Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BELEIDSDEBAT BUITENLANDSE ZAKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BELEIDSDEBAT BUITENLANDSE ZAKEN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eerste Kamer

door de heer Meuleman

OST-WEST

Wij hebben uit de kranten kunnen lezen, dat onze Minister van Buitenlandse Zaken bezorgd is over de harde stellingname, die de Oostbloklanden de laatste tijd jegens het Westen innemen.

De nadruk van de Hongaarse autoriteiten op voortzetting van de ideologische strijd tussen Oost en West heeft hem zoals hij zei: een stuk pessimistischer doen terugkeren van zijn driedaags officieel bezoek aan Boedapest.

Dit is geen bemoedigende taal. Moeten wij hieruit afleiden, dat de stemmen, die ook in Nederland een samenwerking bepleiten tussen Socialisten en Communisten, een gevaarlijke ontwikkeling kan zijn? Bewijst dit ook niet de praktijk in de door de Communisten bezette landen? Is het teveel gezegd, als wij het Communisme als een bedreiging gaan aanduiden, vooral het anti-christelijk karakter van het Communisme?

Heeft de minister bij dit bezoek ook de mogelijkheid gehad om zich op de hoogte te laten stellen hoeveel politieke gevangenen er in de gevangenis of arbeiderskampen zaten? Hoe staat het in de Oostbloklanden met de rechten en vrijheden van de mens, en dan wel in het bijzonder met de Godsdienstvrijheden? Kan de minister hierover nadere inlichtingen geven en mededelingen aan de Kamer doen?

MIDDEN-OOSTEN

Bij al de spanningen, die er overal ter wereld zijn blijven ook die in het Midden-Oosten bestaan; ook al mag het Sinai-akkoord mogelijk enige ontspanning geven. Vrede is er allerminst, gelet op de steeds weer toenemende moeilijkheden op de westelijke Jordaanoever en de dreigende gevaren tussen Israël en de Palestijnen.

Al is dan het Palestijnse plan om Israël uit de Verenigde Naties te stoien niet gelukt, steeds wordt de positie van Israël moeilijker, met als dieptepunt de aanvaarding van de resolutie door de Verenigde Naties, waarin het Zionisme een vorm van Racisme wordt genoemd. Teleurstellend, maar ook schandelijk, zo'n uitspraak.

Het is dan ook daarom, dat wij een dringend beroep doen op de regering, en vooral op de minister van Buitenlandse Zaken, om zich in te zetten voor veilige en verdedigbare grenzen van Israël, opdat ook dit volk mag wonen aan de plaats, door de Heere besteld, en het aldaar stil en gerust mag wonen.

ZUID-AFRKA

Wanneer wij na.Israël ons gaan bepalen bij Zuid-Afrika moeten wij helaas constateren, dat ook dit land meer en meer in de verdrukking gaat komen. Zo langzamerhand wordt de rol, die de Veiligheidsraad en de Verenigde Naties inde wereld spelen, steeds duidelijker. Dat bleek uit de resolutie, die in de Veiligheidsraad werd aangenomen, waarin Zuid-Afrika als Agressor wordt veroordeeld. Dan gaat men zich wel afvragen, wat de betekenis voor ons land is van het V.N.-lidmaatschap.

Geen woord over het gewelddadig

Cubaanse optreden in Angola, geen woord over *de massieve Rus-

rische wapenhulp; niets van dit alles. Alleen fiolen met toorn gevuld worden uitgegoten over het optreden van Zuid-Afrika. Waarbij het tevens veroordeeld wordt, om de schade, door de agressie aangericht, te betalen.

Zouden een dialoog en een mildere opstelling tegen Zuid-Afrika niet meer effect hebben, dan een wijze waarop het thans gebeurt? Of leert het ons, dat het vrije Westen in de wil om tegenstand te bieden tegenover een oprukkend Communisme, ernstig veroordeeld is? In het pogen om de gevestigde belangen te bewaren en om toch de vriend van zwart Afrika te blijven, onthielden de Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk, Italië en Japan zich van stemming. Dit is een uiterst verontrustende zaak. Steeds weer zien wij, dat Zuid-Afrika en Israël naar elkaar toegedreven worden en nu in de V.N. resolutie op één lijn worden gesteld.

BLOKKADE EN RHODESië

Het artikel in de Telegraaf van 3 april 1976 heeft ons dan ook zeer verontrust. Ik citeer: , , Neder land is van plan op korte termijn miljoenen guldens extra uit te trekken voor Zambia en Mozambique teneinde deze landen beter in staat te stellen mee te werken aan de economische blokkade van hun buurland Rhodesië..."

Dit zou de minister van Buitenlandse Zaken hebben verklaard aan het slot van de tweedaagse bijeenkomst van de E.E.G.-regeringsleiders - de Europese Raad in Luxemburg.

Dit extra bedrag zou dan moeten dienen om het blanke minderheidsbewind van premier lan Smith van Rhodesië nog verder economisch de keel af te knijpen. Wanneer deze berichten juist zijn vraag je je toch wel af, of dit nu iets te maken heeft met ontwikkelingshulp aan de arme landen, dan wel met de besturing van dat land. Wordt door deze maatregelen de arme bevolking van dit gebied niet de dupe? Wordt door deze maatregel niet inplaats van hulp extra verzwaring aan de bevolking opgelegd? Ware het niet beter met dit land te onderhandelen, dan het te onderdrukken? ^

Hoewel ik geenszins het beleid van Rhodesië in zijn totaliteit voor mijn rekening zou willen nemen, acht ik het standpunt van de regering in dezen niet juist.

Komt door deze maatregelen ook de zending, die in Rhodesië bedreven wordt, in het gedrang?

Wanneer hier gehandeld wordt uit politieke overwegingen in de Nederlandse hulpverlening, hoe verdraagt zich dit ten aanzien van de hulp aan andere landen? Cuba, Angola, e.d.? Hoe staat het met de vrijheden in deze landen? Waarom wel het ene land met een blokkade treffen, terwijl meer landen, waar toch ook geen of beperkte vrijheden zijn, niet?

De Veiligheidsraad neemt een resolutie aan, waarin Zuid-Afrika als Agressor wordt veroordeeld; de Verenigde Naties aanvaarden de resolutie, waarin het Zionisme een vorm van Racisme wordt genoemd; Rhodesië wordt met een economische blokkade bedreigd.

Het is mij niet duidelijk, waarom dit alles nodig is.

Wij willen dan ook krachtig afstand nemen van deze zaken! Maar tevens vragen wij hoe de opstelling van ons land zal zijn ten opzichte van landen, waar onderdrukking heerst? Hoe denkt de regering bijv. over de hulp aan Cuba? Zijn de berichten waar, dat bij de militaire interventie door Cuba in Angola tenminste 10.000 Cubaanse soldaten zijn ingezet? Wordt Cuba straks ook als Agressor aangewezen? ! Geldt dit ook voor Rusland, dat wapens aan Angola zou hebben geleverd? !

ONTWIKKELINGSSAMENWER­ KING

, , Die zich over de armen ontfermt, leent den Heere", leert ons de Bijbel in Spreuken 19:17. In dit licht bezien ligt er ook voor ons land wel een zeer bijzondere taak om te helpen daar, waar nood en honger heerst. Nu kan deze hulp op velerlei wijze geschieden en dat dit ook het geval is blijkt uit de Toelichtii^ van de Memorie van Antwoord.

Wanneer er in onze tijd nog een deel van de wereldbevolking honger lijdt, ligt er ook voor ons land een bijzondere taak om mede deze nood te lenigen en passende hulp te bieden. Of deze hulp dan moet bestaan uit het sturen van steeds meer geld naar de betreffende landen willen wij betwijfelen.

Het zal in de eerste plaats nodig zijn, om een bijdrage te leveren om de totale maatschappelijke ontwikkelingen te bevorderen. De hulp zal dan ook een additioneel karakter dienen te hebben en de primaire verantwoordelijkheid zal bij de ontwikkelir^slanden zelf moeten liggen.

Wij hebben ook vorig jaar bij deze behandelii^ er bij de regering op aai^edrongen om ontwikkelingshulp meer bilateraal te verlenen met medewerking van particulieren ' en/of zendinsposten en minder in multi-bilaterale vorm. Wanneer ik het beleid in dezen goed gevolgd heb, heeft de minister wel getoond, dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden van het multi- naar het bilaterale. Dit zal ongetwijfeld ten goede komen aan deze gebieden. Dit zou onzes inziens nog in meerdere mate nodig zijn. Vooral ook de ontwikkeling in deze landen zelf, die werkelijk gericht moet zijn op verbetering van de situatie in eigen land. Met name met betrekkir^ tot de landbouw kan hier nog veel tot stand worden gebracht, o.a. door voorlichtii^, maar ook door de nodige mechanisatie, om zodoende zelf voedsel te kunnen verbouwen. Daarvoor zal dan ook de plattelandsbevolking in de ontwikkelii^slanden dienen te worden ingeschakeld.

N.A.V.O.

Ten aanzien van de N.A.V.O. willen wij ons bij deze behandeling van Buitenlandse Zaken l)eperken. Bij de behandeling van Defensie in in deze kamer op 23 maart j.l. hebben wij gewezen op de verplichtingen, die Nederland heeft, maar ook op de moeilijke situatie, waarin de N.A.V.O. verkeert.

Wij kunnen helaas slechts constateren, dat de N.A.V.O. kraakt aan alle kanten.

Maar ondanks dit alles zal ook onze regering haar taak moeten verstaan en alles moeten doen, wat tot bescherming van onze vrijheden nodig is, opdat het ook voor land en volk wèl moge gaan.

E.E.G.

Wanneer men de kranten, tijdschriften en opiniebladen doorneemt, komt men wel tot de constaterii^ , dat de eenwording van Europa maar een moeilijke zaak schijnt te zijn. En als men zich gaat verdiepen in de gehele problematiek Brussel - Europese Gemeenschappen, dacht ik, dat bij velen - en mogelijk niet alleen in Nederland - dit gezien wordt als een ongrijpbare, bureaucratische en technocratische instantie. Alle pogingen zijn in het werk gesteld om uit deze ongewenste toestand te komen; terwijl de meeste politici hun heil gingen zoeken in het versterken van het Europese Parlement. De Belgische minister kreeg vorig jaar de opdracht een studie te maken in welk stadium zich de eenwording van Europa bevindt.

En wanneer het N.R.C.-handelsblad van 24 maart 1976 ons juist inlicht, blijkt uit het rapport over de Europese Unie, dat het hier meer gaat om een noodprogramma met het oog op de economische crisis, dan om een werkelijke toekomstvisie op de Europese eenheid. Deze eenheid schijnt nog ver zoek te zijn. Daarmee bewijst Europa hoe ver de desintegratie reeds is voorigeschreven, ondanks het door de kleine landen van Europa zo hartstochtelijk beleden plan om in 1978 Europese verkiezingen te houden.

De lidstaten zijn eenvoudigweg niet bereid hun nationale belangen daarvoor op te offeren. Het mag dan ook duidelijk zijn, dat de versterking van boven-nationale organen niet de onze is, want het enige gevolg zal zijn, dat de macht van het Brusselse Apparaat wordt versterkt.

Wij hebben de laatste jaren steeds duidelijker kunnen zien, hoe de gehele Landbouwpolitiek, op het terrein van het Markt- en Prijsbeleid, naar Brussel is verlegd. Een andere levensgrote bedreiging van de Gemeenschap zijn de voortdurende valuta-crises. Een van de hoofdoorzaken daarvan is het feit van de inflatieverschillen binnen de Gemeenschap. Ook diverse topfunctionarissen schijnen het niet meer te zien zitten met deze eenwording van Europa. Een samenwerking kan nodig zijn misschien, maar een samensmelting wordt door ons afgewezen.

Het is voor ons geenszins duidelijk wat het gaat betekenen, wanneer de kiezers van Europa - via de samenstelling van het Europees Parlement - te kennen geven, welke richtir^ hun Europa, moet uitkoersen.

Het gaat ons niet om een eenwording zonder meer, maar om een Europa, waar de Overheid zich als Dienaresse Gods mag weten, en zich ook als zodanig wil gedragen.

En aangezien hier wel heel duidelijk deze gemeenschappelijke noemer ontbreekt, zal dit integratiestreven dan ook wel op niets uitlopen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1976

De Banier | 8 Pagina's

BELEIDSDEBAT BUITENLANDSE ZAKEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1976

De Banier | 8 Pagina's