Ziet gij deze vrouw?

Putten H. G. Abma

En Hij Zich omkerende naar de vrouw, zeide tot Simon : Ziet gij deze vrouw? Liikas 7:44.

De Prediker zegt dat het beter is te gaan in het klaaghuis dan in het huis van een maaltijd. Maar de Heere kan van het huis van de maaltijd, aangericht door de Farizeeër, een klaaghuis maken. Een huis waar een levend mens klaagt vanwege de zonden. Een huis waar Hij rode zonden wit maakt.

De boetvaardigheid gaat de alleronderste wegen. Weet die feilloos te vinden. Tranen zoeken de diepste plaatsen. Het zijn tranen van sterkste zelfverfoeiing. Hoe heb ik toch zo zwaar kunnen zondigen tegen Hem Die de Allerliefste is! Tegelijk zijn het tranen van verwondering en geluk. Welzalig van wie de zonden zijn vergeven. Hoe lieflijk zijn de voeten van Die het goede boodschapt en van Die vrede laat horen. Immers er is vre-de bij God voor een zondares gerechtvaardigd door het geloof. Zij beleefde de wrange nasmaak van een hopeloos verknoeid leven, maar ook de voorsmaak van het eeuwige leven in de vreugde van de Heere. De liefde tot zondaren van de Meester was haar wonderlijker dan alle liefde, waarvan zij meende dat die het einde was.

Eén at zichzelf op ter gelegenheid van deze voor hem zo pijnlijke maaltijd. Moest hij zich dat laten welgevallen nog wel in zijn eigen woning? Had de gastheer niks meer te vertellen? Streek iemand anders met de buit, alhoewel niet eens genodigd? Je weet niet wat je beleeft in deze vreemde tijd, waarin luid gepredikt wordt dat het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. De Farizeeër is in éne klap genezen, nu hij dat walgelijk toneel gadeslaat en die volgens hem krokodillentranen ziet vloeien. Hij heeft het allang bekeken. Hoe had hij kunnen twij­ felen? Deze is niet de Profeet, dan had Hij geweten van wat allooi deze vrouw was. Dan had Hij er wel doorheen gezien. Bij deze Farizeeër was, evenals tegenwoordig, verontwaardiging over de zonde. Er komt ontzaglijk veel verontrusting, afkeuring en opwinding over de zonde op de markt. Die aanvoer is groot genoeg. Maar droefheid, verslagenheid over de zonde en verbrijzeling vanwege de zonde zoek je vergeefs. En blijdschap over een zondaar of zondaren die zich bekeert komt schaars voor. Datis zelden dat je dit aantreft.

De Heere is zoveel Profeet dat Hij Simons gedachten kent. Simon kon die vrouw wegkijken. Ze zal de stekende blikken gevoeld hebben. Hij, de Heere, twist haar twistzaak. Hij neemt het voor haar op. Hij keert Zich om naar die zich tot Hem bekeerde. Wat een bew^ing. Hij keerde Zich naar de vrouw! Simon, je meent dat je de zaken helder en klaar ziet. Je bent even­wel blind van wettischheid. Stekeblind. Ziet u wel echt deze vrouw, zoals zij baadt in het licht van vrije genade en genadeloze zondaarsliefde? Driemaal confronteert de Heere Simon met deze vrouw. Driemaal wordt Simon tegen deze vrouw opgewogen en tè licht bevonden. De loodzware Simon te licht bevonden. Mene, mene, mene! Ziet u deze vrouw? Ziet u hoe de liefde de banier is over haar? De Heere verdedigt met grote kracht de liefde, die Hij door de Geest in haar hart had uitgegoten. Als een bekwame oogarts past de Heere drie verrichtingen toe om Simons ogen te openen. Zijn blindheid blijft. Helaas. Nauwelijks wordt de zondares zalig. Langs een weg van bittere tranen en hartelijk leedwezen. Maar ze gaat heen met de rijke buit. Haar zonden zijn haar vergeven! Niet omdat zij zoveel liefde aan de driegde. Haar zonden waren vergeven, opdat zij veel lief zou hebben. Ziet u dat dan niet? Ziet uwel deze vrouw?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen