Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

POLITIEKE KRINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POLITIEKE KRINGEN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZEVEN-ZEVEN-EEN of ACHT-ZES-EEN?

ACHT-ZES-EEN? HNNENHOF - Het tweede kabinet-Den Uyl zal als twee druppels water op z'n voor-^mger lijken. Op het Binnenhof circuleren momenteel lijstjes met de samenstelling van het nieuwe kabinet, waaruit blijkt dat er waarschijnlijk verrassend weinig zal gaan veranderen.

Volgens die voorspellingen zal de nieuwe ministersploeg er in grote trekken zo gaan uitzien: - minister-president: Den Uyl (PvdA).

- minister van financiën: Duisenberg (PvdA).

- minister van economische zaken: Lubbers (CDA). - minister van sociale zaken:

Boersma (CDA).

- minister van buitenlandse zaken: Van der Stoel (PvdA). - minister voor ontwikkelingssamenwerking : Kruisinga (CDA).

- minister van defensie: Stemerdink (PvdA). - minister van justitie: Van Agt (CDA).

- minister van binnenlandse zaken: Van Mierlo (D'66). - minister van verkeer en waterstaat : een nog onbekende CDA'er.

- minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening: Schaefer (PvdA).

- minister van onderwijs en wetenschappen: Van Kemenade (PvdA).

- minister van crm: Meijer (PvdA).

- minister van volksgezondheid en milieu: Hendriks (CDA).

- minister van landbouw en visserij: Van der Stee (CDA). Als deze voorspelling uitkomt, zal het tweede kabinet-Den Uyl zes nieuwe gezichten tellen. Drie daarvan zijn niet eens echte nieuwkomers. Hendriks, Schaefer en Meijer staan op de lijst om te , .promoveren" van staatssecretaris naar minister.

Op het Binnenhof wordt er vanuit gegaan dat het tweede kabinet-Den Uyl uit zeven PvdA-ministers, één D'66'er ai zeven ministers van CDAhuize zal bestaan. Die verdeelsleutel is nog één van de meest omstreden kwesties tussen PvdA, CDA en D'66. In het voorspel van Den Uyl's formatiepc^ingen is er al veel over de zetelverdeling te doen geweest. Den Uyl heeft toen gedaan weten te krijgen dat de samenstellii^ van het nieuwe kabinet pas aan de orde komt als de drie partijen overeenstemming hadden bereikt over het regeerprogramma. Dat is nu bijna zo ver. PvdA en CDA houden nog altijd aan hun standpunt vast.

De PvdA eist dat haar grote verkiezingsoverwinning van tien zetels omgezet wordt in een meerderheidspositie in het nieuwe kabinet. De verdeling van de ministersposten die men in de socialistische hoek op het oog heeft: acht PvdA'ers, zes CDA'ers en een D'66'er. Bij die verdeüi^ geeft de PvdA altijd de doorslag. Want de stem van de minister-president - een PvdA'er - telt dubbel, als de stemmen in de ministerraad staken.

Het CDA wil niets van een PvdA-overwicht weten. De Oiristen-Democraten willen net zo veel ministersposten als de PvdA. CDA-aanvoer­ der Van Agt heeft zijn standpunt al onverbiddelijk vastgelegd. In een brief van 15 juni schreef hij aan formateur Den Uyl: , , Deze formatie zal niet kunnen slagen wanneer de uitkomst er van zal zijn dat minder zetels in het kabinet worden toegewezen aan personen uit de krir^ van het CDA dan aan personen uit de kring van de PvdA." Dreigend voegde Van Agt er aan toe dat hij dat standpunt , , in geen stadium van formatie" zal verlaten.

De verdeling van de ministersportefeuilles is voor een partij minstens zo belangrijk als het regeringsprc^ramma van het nieuwe kabinet. Een nog zo goed programma is waardeloos zonder voor hun taak berekende bewindslieden. Bovendien is tijdens de kabinetsformatie lang niet alles geregeld. Tijdens de rit zal het kabinet meer dan eens beslissingen moeten nemen waarover tussen de regeringspartijen niets is afgesproken. De partij die een overwicht in het kabinet heeft, is in zulke gevallen in het voordeel.

Maar toch is het niet zo dat het aantal ministerszetels doorslaggevend is. Een kabinetsbesluit moet altijd door het parlement worden goedgekeurd. Een partij die het gevecht in het Catshuis verloren heeft, zal in de Tweede Kamer - met behulp van de OK)ositie - proberen het verlies in winst om te zetten. Dat is wel riskant. Vaak moet men langs de afgrond van een kabinetscrisis. Veiliger is daarom een sterke vertegenwoordiging aan ministers in het kabinet te hebben. Dat staat ook garant voor meer invloed. Want ministers doen tamelijk veel buiten het parlement om. Als één van de belangrijkste regels in de kabinetsformatie geldt dan ook dat de verdeling van de ministersportefeuilles zo veel medelijk een afspiegeling van de krachtsverhoudingen van de regeringspartijen in de Tweede Kamer moet zijn. Het is uiteindelijk de ondergang van het eerste kabinet-Den Uyl geworden dat het progressieve overwicht in de ministersploeg geen basis had in het parlement. Oudpremier De Jong noemde dat in de Eerste Kamer eens snedig de , , weeffouten" van het kabinet. Want al waren de Oiristen-Democraten de mindere binnen het kabinet, met behulp van de WD konden ze alle prc^ressieve regeringsplannen in de Tweede Kamer ontkrachten. Dit dwong Den Uyl er telkens weer toe om op het Catshuis overeenstemming met de CDA-ministers te bereiken, omdat anders de meerderheid van de Kamer al het progressieve vakkundig verwijderde. Toen dat bij de grondpolitiek (in maart van dit jaar) niet lukte, was het gebeurd met het kabinet.

De geschiedenis van het eerste kabinet-Den Uyl leert dat weeffouten zich vroeg of laat een keer wreken.

Op het Binnenhof verwacht men dat de PvdA niet opnieuw weeffouten zal gaan maken, maar zich uiteindelijk zal neerleggen bij een zevenzeven-een verdeling van de ministersposten.

Dat is niet eens zo'n grote tegemoetkoming aan het CDA. De PvdA weet zich verzekerd van de steun van D'66. Terlouw, de fraktievoorzitter van D'66, heeft onlangs gezegd dat zijn partij op beslissende momenten - bijvoorbeeldwanneer het bestaan van het kabinet op het spel staat - de kant van de PvdA zal kiezen. Tijdens de formatie heeft hij al een paar keer de daad bij het woord gevoegd. Zoals bij de strubbelingen over de vermc^ensaanwasdeling. Terwijl Van Agt , , nee" zei tegen Den 1^1 , ging Terlouw - ondanks zijn grote bezwaren tegen de VAD-voorstellen - uiteindelijk , , met frisse tegenzin" met de PvdA mee. Als dit spelletje zich keer op keer in het kabinet zal herhalen, hoeft de PvdA zich geen zorgen te maken over een te grote invloed van het CDA. Zeker niet als de PvdA-sympathisant Van Mierlo deD'66minister wordt.

Dat de PvdA niettemin op hoge toon meer ministersposten dan het CDA blijft opeisen, heeft een andere reden. De partij van Den Uyl wil een andere slag slaan.

Bij de verdeling van de ministersportefeuilles gaat het niet alleen om het aantal, maar ook om de zwaarte. Niet alle ministers drukken een even zwaar stempel op het kabinetsbeleid. De minister van financiën heeft een belangrijker vinger in de pap dan de minister van landbouw. Economische zalen staat hoger aangeschreven dan verkeer en waterstaat.

De PvdA is er op uit om - in ruil voor een zeven-zeven-een verdeling van de ministersposten - beslag te leggen op meer zware portefeuilles dan het CDA. Maar Van Agt is op zijn hoede. Hij heeft al voorspeld dat het gevecht vooral om de , , zwaarte" van de ministerszetels zal gaan.

Er worden vijf groepen van departementen onderschei-den, waarbij de zwaarte van de portefeuilles om de hoek komt kijken:

1. Departementen van algemeen bestuur: algemene zaken, binnenlandse zaken en justitie. Nu heeft de PvdA een post in deze sector: Den Uyl is - behalve minister-president - ook minister van algemene zaken. Binnenlandse zaken is in handen van het CDA (De Gaay Fortman, ARP). Evenals justitie: Van Agt, KVP. 2.

Departementen van sociaaleconomisch beleid: economische, zaken, sociale zaken, financiën en landbouw en visserij. In deze sektor is een Oiristen-Democratisch overwicht. Lubbers (CDA) zit op economische zaken, Boersma (CDA) op sociale zaken, Van der Stee (CDA) op landbouw ai Duisenberg (PvdA) op financiën.

3. Departementen van buitenlands beleid: buitenlandse zaken, ontwikkelingssamenwerking en defensie. Momenteel is dit helemaal in handen van de PvdA: Van der Stoel is minister van buitenlandse zaken. Pronk van ontwikkelingssamenwerking en Stemerdink van defensie.

4. Departementen van sociaalcultureel beleid: onderwijs en wetenschappen, cultuur, recreatie en maatschappelijk werk en volksgezondheid en milieu. Ook in deze sector hebben progressieve minis-ters het voor net zeggen: Van Kemenade (PvdA) en Trip (PPR) op onderwijs en wetenschappen. Van Doorn (PPR) op CRM en Vorrink (PvdA) op milieu.

5. Departementen van planologisch beleid: volkshuisvesting en ruimtelijke ordening en verkeer en waterstaat. Deze sector is verdeeld tussen progressieven en christen-democraten. Gruijter (D'66) is minister van volkshuisvesting en Westerterp (KVP) van verkeer.

Vooral de strijd om de bezetting van de ministersposten in de sociaal-economische sector zal hevig zijn. De bestrijding van de werkloosheid en het terugdringen van de inflatie zal de komende jaren centraal staan in het regeringsbeleid. Alleen daarom al is de bemanning van deze posten van groot gewicht.

De PvdA heeft het oog laten vallen op economische zaken. Het CDA wil die post houden. In christen-democatische kring gaat men er van nit dat de PvdA minstens zo veel invloed op het sociaal-economische beleid heeft als het CDA. De econoom Den Uyl bemoeit zich daar veelvuldig mee.

Het gevecht om de.sociaaleconomlsche-financiele driehoek is in hoge mate bepalend voor de bezetting van de overige ministersposten. Als het CDA verliest, zal het ongetwijfeld belangrijke posten in andere beleidssectoren opeisen. Twee daarvan zijn buitenlandse zaken en onderwijs, die de PvdA ongaarne in CDAhanden ziet vallen. Daarom houdt men het er in politiek Den Haag voorlopig op dat er in de sociaal-economische sector niet veel verandert. Ook justitie is omstreden. De socialisten azen - vooral met het oc^ op de regeling van abortus - op die post. Het CDA wil dat ministerie om dezelfde reden niet prijsgeven. Van Agt wil - als hij zijn opvolging in de CDA-fractie kan regelen - zelf weer minister van justitie worden. Het compromis is waarschijnlijk dat binnenlandse zaken - een ander departement van algemeen bestuur - in progressieve handen overgaat. Van Mierlo (p'66) is daarvoor een belangrijke gegadigde. In ruil voor het verlies van binnenlandse zaken zou het CDA dan voor Kruisinga ontwikkelingssamenwerking kunnen krijgen. De andere beleidssectoren worden netjes tussen PvdA oi CDA verdeeld. De alleenheerschappij van de prc^ressieven in de sociaal-culturele hoek wordt doorbroken door de CDA'er Hendriks minister van volksgezondheid en milieu te maken. Het evenwicht in de planologische sector blijft in stand: een PvdA'er op volkshuisvesting en een CDA-man op verkeer en waterstaat of andersom.

Te veel invloed van een partij in één sector kan altijd nog bij de verdeling van de staatssecretarissen , /gecorrigeerd" worden.

Het nieuwe kabinet zal zeker de toorn van de feministen opwekken, want het zal - zoals de zaken er nu voorstaan - uitsluitend uit mannelijke ministers bestaan. Misschien wordt het CDA-kamerlid Hannie van Leeuwen dan toch wel minister van defensie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1977

De Banier | 8 Pagina's

POLITIEKE KRINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1977

De Banier | 8 Pagina's