Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zwembadkwestie Hardinxveld-Giessendam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zwembadkwestie Hardinxveld-Giessendam

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door A. C. P. Hardonk

Eindelijk is dan de in gemeentelijke kring zo lang verbeide Kroonuitspraak afgekomen met betrekking tot wat wij zouden willen noemen de zwembadkwestie Hardinxveld-Giessendam. De tekstdaarvan luidt als volgt:

Besluit van 4 juli 1978, No. 2, tot vernietiging van de besluiten van de raad der gemeente Hardinxveld-Giessendam d.d. 22 juni 1976 en 15 april 1977 tot het niet voteren van gelden voor de openstelling van het gemeentelijk zwembad op zondag.

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 14 april 1978, nr. F78/U738, Directie Financiën Binnenlands Bestuur, Afdeling Algemene Zaken en Belastingen;

Overwegende, dat de raad der gemeente Hardinxveld-Giessendam op 28 november 1959 heeft vastgesteld de Verordening betreffende het gemeentelijk zwembad , , De Duikelaar" aan de Sluisweg;

dat in het eerste lid van artikel 7 van deze verordening onder meer de bepaling was opgenomen, dat het zwembad des zondags gesloten zal zijn;

dat op 21 juni 1975 in werking is getreden de Wet van 29 mei 1976 Stb. nr. 289, tot wijziging van de Zondagswet;

dat door deze wijziging het tweede lid van artikel 7 van de Zondagswet bepaalt, dat besluiten van een orgaan van de gemeente geen beletselen mogen inhouden voor sportbeoefening of andere vormen van ontspanning op zondag, niet zijnde openbare vermakelijkheden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel;

dat bij de indiening van het desbetreffende wetsvoorstel de gedachte heeft voorgezeten, dat inrichtingen die eigendom zijn van de overheid, of waarin de overheid op een of andere wijze deelneemt, opzonóag - vanwege het bijzondere karakter van die dag - niet gesloten behoren te zijn;

dat een zwembad niet kan worden beschouwd als een openbare vermakelijkheid in de zin van artikel 7 van de Zondagswet;

dat de raad der gemeente Hardinxveld-Giessendam op 22 juni 1976 heeft besloten de bepalingen, welke in de verordeningen, overeenkomsten e.d. staan over de zondagssluitii^, met betrekking tot de voetbalverenigir^ , , Hardinxveld", de korfbalverenigingen , , Vriendenschaar" en , , H.K.C.", de tennisvereniging , , De Merwede", de watersportvereniging , , De Snap", de Reddingsbrigade en de stichting dorpshuis , , Drijvershof", vervallen te verklaren;

dat de raad op 22 juni 1976 voorts nog heeft besloten niet te besluiten tot het beschikbaar stellen van f6.000, - -ten laste van de gewone dienst van de gemeente-begroting, dienstjaar 1976, in verband met kosten, verbonden aan het op zondag openstellen van het zwembad , , De Duikelaar";

dat de raad naar aanleiding van een brief van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 9 februari 1977 afd. 5, nr. B 91498'76, op 15 april 1977 weliswaar heeft besloten tot wijziging van het eerste lid van artikel 7 van de Zwembadverordening in dier voege, dat de bepaling met betrekking tot het sluiten op zondag kwam te vervallen, doch dat de raad tevens nc^maals heeft besloten geen extra krediet te voteren om de openstelling van het zwembad op zondag mogelijk te maken;

dat de raad van Hardinxveld-Giessendam blijkens de op de desbetreffende besluiten betrekking hebbende nota's van burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam en notulen van vergaderingen van de raad deze besluiten heeft genomen, omdat hij overwegend bezwaar heeft tegen het op zondag laten verrichten van werkzaamheden door zwembadpersoneel, zulks voornamelijk om godsdienstige redenen;

dat in verband met het vorenoverwc^ene voormelde besluiten van de raad der gemeente Hardinxveld-Giessendam om geen geld beschikbaar te stellen voor het openstellen op zondag van het zwembad , , De Duikelaar" dienen te worden beschouwd als beletselen als bedoeld in het tweede lid van artikel 7 van de Zondagswet;

dat deze besluiten mitsdien in strijd zijn met artikel 7, tweede lid, van de Zondagswet;

Gelet op artikel 185, eerste lid, der gemeentewet;

De Raad van State gehoord (advies van 10 mei 1978 nr. 14);

Gezien het nader rapport van onze Minister van Binnenlandse Zaken van 27 juni 1978, nr. F78/U1280, Directie Financiën Binnenlands Bestuur, Afdeling Algemene Zaken en Belastingen;

HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

Voormelde besluiten van de raad van Hardinxveld-Giessendam te vernietigen wegens strijd met de wet.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 4 juli 1978 (get. ) JULIANA

DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN, (get.) H. E. KONING. -

Het ligt niet in onze bedoeling dit vernietigingsbesluit uitvoerig te becommentariëren. Slechts willen wij er hier en daar een kanttekening bij plaatsen.

1. Als in de aanhef van deze bijdrage de woorden , , zo lang verbeide Kroonuitspraak" worden gebezigd, betekenen die woorden uiteraard niet dat aan onze zijde de vernietiging van de raadsbesluiten werd verbeid. Er werd nog altijd rekening gehouden met de mogelijkheid, dat de raadsbesluiten niet door het Koninklijk vernietigingsrecht zouden worden getroffen. Daarnaar werd in gemeentelijke kring uitgezien en zou dat het geval zijn geweest, dan zou de raad van Hardinxveld-Giessendam in het kader van de Zondagswet geheel geoorloofde beslissingen hebben genomen, die andere gemeenten tot leidraad hadden kunnen strekken.

2. Om niet in strijd te blijven met de wet van 29 mei 1976, Stbnr. 289, tot wijziging van de Zondagswet, heeft de raad van Hardinxveld-Giessendam d.d. 22 juni 1976 besloten om de ten aanzien van een aantal verenigingen etc. bestaande verbodsbepalingen met betrekking tot zondaggebruik van accommodaties vervallen te verklaren. Evenzo werd gehandeld met de zwembadverordening. Echter besloot de raad tevens de kosten, verbonden aan zondaggebruik van het zwembad , niet beschikbaar te stellen. Door gedeputeerde staten van Zuid-Holland nadien uitgenodigd op deze laatste beslissing terug te komen, volhardde de raad echter in zijn eerdere beslissing. Het benodigde krediet voor zondaggebruik werd niet beschikbaar gesteld.

'3. Wie goed leest zal ontdekken dat de raad van Hardinxveld-Giessendam heeft besloten om iets niet te doen, nl. het op de begroting brengen van gelden om de openstelling van het zwembad op zondag mogelijk te maken. Die beslissing van de raad is nu vernietigd, waarmede thans niet is beslist dat die gelden wèl op de begroting voorkomen. De situatie blijft derhalve zoals zij op dit moment is; er komen op de begrotii^ geen gelden voor, waaruit de openstelling van het zwembad op zondag kan worden bekostigd.

4. Er is nu een wat men in de schaakwereld zou noemen , , patstelling" ontstaan, want we^eving noch Kroonbeslissing tonen aan dat het zwembad nu wel op zondag open gaat.

5. Het eerste lid van artikel 240a van de gemeentewet zegt, dat als de raad weigert de door de wet aan de gemeente opgelegde uitgaven op de begroting van uitgaven te brengen, dit geschiedt door gedeputeerde staten.

Uit niets blijkt, dat de kosten van (5)enstelling van het zwembad op zondag een door de wet aan de gemeente opgelegde uitgave is. Naar wij hebben begrepen zijn gedeputeerde staten van Zuid-Holland met de onderhavige Kroonuitspraak in die zin verlegen, dat deze geen duidelijkheid brengt inzake het al dan niet verplicht zijn de kosten van openstelling van het zwembad op zondag op de begroting te brengen.

Zij kunnen de gemeente dan ook niet dwir^en deze post op de begroting te plaatsen. Gedeputeerde staten van Zuid-Holland hebben blijkens krantenberichten het gemeentebestuur van Hardinxveld-Giessendam vriendelijk verzocht mede te delen wat het, nu de Kroon uitspraak heeft gedaan, denkt te doen.

6. Wat kan er nu gebeuren? Duidelijk lijkt in elk geval, dat de hele affaire in de gemeenterechtelijke sfeer belandt. Het verloop daarvan kan als volgt zijn:

Als de raad weigert op de begroting voor 1979 de betreffende gelden uit te trekken, kunnen gedeputeerde staten goedkeuring aan de begroting onthouden. Van die niet-goedkeuring kan de raad bij de Kroon in beroep komen. De Kroon moet dan ten tweede male, zij het tegen een ander decor, over de zaak oordelen.

7. Het lijkt niet zinvol vooruit te lopen op de inhoud van een Kroonuitspraak als onder 6. bedoeld. Te vrezen valt wel, dat deze in het verlengde zal liggen van de thans voorliggende.

8. Zonneklaar blijkt, dat de wet van 29 mei 1976, Stb. nr. 289, totwijziging van de Zondagswet, een ongelukkig stukje wetgeving is geweest.

Men had de bevoegdheid om over al of niet opening van sportaccommodaties op zondag te beslissen nooit van de gemeenteraad mogen aöiemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1978

De Banier | 8 Pagina's

De zwembadkwestie Hardinxveld-Giessendam

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1978

De Banier | 8 Pagina's