het is ten zeerste onverantwoord om er maar weer op los te gaan. Jacobs klemmende greep en Mozes' dringende bede zouden ons passen bij de intrede van het nieuwe jaar: Indien Uw aangezicht niet medegaat....! Moet Ik dan Zelf meegaan, vraagt de HEERE.

Ongedacht hoogstwaarschijnlijk en zeer verrassend krijgt die bede bij de intrede van het nieuwe jaar een geweldige instroming vanuit de Fontein, die opsprong in de nacht van Christus' geboorte. Ieder evangelie vertolkt op eiger wijze de blijmare. Johannes zegt: Het Woord is vlees geworden. Over die vijf woorden valt onnoemelijk veel te verklaren. Boeken kunnen wij daarover vol schrijven. Ik beperk mij tot een enkele gedachte, een enkele van velen doch geenszins de geringste. Over het vlees wil ik slechts kort zijn. Van het vlees kunnen wij vaststellen dat het trouweloos is afgeweken. Het vlees is voorts vastbesloten om zich nimmer aan God te onderwerpen. Het vlees wil dit niet en, zou het willen, het kan dit niet. Tenslotte frustreert het vlees dermate, dat zelfs de wet met beste bedoelir^en niet bij machte is de mens te verlossen. Nooit al zijn leven.

Over het Woord eveneens enkele fundamentele opmerkingen. Het Woord is volgens dit Evangelie: God bij God. Want het Woord was bij God en was God, dus God bij God. Dat wijst op onderscheiding en op zeer nauwe eenheid. Het Woord is de Tweede Persoon van de Drieeenheid, door Wien alle dingen gemaakt zijn. De Verzoeker in het paradijs heeft allermeest de aanval gericht op het Woord. Want Hij zei: Is het ook dat God gezegd heeft? Als wij het hebben over „gezegd" denken wij aan het Woord des Vaders. Wij mogen gevoegelijk denken dat het Woord stellig niet het minst beledigd is door de brute ongehoorzaamheid en door de zondeval in het paradijs. Het Woord zal Zich minstens afzijdig houden, wanneer pogingen tot verlossing worden be­ raamd en ondernomen, vermoeden wij althans.

Wij kunnen ons levendig indenken, dat het Woord dat God bij God is vraagt: Zou De eraan te pas moeten komen om u te verlossen? Moet Ik daar Zelf bij komen? Ja, wanneer u beseft hoe gespannen de toestand is tussen Woord en vlees, moet het eeuwig verbazen dat nu juist uitgerekend het Woord vlees is geworden en dat dit Woord onder ons wilde wonen, opdat wederhorig kroost altijd bij Hem zou wonen. Onpeilbaar wonder, mateloze diepte van wijsheid en ontferming. Om nooit te vergeten: Het Woord is vlees geworden. Dat kan nooitongedaaxi gemaakt worden. Vlees geworden om te doen en te lijden wat vlees nooit zou kunnen en willen doen en lijden. Het kind boven in bed blijft maar roepen. Moeder roept van alles onder aan de trap. Tenslotte zegt moeder: Moet ik dan zelf boven bij je komen? Eerder kan het kind niet gerust zijn. Moeder zelf moet komen. Het Woord komt Zelf, komt er aan te pas. Is het Woord niet het Aangezicht Gods dat medegaat door nood en dood, door hel en graf? Zalig wie leert worstelen om het medegaan van dit Aangezicht Gods.

, , Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is D^ene, Die in onze harten geschenen heeft om te geven verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus" (2 Cor. 4:6).

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 1974

De Banier | 8 Pagina's

Kerst en Nieuwjaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 1974

De Banier | 8 Pagina's