MEDITATIE

door ds G. Blom te Meerkerk

En de mannen zijner stad, die oudsten en die edelen, die in zijn stad woonden, deden gelijk als Izebel tot hen gezonden had; gelijk als geschreven was in de brieven, die zij tot hen gezonden had.

Zij riepen een vasten uit; en zij zetten Naboth in de hoogste plaats des volks. Toen kwamen de twee mannen, zonenBelials, en zetten zich tegenover hem; en de mannen Belials getuigden tegen hem, tegen Naboth, voor het volk, zeggende: Naboth heeft God en de koning gezegend. En zij voerden hem buiten de stad, en stenigden hem met stenen, dat hij stierf. 1 Koningen 21: 11-13.

De brieven van Izebel komen op hun bestemming. Alle aanzienlijken krijgen een opdracht. Voor het oog is het een bevel van Achab. Zijn zegel is het kenmerk. Maar in werkelijkheid gaat het om een bevel van Izebel. Izebel verbergt zich wel achter Achab, maar de Heere laat het duidelijk in Zijn woord uitkomen, dat we hier te maken heblaen met brieven van Izebel. En de aanzienlijken weten dat ook wel, want als straks naar het bevel gehandeld is, sturen ze niet een bericht naar Achab, maar naar Izebel.

Achter Izebel staat de duivelse haat van de vorst der duisternis, die hier een middel vindt om het werk des Heeren tegen te staan. En de mannen van Jizreël moeten weten, welke geest deze heidense koningin bezielt. Zij als Israëlieten hadden terstond partij moeten kiezen tegen Izebel en voor Naboth, wetende dat Naboth zich niet kon hebben schuldig gemaakt aan het misdrijf, waarvan hij moet worden beschuldigd.

Maar zij worden geleid door dezelfde geest als de goddeloze vorstin. Zij staan aan haar zijde. Zij hebben Naboth, de godvrezende Naboth, in hun midden, maar ze gevoelen zich niet aan hem verbonden. Integendeel. Als ze de brieven lezen dan is er onderling over - eenstemming. Dan vinden allen, onuitgesproken mogelijk, een gunstige gelegenheid om Naboth uit de weg te ruimen. Ze zullen er wel voor zorgen, dat alles formeel in orde is. Dan kunnen ze uitgaan met een vrij geweten. Ja, zo listig is de duivel om zijn volgelingen in te fluisteren, dat alles volgens het recht geschiedt. Zo was het in de dagen van de Heere Jezus. Zo is het alle eeuwen door geweest. En ook in onze dagen gaat het zo. Eerst komt er een wet, wordt er een maatregel afgekondigd en dan komt de uitvoering. Of daarmee in wezen het recht gekrenkt wordt, of daarmee in strijd gehandeld wordt met Gods Woord, doet niet ter zake. En nog minder, dat het oogmerk helemaal verkeerd is en ten doel heeft op een verborgen wijze het recht Gods te krenken en Zijn werk te bestrijden. Denk aan de maatregelen ook in onze dagen tot afbreuk van de zondagsrust, de tolerantiegeest op het gebied van abortus enz.

Al spoedig weet heel Jizreël wat er staat te gebeuren. Nauwgezet houden de aanzienlijken zich aan het bevel van Izebel. Ze roepen een vastendag uit, alsof er verootmoediging moet zijn voor het aangezicht des Heeren. Naboth hoort ook bij de genodigden ter samenkomst. Wat hij niet kon verwachten gebeurt: hij wordt eenparig aangewezen om deze dag de leiding te nemen. Hij was een godvrezend man. Wie kon beter dan hij de leiding hebben in een samenkomst waarbij op de voorgrond stond de veroot­ moediging voor de Heere! Voor het oog nemen alle anderen een bescheiden plaats in. Ze doen alsof ze van harte menen, dat aan Naboth deze plaats toekomt.

Het is echter alles bedrog. Want in het geheim zijn er een paar nietswaardige mensen, die geen beste naam hadden, in de arm genomen en wellicht omgekocht om instrumenten te zijn van de aanzienlijken en van Izebel en nog meer van de duivel om als aanklagers van Naboth te dienen. Deze goddeloze mensen komen ook ter vergadering. Ze weten wat ze hebben te doen. Ze nemen hun plaats in juist tegenover Naboth. Beter plaats is niet denkbaar. Straks zullen ze Naboth beschuldigen en dat moet een geweldige indruk maken op al het volk.

Het is alsof we heengewezen worden naar de tijd van Christus op aarde. De vijandschap barstte los. Het einde was gevangenneming, valse beschuldigingen, veroordeling tot de dood wegens godslastering. En ten slotte werd Hij gekruisigd tussen misdadigers. Om in die weg de Zijnen te verlossen.

Naboth is onschuldig. Hij vreest de Heere. Hij kon de erve zijner vaderen niet aan Achab afstaan. Hij had vrede met zijn weigering. Hij kon en wilde niet anders.

Opeens breekt de vijandschap los en komen de misdadigers met hun beschuldiging voor de dag. Alles past precies in het geheel. Het is een vastendag. Er moet verootmoediging komen. Er is een ban in de stad. Die moet worden gedood. Die ban is Naboth. De getuigen staan op en wijzen op Naboth, de voorzitter van de vergadering en ten aanhore van allen roepen ze het uit: Naboth heeft God en de koning gezegend, dwz gevloekt.

Er zijn twee getuigen. Naar hun betrouwbaarheid wordt niet gevraagd. Het is genoeg, dat hun getuigenis gelijkluidend is. Dat Naboth bekend stond als een godvruchtig man komt niet in aanmerking. Opeens wordt Naboth gebrandmerkt als een misdadiger, die de ergste zonden begaan heeft. Hij heeft zich vergrepen aan het gezag van de Heere Zelf en van de koning, die in Zijn naam het volk regeert.

Er is niemand die het voor Naboth opneemt. Hij verdedigt zichzelf niet, hoewel hij weet onschuldig te zijn. Het vonnis wordt uitgesproken, geheel in overeenstemming met de wet: hij moet gestenigd worden.

De misdaad heerst. In Jezus dagen nog meer. De eeuwen door wordt dit herhaald. De Heere laat het alles toe. Dat is ook naar Zijn Woord.

Naboth wordt onteerd. Hij wordt gegrepen en uit het midden weggesleurd. Er is voor hem geen plaats meer in de vergadering, geen plaats meer onder het volk. Het vonnis wordt uitgevoerd. De getuigen werpen de eerste stenen. Er is geen bezinning. Het volk neemt ook stenen op. Naboth sterft de dood des oprechten.

Laat de Heere dat alles toe? Ja, Gods Woord is er vol van. En de geschiedenis tot vandaag aan de dag toe. Naboth is een van de velen, die het leven hebben moeten laten om het getuigenis des Heeren. Voor Naboth niet erg. Evenmin voor hen, die op deze wijze heengegaan zijn of nog zullen heengaan. De Heere neemt door de dood op in Zijn heerlijkheid.

Vreselijk voor Achab en Izebel en Jizreël en alle vijanden, ook van onze dagen, die zich laten gebruiken als dienaren van satan. Straks komt de dag der wrake.

Hoe is het met ons?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen