Vermaning tot hemelsgezindheid

door ds. Chr. van Dam

Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen die boven zijnwaar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven, niet die op aarde zijn.

Col. 3:1/2.

Met Christus opgewekten, dat zijn Gods kinderen, die uit het graf der zonden opgewekt zijn tot een nieuw geestelijk leven. Dat zijn mensen met een staatsverwisseling, zij zijn uit de doodstaat opgehaald door een inwendige en krachtroeping door Woord en Geest en overgezet in den staat des geestelijken levens. Uit dodelijke onmacht ten goede gebracht tot besef van een verloren staat en toestand, en uit ongerechtigheid gebracht tot tederheid en vernedering en boetvaardigheid des harten. Zij zijn uit dodelijke lijdelijkheid gebracht tot levendige werkzaamheid aan de troon der genade. Indien gij dan met Christus zegt Paulus tot de Colossen, het vereist een zeer nauwkeurig zelfonderzoek. Wij dragen allemaal een bedrieglijk hart om. De verleidingen des satans zijn ondoorgrondelijk. Alle verandering is geen vernieuwing. Er is zoveel namaak als tijdgeloof met en door algemene overtuigingen. Het zal moeten blij ken uit de vruchten of men met Christus opgewekt mag zijn, en welke vruchten zijn dat zal mogelijk iemand denken. Zij zijn te lezenGal.5:22: „Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid". Die met Christus opgewekt zijn hebben die zo heerlijke vruchten, de een meer, de ander minder. Ook in een en het zelfde kind Gods zijn er vruchtbare en onvruchtbare tijden. De trekkende liefde Gods uitgestort die levend maakt, geeft wederliefde tot God en Zijn dienst en Zijn Woord en inzettingen en Zijn volk, met naastenliefde, zodat men de naaste ook de za- Hgheid Gods van harte gunt. Liefde Gods maakt zoekende, die om God verlegen zijn, en doet zoeken de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zjjn. Een zuiver Godsgemis vloeit uit de vereniging met Christus gewerkt door Woord en Geest.

Dat gemis doet de ziel afzien van alle eigengerechtigheid. Ook gaat die gepaard met blijdschap, de dienst des Heeren is een zalige liefde dienst. Zij geeft bij ogenblikken een vrede die alle verstand te boven gaat. De ongedode natuur baart hoogmoed, eigenliefde, ook na ontvangen genade zit de mens er helaas veeltijds zelf tussen, met een dingen naar eer van mensen, het wat willen wezen voor God en mensen, dat maakt de strijd uit tussen vlees en geest. Ook aardsgezindheid is het gevolg van een veraf leven van de Heere. Dan wil men blijven leven op aarde en heeft men grote en neerdrukkende angst voor de dood. Ook de wettische dienstbaarheidbehaagt de Heere niet, zij gaat gepaard met harde gedachten van de Heere, zij staat tegenover de zachtmoedigheid die genoemd is als een vrucht des Geestes, en het zoeken van de dingen die boven zijn, en dat in een leven bij de hemelse dingen en de oefeningen van de heiligmaking, die niet zijn te bereiken in eigen kracht, maar alleen in het geloofsgezicht op de heiligheid Gods, die de zonde haat en straft ook in Zijn gunstgenoten, en zonder heiligmaking zal niemand de Heere zien. De rechtvaardigheid Gods in Christus en door Hem verheerlijkt tot rechtmaking van al wat krom is in het leven van Gods kinderen en tot hun rechtvaardigmaking dat is de vergeving van al hun zonden en het geheiligd recht in Christus op het eeuwige leven. Het bedenken van de Majesteit Gods baart diepe vernedering, baart zelfs een walging van zichzelf als de Heere Zelf in de ziel aan het woord is, en de genade Gods ervarende, gaat gepaard met verwondering en aanbidding en een levende betrekking op het eeuwige leven, om Hem eeuwig zonder smet of rimpel te loven en te verheerlijken. En wie kan bevatten de liefde Gods, waarvan de apostel Johannes uitroept in za- Uge verwondering 1 Joh. 3:1: „Ziet, hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft, namelijk dat wij kinderen Gods zouden genaamd worden. Daarom kent ons de wereld niet, omdat zij Hem niet kent. Als Hij iets van die Hefde uitstort in het hart door Woord en Geest,

dan ontstaat er wederliefde tot God, enZijnWoordenZijndiensten Zijn volk. Bij de dingen die boven zijn behoort allereerst de Zone Gods, de verhoogde en verheerlijkte Middelaar der mensen. Die gezeten is aan de rechterhand des Vaders in de hoogste hemelen. Hij, Die Zijn volk van de aarde gekocht heeft met de dure prijs van Zij n dierbaar Bloed is waardig geliefd, gedankt en aangebeden te worden van al de Zijnen, de kleinenmet de groten. Hoe moesten dageUjks de liefdeuitgangen voor en tot Hem uitgaan, als wij geloven mogen dat Hij ook voor ons gestorven en opgewekt is. Maar bij de dingen, die boven zijn gedenken wij ook aan degenen, die in den Heere ontslapen zijn, en die wij als kinderen Gods gekend hebben, die nu alles te boven zijn en innige liefde en gemeenschap der heiligen. Waar twist en wrok verdwenen is en alles door de vrede bloeit. Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, indien gij dan tot het volk van God behoort, zoekt dan toch de dingen die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods. Laat ons de aarde en de wereld maar loslaten.

Niet steunen op onze krachten, zowel in het natuurlijk als in het godsdienstig, want eigen krachten te verachten, wordt in Jezus' school geleerd. Onze wijsheid vergaat en is enkel ijdelheid, ook al behoren we tot Gods volk dat een verlicht verstand heeft. De Heere heeft een dwaas en onwijs volk, in zichzelf aangemerkt. Onze godsdienst is meest vormdienst en toch zo besmet met eigengerechtigheid, 't Is 'n groot wonder als er nog wezenlijk kontakt met de Heere wezen mag. Wij willen maar zo graag wat wezen of worden voor God en voor de mensen en dat is toch niet anders dan dwaze eigenliefde en zelfbehagen. De zelfbedoeling blijkt uit alles, de eigenliefde kruipt overal in. Er zijn zoveel leunsels en steunsels buiten Christus in het gestaltenlijk genadeleven. Ook is er veel kansberekening op de zaligheid dat niet uit het zaligmakende geloof voortkomt, maar uit gemoedelijkheid en begeerlijkheid. Indien dan de godzalige nauwelijks zalig wordt, waar zal dan de goddeloze en zondaar verschijnen?

Arme verloren medemensen die met alle ijdele verwachtingen geen andere toekomst hebt dan het eeuwig verderf, hoe diep zijt gij toch te beklagen, al zoüdt gij rijk en aanzienüjk en prachtig in de wereld leven.

Alles zal u bij het naderen van de dood ontvallen terwijl het armste en geringste kind van God, de erfgenaam Gods is en de medeerfgenaam van Christus. Laten de zulken leven bij de dingen, die boven, niet die op de aarde zijn en laten zij de liefdevolle raadgeving van de Apostel Paulus aan de Colossensen te harte nemen, want het is niét maar een gewoon menselijk woord, maar het is een raadgeving des Heeren aan Zijn van eeuwigheid beminde bruidsgemeente door den Heilige Geest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen