De spelbreker

door Ds. P. Beekhuis, Noordeloos

Daniël nu nam voor in zijn hart, dat hij zich niet zou ontreinigen; met de stukken van de spijs des konings, noch met de wijn zijns dranks; daarom verzocht hij van de overste der kamerüngen, dat hij zich niet mocht ontreinigen. Daniël 1:8.

Nee, het is beslist geen plus, wanneer we bekend staan als een spelbreker. Dat zijn die onmogelijke mensen met een lastig karakter. Als je alles in kannen en kruiken denkt te hebben zijn zij het die op het laatste nippertje nog weer roet in het eten gooien en alles loopt fout. Ze bederven altijd alles. Lastige mensen om mee om te gaan. Om een kleinigheidje ontstaat er al een communicatiestoornis, zo noemen we dat dan met een vreemd woord. Spelbrekers. Wie zijn dat? Wijlen prof. G. Wisse schreef ergens - schrik niet - dat christenen spelbrekers behoren te zijn! Dat is gegeven met het christen-zijn. Is dat niet zo, dan ben je een naamchristen. Zoals een dode vis met de stroom wordt meegevoerd, zo worden zij meegevoerd met allerlei wind van leer en met de wereld. Ze kunnen wonderwel acclimatiseren op een werelds gezelschap en op een personeelsavond is er van hun in Christus geheiligd zijn, d.w.z. afgescheiden van de wereld zijn, niet veel te merken. Men past zich aan! Geen botsingen. Geen spelbrekers! Daniël kwam zijns ondanks midden in de wereld terecht. In Babel. In het derde jaar van Jojakim, de koning van Juda, kwam Nebukadnezar en sloeg het beleg voor Jeruzalem en nam het in. Een deel van de tempelvaten nam hij mee en een groot deel van het volk werd weggevoerd in balhngschap. Daar Daniël van vorstelijke bloede was, kwam hij aan het hof van Babel. Daniël en ook die met hem waren moesten daar worden omgeturnd, zoals men dat tegenwoordig noemt, tot rasechte Babiloniërs. Ze moesten anders heten. Ze kregen andere namen. Ze moesten anders weten. Ze werden onderwezen in de cultuur van Babel. Ze moesten ook anders eten. En nu komt het. Anders eten! Wat voor eten? Eten, dat eerst geofferd is aan de goden. Op z'n „Babels" gesacreerd! IMen sprak er een soort belijdenis mee uit, dat men alles aan de goden te danken had. U begrijpt het, nu komt het er op aan. Aan de tafel van Babel zitten, betekent verloochening van de Heere.

Wat zou u doen? De naamchristen redt zich er wel uit. Je moet verdraagzaam zijn! Je moet tenslotte met iedereen leren leven. Ja, ja, met iedereen leren leven, behalve met God. Men wil botsingen voorkomen. De vrede en de rust bewaren. Aan de woorden van de Heere Jezus dat Hij niet gekomen is om de vrede te brengen, maar het zwaard, wordt voorbijgegaan.

„Daniël nu nam voor in zijn hart, dat hij zich niet zou ontreinigen met de stukken van de spijs des konings, noch met de wijn zijns dranks; daarom verzocht hij van de overste der kamerlingen, dat hij zich niet mocht ontreinigen". Het vat geeft uit wat er in zit. In wegen van beproevingen komt de kracht van het geloof het meest openbaar. Daniël is niet zomaar iemand. Hij is iemand met een beginsel. Begiftigd met het beginsel des geloofs. Op een beleefde manier (het is niet betamelijk tegenover onze meerderen brutaal te zijn) maakt hij het bekend aan Aspenaz, de overste der kamerlingen. Met grote beslistheid wijst hij de tafel van de wereld af. Het moet voor Daniël wel moeilijk geweest zijn, zegt u. Nu, daar geloof ik niets van. Hij had God mee. En hebt u ooit gehoord dat iemand, die God aan zijn zijde had het moeilijk heeft gehad? U weet toch, dat de Heere psalmen geeft in de nacht? Ik denk dat Daniël zijn legering gevonden heeft in de Psalm van David: „Gij hebt m' in 't hart meer vreugd gegeven, dan and'ren smaken in een tijd, als zij, door aards geluk verheven, bij koorn en most wellustig leven, in hunnen overvloed verblijd". Wat is de wereld toch arm en wat is Gods volk onzegbaar rijk! Daniël en zijn vrienden zijn niet beschaamd met de Heere uitgekomen. Zij zagen er beter uit dan de jonge mannen, die de spijze van Babel aten!

In Daniël werkte Christus, Die gezegd heeft: „Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld". Voor Christus was op aarde geen plaats en voor de christen evenmin. Dood en leven kunnen niet met elkaar leven. Kerk en wereld kunnen niet samengaan. Als de wereld wat „verdraagzamer" wordt, wees dan helemaal op uw hoede. We leven echter in een tijd, dat de antithese, het verschil tussen kerk en wereld, verdoezeld wordt. We mogen de vraag wel stellen: waar zijn Daniels in 1974?

Velen passen zich aan aan de wereld. Een gestroomlijnd christendom!

We verkeren allemaal in Babel, in de wereld. Maar we mogen niet van de wereld zijn. De boom wordt aan de vruchten gekend. We kunnen ook in de kerk zijn en toch niet van de kerk! Als een wereldburger in de kerk. Vorm zonder wezen. Schijn zonder zijn. Uitwendig meelopen maar op kritieke momenten, als het er op aankomt, als het ons wat kost, weglopen. Demas ging ook een hele tijd mee, maar toen het gevaarlijk werd reisde hij naar Thessalonica en liet hij Paulus in de steek. Johannes zegt: zij gingen van ons, omdat zij van ons niet waren! Het is goedkoop om christen te zijn bij mooi weer, maar het moet maar eens gaan stormen dan komt er uit, wat er in zit!

We mogen onszelf wel onderzoeken, of we mensen zijn met een beginsel. Het beginsel der genade. M.a.w. zijn we spelbrekers! Het is geen best teken, als de wereld het zo goed met ons vinden kan! Zalig de mens, die God in Christus mag kennen als het allerhoogst en eeuwig Goed. Die mensen zijn in zichzelf straatarm en putten al hun heil en hun hoogst geluk uit de Heilsf ontein Jezus Christus. Daniël leefde in Babel onder een geopende hemel door het geloof.

Tenslotte de vraag: kent u geloofsbeproevingen? Dat is een kenmerk van genade. „Daniël nu nam voor in zijn hart, dat hij zich niet zou verontreinigen "

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen