Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

's Heeren zorg voor een ontrouw volk (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

's Heeren zorg voor een ontrouw volk (II)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

door Ds. A. W. Verhoef,

Chilliwack (Can.)

Deuteronomium 29 : 5: En Ik heb ulieden veertig jaar doen wandelen in de woestijn; Uwe klederen zijn aan u niet verouderd, en uw schoen is niet verouderd aan uwe voet."

De veertig jaren in de woestijn had de Heere voor het volk, uit Abraham gesproten, getrouwelijk verzorgd. Maar hoe was het op de dag dat Mozes deze woorden sprak. Wel, de Heere Die gisteren Dezelfde was, was dat ook toen Mozes aan het einde van zijn aardse loopbaan het volk aansprak.

Menigmaal waren ze afgedwaald, menigmaal hadden ze geluisterd naar de stem van de vorst der duisternis. En voor hen, maar ook voor ons 20e eeuwse mensen mocht het wel gelden: „Reinig mij van mijn verborgen afdwalingen." En toch...o, die trouw des Heeren. Mozes mag hier iets wel zeef kenmerkends noemen: „Uwe klederen zijn aan u niet verouderd." Opmerkenswaardig woord. Hun klederen waren niet versleten.

Och, de mens van nature komt direkt aandragen met: Dat is toch onmogelijk! Hoe kan dat nu waar geweest zijn. Maar luister: De Heere zegt het.

De mode had dus ook geen invloed gehad. Kunnen wij dat ook zeggen? Wat een meegaan met de verheerlijking van het vlees. Wat een ontkleding, wat een schandelijke kleding wordt soms gedragen. Bedenk wel, ook in het in deze dingen al maar verder meegaan met de wereld, raken we ook al verder af van de oude paden. De Heere heeft ons, na de val kleding gegeven om onze schande te bedekken.

Moge het ook ons, rechtzinnige mensen (daar willen we toch immers nog wel voor gehouden worden) maar te bedenken geven dat ales we met de wereld wensen te leven, we ook met de wereld zullen sterven!

Jongeren en ouderen, vraagt toch om nederigheid des harten. Dan kunnen we er heus wel netjes uitzien, zonder te offeren op het altaar van de hedendaagse Godtergende mode. Mozes mag hen vragen: is er vandaag iemand die voor schande loopt? Neen, want de Heere had gezorgd dat de kleding niet verouderde. Een doorlopende weldaad dus. Het was een in het oog lopende weldaad.

Gelukkig het volk dat aan de schande van zijn geestelijke naaktheid ontdekt wordt, en de klederen van Christus' gerechtigheid nodig krijgt. Geloof me, die klederen verouderen nooit. Wat een eeuwig gewin zou het zijn, als de wereld en ook de al maar meer werelds wordende kleding, weg moest uit ons leven. Dan kan de Heere er voor zorgen dat we mogen beleven „Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgehangen."

Misschien zegt u: ja ik weet het wel, maar als ik soms naar sommigen kijk die voor Gods kinderen doorgaan, hoe modieus en duur ze gekleed gaan, is dat dan geen werelgelijkvormigheid? Zeker, en helaas moeten we dat beamen, dat is helemaal niet goed te praten. Maar als de Heere een ootmoedige en nederige geest geeft, dan zal toch het meeheulen met de wereld ook moeten worden uitgebannen.

Laat het maar een lering zijn voor een elk van ons. En daar komt nog bij, dat achter een eenvoudig gewaad dikwijls ook een bar hoogmoedig hart kan wonen. Ook in deze hebben we allen wel bekering van node.

En luister nu eens: Er zou geen rust moeten zijn voordat we de toepassing van Christus' zoen-en kruisverdienste zo nodig kregen, dat we niet meer af konden laten om te kermen om Zijn gerechtigheid, en die alleen.

Zalig wie het ten deel valt dat onze vuile zondeklederen mogen worden uitgetrokken en we het kleed van Zijn gerechtigheid mochten verkrijgen. Dat kunnen we niet stelen, dat kunnen we niet kopen of lenen, dat kunnen we alleen door vrije genade ontvangen.

Zijn wij onze vuile klederen al kwijt? Dat kan een kleed zijn van openbaar uitleven in de zonde, dat kan ook een kleed zijn dat gevernist is met enige vormen-godsdienst. Maar weet, dat we daarmede voor God niet kunnen bestaan.

Maar als we waarlijk in de nood om Zijn kleed verlegen raken, dan verbindt dat de zondaar aan Hem die dat kleed voor hen verdiende aan het vloekhout van Golgotha.

Er is meer in de tekst: En uw schoen is niet verouderd aan uwe voet." In het dagelijkse leven moeten onze schoenen telkens verzoold worden, als we ze tenminste niet meteen weggooien. Of omdat de mode allang weer wat anders voorschrijft. Je verwondert je er soms over hoe vrouwen en meisjes op de onmogelijkste soorten schoenen kunnen lopen. Maar ja, als de god van de mode het voorschrijft, dan doen we het, ook al moeten we er door met pijnlijke voeten lopen. Wat is een mens toch dwaas. En of je nu in Canada, Amerika of Nederland loopt, het is overal hetzelfde. Wat is onze zogenaamde westerse civilisatie toch het slachtoffer geworden van haar eigen dwaasheden. En weten wij ouderen nog wel waar we in de 2e wereldoorlog op lopen moesten. Een mens was dankbaar als hij nog een paar houten zooitjes kon krijgen, op de bon, met een simpel riempje er aan. Zijn we al deze dingen dan vergeten?

Maar hier beschrijft Mozes een wonder. Vele jaren heeft men op deze schoenen gelopen. Ze zijn heel gebleven. De Heere heeft hen werkelijk niet met gaten in hun schoenen laten lopen. En met deze schoenen zijn ze dan ook het land Kanaan ingetrokken.

Gezegend echter het volk dat het mag leren met de Bruid: Hoe schoon zijn uw gangen in de schoenen, gij prinsendochter. Zie, dat was een wandelen in de wegen des Heeren. Vele malen worden er gesproken in Gods Heilig Woord over het lopen in schoenen. Maar dat zijn andere schoenen dan die de wereld modeleert.

In de profetieën van Ezechiël wordt aan het volk het oordeel aangezegd. En dan zegt de Heere: Houdt stil van kermen, gij zult geen dodenrouw maken, bind uwe hoed op u, en doe uw schoenen aan uw voeten enz. En in het 23e vers komt de Heere er weer op terug. In tijden van rouw liep men voor enige tijd barrevoets. Maar nu mocht het niet van de Heere. Hij wenste geen schijndroefheid en geen schijnvertoningen. Zo is het vandaag nog. Paulus heeft het weer over iets dat ook met schoenen in verband gebracht wordt. Hij getuigt in Efeze 6:15 „En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid des Evangelies".

Ieder kind des Heeren moet bereid zijn om een goed getuigenis te geven van de Enige en volkomen Zaligmaker. Ze moeten leren niet alleen bereid te zijn te spreken over deze dingen met hen waarvan geen tegenstand te verwachten is, maar evenzeer met hen die in hun hart en levensopenbaring vijand zijn van vrije genade. Ja, ze moeten leren de wettige strijd tegen de duivel, de wereld en hun eigen boze vlees.

Het is een wonder als we door genade met ernst mogen waarschuwen, ja, de heilige begeerte mogen ontvangen om openbaar er voor uit te komen niet met de wereld mee te kunnen.

Maar evenzeer zou het een groot wonder zijn in onze tijd als er meer de hartelijke begeerte en blijdschap was om goed van de Heere en Zijn gezegende arbeid te spreken.

Overigens moge het ons genoeg zijn als Mozes zijn volk, maar ook ons zegt, dat het de Heere was die hun schoenen niet deed verouderen, ook al hadden ze lange jaren te reizen door woestijn en zand.

Achter de boodschap in de tekst volgt nog meer. Mozes sprak namens de Heere niet alleen over het heden en het verleden, maar ook. over de toekomst. Het volk was immers nog niet in het land Kanaan. Zo kan het zijn dat de Heere Zijn kinderen bemoedigde in het verleden en tot heden toe met hen te doen wil hebben, maar voor ze in Kanaan zijn kan er nog veel strijd zijn.

Gelukkig daarom die mens die mag verstaan wat hij ons leert in vers 9: „Houdt dan de woorden dezes verbonds en doet ze, opdat gij verstandiglijk handelt in alles, wat gij doen zult.

Getrouw gemaakt te worden, en ook in het aangezicht van een donkere toekomst de Heere te leren vertrouwen op Zijn Woord is een grote zegen en een onwaardeerbaar voorecht. Om te mogen leren: waardiglijk te wandelen achter de Koning der Kerk, die het roer van ons leven, het roer van Zijn verbrokkelde kerk, en het roer van de wereld in Zijn handen heeft. Zijt dan navolgers Gods, als geliefde kinderen. Op Gods trouw mag een arm zondaar rekenen, ook al heeft hij of zij er zich wel duizendmaal buiten moeten zetten, en moeten bekennen: „Ik ben niet waardig Uw dienstknecht genaamd te worden. En vergeet nooit het psalmwoord: „Het is trouw, al wat Hij ooit beval; het staat op recht en waarheid pal, als op onwrikbare steunpilaren."

Och, de Heere lere ons het oog naar Boven te slaan, want hier beneden is het niet. Dat volk kwam in Kanaan, maar zo is Christus de waarborg dat al Zijn lievelingen, die Hij kocht met Zijn hartebloed, straks mogen aanlanden in het hemelse Kanaan, waar twist en wrok, ellende en nood door de zonde, voor eeuwig zullen verdwenen zijn.

De Heere geve u mijn mede-reis-en tijdgenoot de behoefte om Hem te zoeken op uw reis hier door dit aardse tranendal, en Hij geve Zijn kinderen meer op Hem te vertrouwen. Die een Waarmaker is en blijft van Zijn Woord. Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1980

De Banier | 1 Pagina's

's Heeren zorg voor een ontrouw volk (II)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1980

De Banier | 1 Pagina's