Bede ter gelegenheid van de troonsbestijging (1)

door H. G. Abma

o God, geef de koning uwe rechten, en Uw gerechtigheid de zoon des konings. Psalm 72:1.

De apostel Paulus hecht er de grootste waarde aan dat de gemeente voorbede doet. Het gaat om een vermaan voor alle dingen. Letterlijk schrijft hij aan zijn jeugdige medewerker Timotheus: Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen voor alle mensen, voor koningen en allen die in hoogheid zijn, opdat wij een stil en gerust leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid. Daaraan voegt Paulus de opmerking toe, dat dat goed en aangenaam is voor God, onze Zaligmaker, welke wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis der waarheid komen.

Wanneer het in het algemeen goed is dat wij, en wel bij de voortduur, de Heere vragen voor koningen en allen in hoogheid, dan stellig zullen wij bijzonder en met grote aandrang en vurigheid onze gebeden opzenden op het moment dat een nieuwe vorstin haar roeping volgt en als Koningin wordt gehuldigd zeker wanneer dit plaats vindt in eigen vaderland. Het allerbeste wat wij voor haar kunnen en mogen doen is boven alle twijfel voor haar de Heere aanroepen met smekingen, gebeden, voorbiddingen en dankzeggingen.

Met dankzegging speciaal ook voor wat de Heere Haar en ons geschonken heeft in het regiment van haar voorgangster en moeder, onze vorstin Koningin Juliana. Ik mag dat nu nog neerschrijven. Dankzegging omdat de Heere in haar moeder aan Koningin Beatrix behalve veel ook een illuster voorbeeld geschonken heeft. Onze nieuwe koning is dat zich ook levendig bewust blijkens waarderende woorden over de wijze waarop Koningin Juliana zich nauwgezet en bekwaam van haar hoge taak heeft gekweten.

Wij behoeven niet in verlegenheid te verkeren, wanneer de vraag opkomt hoe wij zullen bidden voor haar, die deze week haar regering aanvangt. De Heilige Schrift geeft in vele gevallen met zeer veel de woorden die wij bidden zullen. Op die manier vindt de bede vervulling: Heere, leer ons bidden, wanneer wij niet weten te bidden gelijk behoort. Het laatste vers van Psalm 72 leert ons dat wij met een gebed te doen hebben, voorzover wij dat allang niet hadden opgemerkt uit de inhoud. Deze psalm is een bede voor de koning. En van Wie? Van niemand minder dan van de man naar Gods hart, die zovele gebeden op zijn naam heeft. Van of voor Salomo. Mogelijk heeft Salomo de bede met zijn handschrift geschikt gemaakt voor de tempeldienst. De Heere wil immers dat vooral ook voorbede geschiedt in de samenkomsten.

Het voornaamste werk van de koning in oude tijde was de rechtspraak. Dat blijkt ten overvloede uit Salomo's eigen gebed in Gibeon, waarover I Koningen 3 verhaalt.

Geef dan Uw knecht een verstandig hart om Uw volk te richten. O, dat de Heere zo goed, zo vriendelijk, zo nederbuigend en vervullend genadig wil wezen dat Hij de nieuwe Koning, die aantreedt. Zijne rechten. Zijn rechtsbeslissingen wil geven, opdat Hij het Zelf is Die door de mond van de Koning recht spreekt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen