Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wet Europese verkiezingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wet Europese verkiezingen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

TER INLEIDING

Namens onze fractie heeft enige tijd geleden ds. Abma kort gesproken bij de behandeling van de Regeling van de verkiezing in Nederland van leden van het Europese Parlement (Wet Europese Verkiezingen). In eerste instantie maakte onze woordvoerder zich in het voetspoor van de heer Verbrugh sterk voor het vermelden op een gezamenlijke lijst van de politieke initialen. Het mocht echter niet baten; de meerderheid besliste afwijzend. Op andere fronten werd meer succes geboekt. Enkele amendementen werden zelfe overgenomen. Ik kom daar straks nog op terug bij de samenvatting van de onderhavige materie, waarmee eigenlijk twee wetsontwerpen waren gemoeid. Maar eerst geef ik nu het woord aan onze fractievoorzitter.

NIMMER MET ENTHOUSIASME

Meermalen is hier gesproken over de achter het wetsontwerp liggende problematiek, van onze kant nimmer met enthousiasme, voor zover mijn herinnering sfrekt. In ons politiek program wordt trouwens in afwijzende zin gesproken over integratie van Europa, met name over de bovennationale tendensen. Het heeft echter weinig zin de discussie hierover nogmaals te laten opvlammen. De argumenten zijn voldoende bekend. Bij de behandeling van de akte hebben wij die nog naar voren gebracht. Ons standpunt dienaangaande is niet gewijzigd. Daarin schuilt evenmin een reden om erop terug te komen.

Dit wetsontwerp is de praktische, zo men wil technische uitwerking van een beslissing die bereids gevallen is. Wij stellen er natuurlijk wel prijs op, dat die regels zo goed mogelijk uitvallen. Dat laat ons geenszins onverschillig. Daarom hebben wij reeds in samenwerking met anderen meegewerkt aan de schriftelijke gedachtenwisseling die aan deze discussie is voorafgegaan. Evenals anderen hadden wij graag enige verfijning zien aangebracht.

Elders zijn verfijningen zeer gewaardeerde grootheden. Waarom hier ook niet! Het is jammer dat de Regering deze suggesties niet met een zegeltje van welwillendheid heeft beplakt. Het aantrekkelijke zit hierin dat kringen waarin nog aarzehngen bestaan tegenover de Europese verkiezingen daardoor wellicht over de streep worden getrokken.

Ik veronderstel dat de Regering uit een oogpunt van democratie de poHtieke belangstelling in deze zin gaarne wil verhogen. Vaak bestaan prijzenswaardige' zorg en belangstelling voor minderheden. Hier kan op niet al te moeilijke wijze worden bereikt dat minderheden sterker bij deze zaak worden betrokken. Dat kan met name door de samenwerkingsvormen waarvoor al een lans is gebroken. Wij zouden graag zien dat deze iets soepeler werden tegemoetgefreden.

Mevrouw Kappeyne van de Coppello heeft gezegd, dat die samenwerking zich terstond optimaal moet ontplooien. Zij heeft zelfe enige argwaan aan de dag gelegd en gezegd, dat die ontbindende factoren terstond openbaar zullen worden wanneer de winst binnen is gehaald. Dat behoeft overigens helemaal niet te gebeuren en zal zelfs in vele gevallen niet kunnen wanneer bij voorbeeld in samenwerking slechts één zetel is behaald. Zij heeft de sfrakke regel „samen uit, samen thuis" gesteld, met andere woorden: alles of niets.

Ik dacht, dat er in dezen echter enige nuanceringen mochten zijn in de vormen van samenwerking. Men kan een verschillend huis bewonen maar buren zijn en waarom mag men dan niet eens samen uit, met name warmeer het een Europese reis betreft? Datbehoeft-dit aan het adres van de heer Bakker - helemaal geen acrobatiek te vergen. Ik vind het een beetje bekrompen dat op een gezamenlijke lijst de politieke initialen niet mogen worden vermeld. Voornamen, roepnamen en titels mogen allemaal worden vermeld en dat is ook ter tegemoetkoming. Welnu, waarom dan niet de politieke initialen? De heer Van der Sanden heeft gezegd, , dat het program de mensen moet verenigen. Dat zal zeer stellig gelden voor de sterk politiek bewusten en voor degenen die sterk meeleven, maar ik meen dat er ook in dit opzicht naast de sterkeren zwakkeren zijn. Ik vind dat de partij die wil opkomen voor der zwakken in de samenleving dat in dit opzicht ook wel mag doen.

Ik sluit mij graag aan bij wat de heer Verbrugh heeft gezegd, over de waarborging van de rast op zondag, welke rust zou worden verstoord wanneer het wild geraas van de verkiezingsuitslagen 's avonds losbarstte.

Ook ons bezwaar geldt de te hoge kiesdeler. Wanneer een aantal kleine partijen deelneemt die het niet halen, zou dit ten gevolg kunnen hebben dat de grote partijen vrij goedkope rest-' zetels in de wacht slepen. Waarom zouden in dezen niet de bepalingen kunnen gelden, die hier te lande gelden voor colleges van vergelijkbare sa-' menstelling, zoals gemeenteraden met 25 leden? Ten slotte, de heer Waltmans en anderen hebben gesproken over de waarborgsom. Wij hebben deze discussie wat concreter willen maken door indiening van een amendement, dat reeds ter sprake is gebracht door de heer Patijn. Ik dank alvast voor de steun die hij bij voorbaat heeft uitgesproken. Het befreft slechts de wijziging van een overgangsbepaling. De regel bestaat nu eenmaal dat politieke partijen die zitting hebben de waarborgsom niet verschuldigd zijn. Laat die bepaling dan ook gelden gedurende de overgangsperiode. Op die manier krijgen wij ook een wat glijdender overgang.

DE SAMENVATTING

Ik zei zojuist dat er twee wetsontwerpen in 't geding waren. Wel het zijn de volgende: Wet Europese verkiezingen (15 044)endeWetIncompatibiliteiten Europees Parlement. In de twee voetnoten zullen de bereikte wijzigingen nader worden toegelicht. Maar nu eerst de samenvatting.

Deze beide wetsontwerpen bevatten de regelingen die de regering noodzakelijk acht met het oog op de eerste rechtsfreekse verkiezingen voor het Europese Parlement in Straatsburg, die van 7 tot 10 juni 1979 in de negen landen van de Europese Gemeenschap zullen worden gehouden. Donderdag 7 juni zal de dag zijn waarop in Nederland de stemhokjes voor deze verkiezing geopend zullen zijn.

Het Europese Parlement telt op het ogenbhk 198 leden, die door de nationale parlementen uit hun midden worden aangewezen. Het straks rechtsfreeks te kiezen Europees Parlement zal 410 leden tellen, met een zittingsduur van vijf jaar, van wie Nederland er 25 'zal mogen aanwijzen. Met de rechtsfreekse verkiezing van het Europese Parlement, zo meent de regering, wordt een belangrijke stap gezet op de weg naar een versterking van het parlementair democratische karakter van de Europese Gemeenschap.

Het ligt in de bedoeling dat op den duur één uniforme regeling voor de Europese verkiezingen van kracht zal worden in alle negen landen van de Gemeenschap. Zolang die uniforme regeling er nog niet is, moeten de lidstaten elk voor zich een regeling vaststellen.

In wetsontwerp 15 044 stelt de regering voor de Nederlandse regeling zoveel mogelijk te doen aansluiten bij die welke voor de Tweede Kamer-verkiezingen geldt. Een belangrijk verschil is, dat de kring dergenen die aan de verkiezingen van het Europese Parlement mogen deelnemen veel ruimer is. Zij omvat mede alle Nederlanders die in de acht andere lid-staten woonachtig zijn, en verder de in Nederland wonende onderdanen van de andere lidstaten voorzover zij niet in de gelegenheid worden gesteld in hun e^en land aan deze verkiezingen deel te nemen. Met Ierland is Nederland tot dusver het enige land dat op deze wijze onderdanen van andere lid-staten bij de Europese verkiezingen befrekt.

Het passieve kiesrecht (het recht om tot lid van het Europese Parlement te worden gekozen) bUjft in de Nederlandse regeling voorbehouden aan ingezeten Nederlanders. De regering eeft wel overwogen dit recht ook aan ingezetenen uit de andere lid-staten toe te keimen, maar uiteindelijk toch gemeend dit niet te moeten voorstellen omdat „in de thans aanvangende overgangsfase, waarin de directe verkiezing van het Europese Parlement sterk het stempel heeft van een verkiezing per land, de nationaliteit van de gekozenen nog een relatief zwaar accent heeft".

De kandidaatstelling voor het Europese Parlement zal in Nederland plaatsvinden op de 43ste dag voor de dag der stemming, dat wil zeggen op woensdag 25 april. Alle deelnemende groeperingen zullen een waarborgsom van 18.000 gulden moeten storten die zij verbeuren wanneer zij op hun lijst minder dan 75% van de kiesdeler weten te verzamelen.l) (Daar bij de Europese verkiezingen slechts 25 zetels op het spel staan, zal de kiesdeler ongeveer zesmaal zo hoog liggen als bij Tweede Kamer-verkiezingen.)

De uitslag van de op donderdag gehouden stemming zal pas zondagavond of maandag bekend worden gemaakt. De negen landen hebben dit afgesproken om te voorkomen dat de uitslag van de verkiezingen in het ene land de uitslag in een ander land, waar later wordt gestemd, zal kunnen beïnvloeden. De regering stelt om praktische redenen voor wel donderdagavond terstond na het sluiten van de stembussen de stemmen te gaan tellen en de uitslag vast te leggen, maar met de bekendmaking van de uitslag te wachten tot overal in de lid-staten de stembussen zijn gesloten. Aan de leden van de stembureaus zal in verband hiermee een geheimhoudingsphcht worden opgelegd 2) Wetsontwerp 15 045 regelt de onverenigbaarheid van enkele befrekkingen op nationaal niveau met het lidmaatschap van het Europese Parlement. Zo zullen ministers, staatssecretarissen, leden van de Raad van State, commissarissen der Koningin en leden van de Algemene Rekenkamer niet tevens lid van het Europese Parlement kimnen zijn.

Leden van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal zullen voorshands ook van het rechtsfreeks gekozen Europese Parlement deel kunnen uitmaken. Of de mogelijkheid van een dubbel mandaat op den duur moet blijven bestaan zal op een later tijdstip moeten worden bezien, zo meent de regering.

1) Door een amendement van de leden Abma en Verbragh, dat door de Regering werd overgenomen, is deze bepaling als volgt gewijzigd. Bij de eerste verkiezing van de leden van hét Europees Parlement met toepassing van deze. wet behoeft de waarborgsom, bedoeld in artikel G14, eerste lid, van de Kieswet niet te worden gestort voor een lijst van een politieke groepering, waarvan een of meer leden zitting hebben in de Tweede Kamer, dan wel in geval de Tweede Kamer ontbonden is, zitting hebben gehad in de ontbonden Kamer.

2) Met befrekking tot de bekendmaking van de uitslag van de stemming is de volgende motie met vrijwel algemene stemmen aangenomen: „...overwegende, dat het van groot belang is, dat de uitslag van de Europese verkiezingen in alle Lid-Staten van de Europese Gemeenschap op hetzelfde tijdstip bekend wordt gemaakt; overwegende, dat zonder coördinatie in de Raad van de Europese Gemeenschap met befrekking tot deze bekendmaking, de landen die op donderdag of vrijdag de Europese verkiezingen organiseren in een ongelijke positie zullen zijn ten opzichte van de landen die op zondag de Europese verkiezingen houden en de uitslag direct bekend kunnen maken; verzoekt de Regering, in de Raad van de Europese. Gemeenschap met kracht te pleiten voor een gelijktijdige bekendmaking van de uitslag van de Europese verkiezingen op maandag 11 juni 1979.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 1978

De Banier | 8 Pagina's

Wet Europese verkiezingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 1978

De Banier | 8 Pagina's