SUBSIDIËRING VAN DE STICHTING KULTUREEL SENTRUM TE RIDDERKERK

door Ds. Abma

1. Heeft de Staatssecretaris kennis genomen van de beslissing van de raad van de gemeente Ridderkerk d.d. 16 juni 1975 om geen subsidie meer te verlenen aan de Stichting Kultureel Sentrum Ridderkerk?

2. Wil de Staatssecretaris meedelen of de onder 1 genoemde stichting nog steeds subsidie van het Ministerie van CRM ontvangt?

3. Ligt het in het voornemen van de Staatssecretaris bedoelde stichting te blijven subsidiëren?

4. Indien voorgaande vragen bevestigend worden beantwoord, acht de Staatssecretaris het dan getuigen van behoorlijk bestuur subsidie te blijven verlenen, nu de lagere overheid - de raad van de gemeente Ridderkerk - blijkens haar beslissing van 16 juni 1975 - ernstige ' bezwaren heeft tegen het beleid van de in vraag 1 genoemde stichting?

ANTWOORD

Antwoord van Staatssecretaris Meijer (Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) 1.

Ja, de stichting heeft mij op 3 juli 1975 hiervan in kennis gesteld. 2 en 3.

Op 27 augustus 1975 heb ik de stichting laten weten dat de subsidiëring van rijkswege in ieder geval zal worden gecontinueerd tot 31 december 1975. Tevens heb ik toen medegedeeld dat, indien de gemeenteraad zijn beslissing handhaaft, ik mij genoodzaakt zie de subsidiëring per die datum te beëindigen.

Dit laatste houdt verband met het feit dat de instelling niet meer aannemelijk zal kunnen maken, dat, met inbegrip van het rijkssubsidie, de exploitatie sluitend zal zijn (artikel 7, sub e van de rijkssubsidieregeling Jeugd-en Jongerenwerk).

4. Niet van toepassing.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen