Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heb ik het niet tot u gezegd!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heb ik het niet tot u gezegd!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door

Ds. G. Blom, Meerkerk

Toen zeide de koning van Israël tot Josafat: Heb ik tot u niet gezegd: Hij zal over mij niets goeds, maar kwaads profeteren? 1 Koningen 22 : 18.

Micha had voldaan aan de opdracht van Achab. Hij moest alleen de waarheid spreken in de Naam des Heeren. Nu, dat had hij gedaan. De Heere had hem geroepen om te spreken. Hij had hem ook voorgelicht door een visioen en door de woorden die Hij daarbij sprak. Zo kon Micha dus antwoord geven op de vraag die Achab hem gesteld had, of hij naar Ramoth in Gilead zou optrekken of het zou nalaten. Het was een zeer ernstig en waarschuwend woord geweest. Als Achab zou optrekken om Ramoth te veroveren, zou hij omkomen. Hij zou dus van de onderneming moeten afzien, wilde hij zijn eigen ondergang niet tegemoet gaan. Het was zaak voor Achab, dat hij deze conclusie uit de profetie van Micha zou trekken: ik laat mijn plannen varen, ik trek niet naar Ramoth in' Gilead.

Dat is toch steeds zo. Wanneer het Woord gepredikt wordt en de mens gewaarschuwd wordt voor het komende verderf, dan moet dit er toe leiden, dat de mens zich tot de Heere bekeert, dat hij gaat zoeken het oordeel te ontgaan en weder tot genade te komen. Dat moest toch altijd zo zijn, wanneer er mannen zijn die in de politiek of welk ander terrein ook opkomen voor het Woord en de Wet des Heeren, dat alles verworpen wordt ook op het gebied van de wetgeving wat in strijd is met Gods Woord. Daar zou de zegen des Heeren aan verbonden zijn. Achab bekeerde zich niet. Niemand doet het uit zichzelf. Wat is de mens toch blind en hard.

De koning laat de profeet uitspreken, dat wel, maar intussen wordt zijn verontwaardiging hoe langer hoe meer opgewekt. Het is toch onbeschaamd van zo'n profeet om zo iets te durven beweren. Het is weer als altijd. De andere profeten hebben veel goeds over hem gesproken, maar Micha weigert dat tenenenmale. Hij spreekt enkel kwaad. Zo zag Achab het, maar het is werkelijk ook zo. Die vierhonderd mannen hebben de raad gegeven om op te trekken en gesproken alsof zij naar de mond des Heeren spraken, dat Achab in vrede zou wederkeren. Zo hebben zij Achab gesterkt in zijn plannen, welker uitvoering zijn ondergang zou betekenen. En Micha heeft juist door zijn woord gewaarschuwd en gezegd: o koning, bewandel die weg niet, want ge komt om, maar val de Heere te voet.

Achab zag daar niets van. Hij wüde graag de profetie van de vierhonderd leugenprofeten als waarheid aanvaarden. Daarom kwam alles in hem in verzet tegen de waarheid, die Micha verkondigd had.

Laten we nooit vergeten, dat zij niet het kwade over iemand spreken, die waarschuwen voor het komende verderf, maar zij die in schijn het goede over iemand spreken en in werkelijkheid aansporen om op de heilloze weg der zonde voort te gaan. Ook al wordt daarbij de Naam des Heeren genoemd. Wat zijn er een blmde leidslieden der blinden en wat luistert de mens graag naar de leugen, veel liever den dat hij bidt, dat de Geest des Heeren hem ware wijsheid lere.

De mens laat zich niet waarschuwen. We kunnen het ook in ons land zien. Economisch gezien ziet het er donker uit. Er is veel werkloosheid, er is een ernstige energie-crisis. We gaan bergafwaarts. Er moeten maatregelen getroffen worden. Er moet bezuinigd worden, op elk gebied. AUer medewerking is nodig. Maar men wil er niet aan. De wijsheid ontbreekt, omdat men niet wil luisteren naar de waarheid van Gods Woord. Op godsdienstig gebied is het ook zo. Velen prediken: vrede, vrede en geen gevaar. Daar wordt veel liever naar geluisterd dan naar de stem van hen, die zoals vanouds prediken, dat er drie stukken nodig zijn te kennen tot zaligheid. Het is een oordeel van God, wanneer Hij de mens overgeeft aan de geest der dwaling om liever de leugen te geloven dan de waarheid. Er zijn getuigen nodig, die spreken als Micha, op elk terrein, maar het is evenzeer van node, dat naar hun stem geluisterd wordt.

Achab doet dat niet. In zijn verontwaardiging wendt hij zich tot Josafat, die eigenlijk de oorzaak is van dit voorval. Hij, Achab, had het al voorspeld en het is uitgekomen. Die Micha is nu eenmaal een dwars- Ugger, iemand die op alles en allen aanmerkingen heeft. Dat is nu ook weer gebleken. Heb ik tot u niet gezegd: hij zal over mij niets goeds maar kwaads profeteren?

De koning Achab heeft de raad van de profeet Micha gevraagd en nu heeft hij die gehoord, maar hij komt er niet aan toe om die goede raad te overwegen. Hij is onoprecht en blind. Hij wordt door de Heere losgelaten. Er kan geen inkeer meer komen. Achab heeft te lang gezondigd, zijn nek verhard. De Heere onthoudt hem alles wat tot inkeer leiden kan. Dat is ook al een oordeel. En in deze weg handhaaft Achab zichzelf tot het bittere einde. Hij verdedigt zich tegenover Josafat. Hij heeft geen goed woord over voor Micha. Het zou toch al te dwaas zijn om naar die man te luisteren! Zouden dan die vierhonderd profeten ongelijk hebben. Zou Micha het alleen weten? Dat is onbestaanbaar. Dus we gaan samen met onze l^ers naar Ramoth in Gilead en we zullen zeker zegevierend terugkeren.

De profetie van Micha ben Jimla heeft niets ten goede uitgewerkt. Zo gaat het doorgaans. De waarschuwingen zijn er nog wel. Op vele plaatsen wordt in ons land nog Gods Woord gebracht. In vergaderzalen van openbare lichamen wordt nog gesproken: alzo zegt de Heere in Zijn Woord. Er zijn nog mensen, die door woord en wandel spreken van de vreze des Heeren. Maar er wordt weinig of geen aandacht aan geschonken. Een geest van verzet ontwaakt en men gaat door in eigen gekozen wegen.

Het is zaak, dat de Micha's blijven waarschuwen. De Heere make getrouw en mocht er Zijn zegen aan willen verbinden tot behoud van land en volk en tot zaligheid van zondaren, om Christus wil.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 november 1979

De Banier | 8 Pagina's

Heb ik het niet tot u gezegd!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 november 1979

De Banier | 8 Pagina's