Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OVERDENKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OVERDENKING

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door: ds. G. Blom Meerkerk

En het geschiedde, als Achab hoorde, dat Naboth dood was, dat Achab opstond, om naar de wijngaard van Naboth, dejizreëliet, af te gaan, om die erfelijk te bezitten. 1 Koningen 21:16.

Achab had de wijngaard van Naboth willen hebben voor geld of in ruil voor een andere wijngaard. Maar dat was gestuit op verzet bij Naboth, de wettige eigenaar. Hij wildede erve Zijner vaderen niet geven. Die had hij van de Heere ontvangen. Die wilde Hij bewaren. Die kon hij niet missen, want in die wijngaard sprak alles van Gods goedertierenheid en trouw. De koning was helemaal ontdaan geweest. Hij was gemelijk thuis gekomen en had geen brood willen eten. Hij respecteerde het besluit van Naboth niet, wilde die wijngaard toch hebben, maar zag geen kans om zijn doel te bereiken. Hij wilde van de wijngaard een kruidhof voor zichzelf maken. Zijn vrouw Izébel had raad geweten. Ze zorgde ervoor, dat Naboth als een misdadiger om het leven werd gebracht en zo kon ze tot Achab zeggen: sta op, bezit de wijngaard van Naboth, de Jizreëliet erfelijk, die hij u weigerde om geld te geven, want Naboth leeft niet, maar is dood.

Er was bij Izébel niet de minste wroeging geweest. Ze handelde koelbloedig. Ze heeft haar lichaam en ziel verkocht in de dienst van de afgoden van de duivel zelf. Satan gordt haar aan. Maar hoe is het nu met Achab? Hij is toch koning over een deel van het volk van God! Hij heeft toch de roeping om te regeren naar Gods wil. om de vromen te beschermen het onrecht te weren en te straffen! Hij moet toch in zijn hart de billijkheid van Naboths standpunt erkennen. Hij kende Naboth toch wel voldoende om te weten dat deze een trouwe aanhanger van de God van Israël was. Hij moet gevoelen, dat hier een misdrijf in het spel is, dat Naboth door zijn vrouw uit de weg is geruimd. Zal hij nu niet tot inkeer komen?

Een dergelijke vraag kan ook bij ons opkomen als we denken aan zoveel onrecht, aan zoveel maatregelen in strijd met Gods Woord, ondanks vele waarschuwingen van de kansels, in vertegenwoordigende lichamen en elders. Zal er nooit bezinning komen? Zal men eindelijk niet gaan beseffen, dat de weg, die nu bewandeld wordt, eindigt in de ondergang?

De houding van Achab geeft hier afdoende antwoord op. Hij is in principe van dezelfde geest als zijn vrouw. Ze dienen dezelfde afgoden. Ze staan vijandig tegenover de Heere, Zijn dienst en Zijn volk. Als het er op aankomt is er niet zoveel verschil tussen hen, die de weg der zonde willen bewandelen, onder welke naam men ook op maatschappelijk, godsdienstig of staatkundig gebied invloed tracht uit te oefenen. Het gaat altijd weer tegen de Naboths, die de wijngaard, die de Heere hun gegeven heeft, willen bewaren. Het gaat altijd tegen hen, die opkomen voor de waarheid van het Woord des Heeren en de handhaving daarvan op alle levensterreinen.

Achab had moeten schrikken. Hij had tot zichzelf moeten komen. Er kleeft bloed aan de wijngaard, dat roept om wraak, het bloed van een rechtvaardige. Dat deert niet. Hoort, wat de Joden later roepen als Jezus gekruisigd wordt: Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen. Het is altijd weer dezelfde kreet, dezelfde vijandschap. Achab had moeten schrikken, maar er is bij hem geen enkele aarzeling zelfs. De mededeling van Izébel geeft hem aieuwe moed en kracht. Het dringt in een enkel ogenblik tot hem door, dat hij nu over de wijngaard zal kunnen beschikken naar eigen believen, tot zijn eigen genot. Zijn geweten spreekt niet meer. Hij leeft bij zijn goddeloze begeerten. En zo staat hij op. Dat wijst op aktiviteit. De werkers der ongerechtigheid zijn altijd actief. Ze buiten de mogelijkheden, die er zijn, uit. Ze spannen samen om de tegenstand van het Woord te breken, om de Naboths uit te schakelen.

Achab staat op. Hij houdt twee dingen voor ogen.

Hij wil naar de wijngaard van Naboth, de Jizreëliet. ja, zo staat het hier. De Heere laat duidelijk uitkomen, dat de wijngaard van Naboth blijft, dat de koning daar geen rechten op kan laten gelden. Naboth was geen misdadiger, die God en de koning gevloekt had. Hij was een man, die de Heere vreesde. Onder de toelating des Heeren was Naboth gedood. We denken hier aan wat Jezus later sprak: een discipel is niet meer dan zijn Meester....

Wat de duivel bezit, bezit hij wederrechtelijk, onder de toelating des Heeren. Wat de werkers der ongerechtigheid in bezit nemen komt hun niet toe. Ze leven slechts onderde lankmoedigheid des Heeren. De Zijnen zullen het aardrijk beërven. Aan hen heeft de Heere Zijn Woord en Zijn zegeningen toegezegd. De vijanden moet daar van afblijven. Laat dit gepredikt worden. Laat dit overal gehandhaafd worden. Laat dit ook in vertegenwoordigende lichamen getuigd worden. De waarheid kan niet in bezit genomen worden door de leugenaar van de beginne en zijn dienaren. Achab stoort zich daar niet aan. De vijanden doen dit nooit. Maar hier staat het: het is de wijngaard van Naboth.

Het tweede, wat Achab wil doen is de wijngaard erfelijk in bezit nemen. Hij krijgt er naar zijn gedachte de beschikking over. Hij zal hem helemaal rooien en veranderen. Er zal niets van het oorspronkelijke overblijven. Achab zal er heengaan en door zijn daad beslag leggen op de wijngaard en zo in feite de misdaiadvoor zijn rekening nemen. Straks zal de wijngaard een moestuin zijn. Niemand zal hem kunnen aanklagen. Hij zal zich verheugen in de heerlijke kruiden, die de wijngaard straks zal opleveren.

Hier is het eigenlijke doel van de duivel. Hij wil de waarheid door de leugen verkrachten en zo alles aanwenden tot uitleving van de zonde zodat aan de Naam des Heeren niet meer gedacht worde.

Hier vinden we al een voorloper van de mens der zonde. We worden gewaarschuwd voor een dreigend gevaar. Het gaat om de wijngaard van Naboth. De Heere geve waakzaamheid en getrouwheid door de kracht van Hem, Die de Waarheid is en van de waarheid getuigenis heeft gegeven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 1976

De Banier | 8 Pagina's

OVERDENKING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 1976

De Banier | 8 Pagina's