GEMEENTEBESTUUR (9)

door C. den Uil

Een raadsvergadering mag volgens artikel 54 van de gemeentewet niet worden gehouden, als niet meer dan de helft van het getal zitting hebbende leden is opgekomen. Dit zal moeten blijken uit de presentielijst, zegt de wet.

Uit de woorden , , zitting hebbende leden" moet worden afgeleid dat rekening moet worden gehouden met vacatures. Men spreekt in dit verband van het vergaderquorum. Het vergaderquorum is dus het vereiste getal leden om de verga^dering te mogen houden. Nu de wet over , , opgekomen" spreekt, kan de vergadering blijven voortduren ook als tijdens de vergadering zoveel leden vertrekken, dat het quorum niet meer aanwezig is. Bij een stemming moet dit quorum wel weer zijn bereikt. Wel kunnen besluiten zonder hoofdelijke stemming worden genomen, ook al is het quorum niet aanwezig.

Wanneer het quorum niet is opgekomen, wordt een nieuwe vergadering belegd op de gewone wijze, met dien verstande dat slechts 24 uur behoeven te verlopen tussen de bezorging van de convocaties en het uur der vergadering.

Komt ook dan het vereiste getal niet op, dan geschiedt andermaal het beleggen van de vergadering op dezelfde wijze, echter met aanhaling in de convocaties van de bepalingen van artikel 54. Deze laatste vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal leden, dat is opgekomen. In deze vergadering mag niet worden beraadslaagd en besloten over andere zaken dan in de convocatie voor deze vergadering zijn vermeld.

Over alle zaken wordt mondelingen bij hoofdelijke oproeping gestemd, doch bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, bij gesloten en ongetekende briefjes. Over een ontslag dient dus mondeling te worden gestemd. Wordt bij het nemen van een besluit over een zaak door geen der leden stemming gevraagd, dan wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

Volgens het eerste lid van artikel 56 is een stemming nietig, indien niet meer dan de helft van het getal leden, dat zitting heeft en zich niet van medestemmen moet onthouden, aan de stemming heeft deelgenomen. Bij hetdoen vankeuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, worden leden, die blanco briefjes ingeleverd hebben, voor de toepassing van dit artikel geacht aan de stemming te hebben deelgenomen. In dit geval wordt gesproken van het stemmingsquorum. Een stemming is geldig, ongeacht het getal leden, dat er aan heeft deelgenomen, ingeval opnieuw wordt gestemd over een voorstel of over een benoeming, voordracht of aanbeveling van een of meer personen, ten aanzien waarvan in een vroegere vergadering een stemming op grond van het bepaalde in het eerste lid van artikel 56 nietig was. Hetzelfde is het geval bij een voor de derde keer bijeengeroepen vergadering, die wordt gehouden ongeacht het getal leden, dat dan. is opgekomen. Het kan nu niet meer voorkomen dat het nemen van besluiten onmogelijk wordt gemaakt, doordat telkens vóór de stemming een aantal leden zich verwijdert, of doordat een aantal leden eenvoudig niet ter vergadering komt.

Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de vol­ strekte meerderheid vereist van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen. Men spreekt hier van het beslui tquorum. Blanco briefjes tellen voor de toepassing van dit artikel niet mee. In enkele gevallen heeft de Kroon uitgemaakt dat tot het wezen van het raadslidmaatschap behoort het streven om tot besluitvorming te komen. Een raadslid heeft de plicht daaraan

naar vermogen mee te werken. De bepaling in een reglement van orde, waarin de mogelijkheid wordt opengelaten om zich aan die verplichting te onttrekken door zich van stemming over zaken te onthouden, acht de Kroon in strijd met het algemeen belang.

Bij staking van stemmen, zo zegt artikel 58, wordt het nemen van het besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. In deze en evenzo in een voltallige vergadering wordt, bij staking van stemmen, het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

Ingeval omtrent het benoemen, voordragen of aanbevelen vanpersonen de stemmen bij herstemming staken, beslist terstond het. lot. De wet, die wel de hoofdregels voor het houden van stemmingen bevat, laat in het midden hoe een loting moet gebeuren en wat eigenlijk een herstemming is. Dit zal moeten worden geregeld in het reglement van orde voor de vergadering van de raad. Bij wijze van voorbeeld volgen

Bij wijze van voorbeeld volgen hier de daarop betrekking hebbende bepalingen uit het reglement van orde voor de vergadering van de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, welke gelden bij een zogenaamde vrije stemming.

ARTIKEL 29

1. Indien bij de eerste stemming over personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede vrije stemming plaats.

2. Heeft ook bij deze stemming niemand de volstrekte meerderheid verkregen dan wordt een herstemming gehouden, welke wordt beperkt tot de twee personen, die bij de tweede vrije stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd.

3. Komen tengevolge van een gelijk aantal verkregen stemmen meer dan twee personen voor de herstemming in aanmerking, dan wordt bij een tussenstemming beslist wie van hen, die een gelijk aantal stemmen hebben verworven, bij de herstemming wordt c.q. worden betrokken.

ARTIKEL 30

1. Indien bij een tussenstemming of bij de herstemming de stemmen staken, beslist het lot.

2. Indien het lot moet beslissen, schrijft één van de leden het stembureau in het bijzijn van de leden van de vergadering de namen van hen over wie zal worden beslist op afzonderlijke briefjes van gelijke grootte en kleur. Deze briefjes worden op gelijke wijze dichtgevouwen en in een bus of ander geschikt voorwerp gedaan en geschud, waarna een ander lid van het • stembureau één van de briefjes er uit neemt. De persoon, wiens naam op dit briefje is vermeld, is de gekozene.

Het reglement van orde voor de vergadering van de raad wordt door hemzelf vastgesteld. De wet kan dit moeilijk uitputtend regelen. De vergaderorde van een raad van een grote gemeente zal immers vaak geheel anders zijn dan die van een kleine. De wet laat het aan de raad over om uit te maken wat de inhoud van het reglement zal zijn. Slechts eist de wet in artikel 112 dat bij het reglement van orde de wijze moet worden bepaald, waarop de secretaris bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis wordt vervangen.

Het reglement van orde moet aan Gedeputeerde Staten worden medegedeeld. Het behoeft dus geen goedkeuring. Een besluit tot vaststelling of tot wijziging van een reglement van orde kan echter wel worden getroffen door het Koninklijk vernietigingsrecht, indien daarin bepalingen voorkomen, die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang. Het is dus wel aan'; het zogenaamde repressief toezicht onderworpen. Daartoe moet het reglement aan Gedeputeerde Staten worden medegedeeld.

Het reglement van orde zal naast het bovenbedoelde verplichte voorschrift bepalingen inhouden omtrent o.a. tijdstip der vergadering agenda, presentielijst, wijze van beraadslE^en en hetdoen van voorstellen, handhaven van de orde, stemmingen, vragenrecht, instelling van commissies ad hoc, onderzoek geloofsbrieven, inhoud notulen, taak van voorzitter en secretaris etc.

De betekenis van het reglement van orde is betrekkelijk, omdat de raad altijd van dit reglement kan afwijken (b.v. door aan een lid een extra maal het voeren van het woord toe te staan), mits niet in strijd met de wet wordt gehandeld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen