Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Deze zestig jaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Deze zestig jaren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(schets van een herdenkingsrede 24 april 1978 te Middelburg gehouden)

Onverwacht geraakte ik in jubileumsfeer. In de partijrede van februari stond ik stil bij het zestigjarig bestaan van onze S.G.P. Niet ten onrechte besloot Walcheren tot een bijeenkomst in de geboortestad. De partij had 24 april 1918 duidelijk een Zeeuws aanzien. Verschillende namen van de zeventien oprichters zijn echt Zeeuwse. Namen die nog binnen de partij voortleven, zowel door de toenmalige dragers als door nazaten, verwanten en naamgenoten in de krii^. Ds Kersten noemt hen in zijn laatste partij redevoering. De mannen van het eerste en volgende uur. De aankondiging van de Middelburgse herdenkingsbijeenkomst activeerde journalisten tot een vraaggesprek en zodoende kwam die sfeer.

Gedenken is nuttig indien dit zinvol plaats vindt. Mozes roept Israël op te gedenken hoe de Heere veertig jaren het volk leidde door de woestijn. Het gedenken moest met name tot het besef brengen dat de Heere er op uit was om Zijn volk te verootmoedigen. Ik meen dat het van grote betekenis is, wanneer wij ons afvragen wat deze zestig jaren ons te zeggen hebben op het aangelegen punt van de ootmoed. Onze nationale en grote dichter, Joost van den Vondel, zingt dat van het goddelijk geslacht is, wie door ootmoed werd herboren. Daaruit blijkt het eminent belang van deze wederbarende kracht. Wedergeboorte en bekering zijn geen oefeningen van een uur of één dag. Een van de bezigheden w^iar bij voortduur geleerd en ervaren wordt, dat wij minder moeten worden, en de Heere toenemen, is ongetwi^eld het politieke bedrijf. Het moet er immers on! te doen zijn dat niet de lust tot heerschappij voeren maar de begeerte om te dienen de toon aangeeft. Het de minste willen wezen om zo juist als meeste op te treden zij maatgevend. Dat is de methode. Ik ben van oordeel dat het Gods dienares zijn van de Overheid mede inhoudt dat de macht als een dienende instantie funktioneert. Ik vertrouw dat ik me daarin niet vergis. Machtsbelustheid, ook wel arrogantie van de macht, is een van de voortdurende verzoekingen van de politieke loopbaan.

De Heere, als gezegd, leidde het volk via de woestijn. Staatkundige heeft zeker tegenwoordig letterlijk en figuurlijk van doen met de woestijn. De woestijnen der wereld gaan de internationale politiek aan. De toenemende verstedelijking roept de gedachte van steenwoestijnen. De verwildering en neiging tot guerilla-activiteiten, die duidelijk bestaan, wekt gedachten aan een regiem dat bij voorkeur in 't onherbergzame in zijn element is. Demonen huizen in de wildernis. Gelet op de demonische invloeden, die het cultuurbeeld binnendringen, rijst de vraag óf en in hoeverre de woestenij gaat overwoekeren.

Wij gevoelen ons in dit opzicht als partij sterk, zij het niet in eigen kracht, vanwege de belofte dat de woestijn zal bloeien als een roos. De SGP staat een beginsel voor dat de toekomst heeft. Ook al ligt dit niet in onze capaciteit wij mogen er wel naar uitgaan. Bovendien is het geenszins verboden ons in afhankelijkheid in te zetten voor een oase in de woestijn. Dat is altijd beter dan het projecteren van ijdele luchtspiegelingen met behulp van de toverlantaarn van de ideologie. Daar zijn gemeenschapsgevoel, saamhorigheid, overgave en liefde voor nodig om een oase uit te maken in verwildering. Ik wil maar zeggen: Zie onze roepir^: Wees een oase in de woestijn.

Gedenken wü zeggen het meest wezenlijke naar boven halen. Ondanks veel ontrouw en falen ging de partij een weg, waarlangs de Heere haar leidde. Wat leverde het op? Was de blijvende uitkomst verootmoediging? Dat was immers Gods oogmerk. Hij leidde om te verootmoedigen. Om te weten wat in ons hart is en of wij ertoe genegen zijn ons vertrouwen op de Heere te stellen.

Gedenken in ootmoed. Dat is meer dan gedenken in weemoed. Weemoed zou ons gemakkelijk kunnen overweldigen. Zovele werkers van het allereerste uur en van de begintijd zijn heengegaan. Alle vlees is als gras en als een bloem is 's mensen heerlijkheid. Al te vaak idealiseren wij wat voorbijging. Zodoende beoordelen wij het heden onbillijk. Dat is ook een kwaad

onder de zon. Het is een gunst op zichzelf om voor het ene en voor het onvermijdelijke andere bewaard te blijven. Niettemin kan het verleden een rijk fragment uit ons leven zijn dat nimmer terugkomt. Waar zijn die dagen van bezieling, van eerste ijver, van verwachtingsvoUe inzet? Als de dag van gister als alles voorbij is. Veel is er ineen geschrompeld. Ontzagwekkend veel werd in de loop der tijden afgesneden. Wij hopen dat de handvol koren niet ontbrak. Niettemin is er reden te denken aan de roep: IJdelheid der ijdelheden, "het is al ijdelheid. Hoeveel meer en hoeveel beter hadden wij verwacht. Is het juist niet het beste van onze l)este dagen dat smart baart en stof geeft tot klagen? Temeer omdat om onzentwü alles aan de ijdelheid is onderworpen. De klacht eindigt in een aaiiklagen van onszelf.

Het zou evenwel verschrikkelijk zijn wanneer wij vastliepen in gevoelens van enkel treurigheid. In de ootmoed is weemoed begrepen. In de ootmoed is weemoed overwonnen. Want in de ootmoed domineert de verwondering dat de Heere in weerwil van al onze verijdelde bezigheden Zich toch met ons wilde inlaten .en dat Hij ons toch in Zijn werk wilde inschakelen. Wie zijn wij dat U Zich van ons wilt bedienen? Het is werkelijk een zonderlinge genade dat de Heere mensen gebruikt in wat Hij doet. Wie zijn wij dat wij mogen meedoen, terwijl we nog steeds zoveel bederven en verknoeien? Wat hebben deze zestig jaren ons te zeggen? Dit, dat wij in ootmoed behoren te gedenken heel de weg waarlangs wij in onbezweken trouw geleid zijn. Aldoor.

Gedenken in ootmoed. Ootmoed-^ sluit hoogmoed uit. Hoogmoed kan niet bestaan waar ootmoed bloeit. Ik weet dat hoogmoed vlak voor de deur ligt. Wij trouwe SGP'ers zijn alleen in den lande overgebleven, terwijl zovelen het verbond verlieten, de altaren omverhaalden en de profeten monddood maakten. Daar openbaart zich zo machtig veel oi^erechtigheid in wat mensen hebben en daartegenover niet hebben; in \ra.t mensen doen en in te-

Vervolg op pcgina 12 Vervolg van pagina 1

genstelling daarmee nalaten. In onze tijd niet weinig. Maar beseffen wij voldoende en vernietigend, soms in een ondeelbaar ogenblik, dat eigei^erechtigheid in het hebben van wat die ander niet heeft, eigengerechtigheid in het niet bezitten van wat die ander wel heeft, eigengerechtigheid in het doen en niet doen van wat die ander wel b^aat en anderzijds verzuimt onnoemelijk die ongerechtigheid kan te boven gaan? ? De God van alle genade beware de SGP, waarmee wij zo innig verbonden zijn, dat zij niet bij zichzelf meent rechtvaardig te zijn, zodat zij de ander en vele anderen volslagen niets acht. De eigengerechtigheid zal zwaarder verdoemen dan de ongerechtigheid. De hoor veel over de afvalligheid en over de uitgieting van het kwaad in onze dagen. Maar wanneer die toon wordt aangeslagen van eigengerechtigheid, die ongerechtigheid overtreft, is er nauwelijks weerklank. Dan blijft het benauwend stil. Juist dat besef zou de ootmoed zuiver en strak kunnen spannen. Komt, beste vrienden, laten wij hier niet voor blijven stilstaan. Laten wij het hart hebben ootmoedig te wezen voor onze God. Deze avond, dat zestig jaar geleden de SGP werd geboren. Opdat wij in ootmoed voor het eerst of bij vernieuwing worden herboren.

Deze rechte oormoed gaat gepaard met goede moed. Wij hebben altijd goede moed. Omdat wij niets te verUezen hebben. Immers alles was verloren. Dat moest de grootste smart uitmaken. Niet dat wij veel te verliezen hadden, doch dat alles verloren was en wij gans verloren waren. God zij dank die verlossing en overwinning, meer dan overwinning, schenkt door Jezus Christus. Zijn Naam zij alleen hoo^eloofd. Daarom zijn wij vol goede moed. Wij hebben niets te verhezen en wensen alles te winnen wat te winnen valt. Opdat Twij zodoende als politieke partij het land, ons vaderland, enige behoudenis aandoen...

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1978

De Banier | 8 Pagina's

Deze zestig jaren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1978

De Banier | 8 Pagina's