Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het laatste oordeel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het laatste oordeel

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door Ds. P. Blok Dirksland

En ik zag een grote witte troon en Dengene, Die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvloden en geen plaats is voor die gevonden.

En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God en de boeken werden geopend.

Openbaring 20 : 11—12.

De apostel Johannes heeft in de donkerste tijd van zijn leven grote geheimen van God geleerd. De vijanden van de kerk hadden uitgeroepen: „Hij, die daar nederligt zal nooit meer opstaan." Maar de Heere heeft juist in die ogenblikken getoond dat de zaak van Gods Koninkrijk een zekere voortgang zal hebben. Bij de vele Godsopenbaringen op Padmos is die van het eindgericht en het laatste oordeel tot een rijke troost voor de ge-.Tieente des Heeren. Het laatste oordeel zal komen. De wereld met alles wat daarop is zal ondergaan onder het oordeel Gods. Het geroep van de vijanden des Heeren zal verstommen en de Heere zal Zijn triumf openbaar brengen. Het laatste oordeel bepaalt ons bij het einde der wereld. De tekenen van de tijd wijzen op de naderende komst van de Koning. De brute Godsverwerping en - negering zijn de tekenen in Gods Woord aangewezen. De wereld rijpt in de uitleving van de val naar de uiteindelijke Goddelijke oogst. Velen hebben over het einde en het gericht een oordeel gevormd, maar daarvoor is de mens der zonde te dwaas. De mens heeft geen bevoegdheid om te spreken over daden, die de Heere Zelf toe komen. De mens is te diep gevallen om van zichzelf hierover te kunnen oordelen. Gewis, de Heere zal afrekenen met allen, die gespot hebben met God en Goddelijke zaken.

De Heere heeft de geheimen van het oordeel aan een kind en een knecht Gods willen openbaren. In opdracht van de opgestane en verheerlijkte Koning heeft hij het opgetekend in het boek der Openbaring. Johannes zag een grote witte troon. De plaats van het gericht wijst naar de vlekkeloosheid en majesteit van Sions Koning. Hij is waarlijk souverein en onschendbaar. Gerechtigheid en gericht is de vaste plaats van Zijn troon. Het gezicht moet vreselijk zijn voor de vijanden van de Koning. Johannes heeft ook de Rechter gezien. De Heere heeft in Zijn Woord ons geleerd dat de Vader het oordeel aan de Zoon heeft gegeven. In volle overeenstemming met het Drieënige Wezen Gods zal Hij handelen. Wij moeten allen geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat ieder zal wegdragen hetgeen in het lichaam is geschied, hetzij goed of hetzij kwaad. Christus openbaart zich daar als Rechter. Dan is de openbaring van Hem in de schrift tot zaligheid voorbij. Dan vertoont Hij Zich niet meer als de Verlosser van de Vader gezonden tot zaligheid van verloren Adams zonen en dochters. Dan is Hij niet de Voorspraak aan de rechterhand van de Vader. Dan openbaart Hij Zijn majesteit als „de Rechter". De eerste daad van Zijn heilige rechtvaardigheid heeft Johannes gezien. Als Hij op de troon plaatsneemt, dan vüeden de hemel en de aarde. Eenmaal heeft Hij gesproken: „Zie Ik maak alle dingen nieuw." Het heeft echter een nog veel grotere verborgenheid in zich. Het zichtbare en tastbare waar de mens op leefde, voor leefde, waar hij alles voor gewaagd heeft is dan weg. Dan vergaat alles waar de mens voor leefde. Dan is ook verdwenen de inhoud van het leven van de buiten God levende mens. Alles zal dan ontnomen worden en dan staan wij leeg voor God. Hoe gelukkig is toch het ware volk des Heeren. Zij mochten door genade doorleven, wat Johannes zag. Voor hen verging de wereld in de tijd. Duidelijk is dat openbaar gekomen in het scheiden van de wereld. Terstond komt dat in de vrucht openbaar. Hoevelen missen dat zekere kenmerk der genade. Nimmer stierven zij aan de wereld en werden dan ook niet der wereld gekruisigd. Of vertoonden voor een tijd de gestalte der Godzaligheid, maar na een tijd keerden zij terug naar hun werelds kleed en wereldse vrienden en gingen de ontdekkende prediking haten en verfoeien. Johannes zag dat de wereld wegvlood. Ze bestond niet meer. Ze verdween om nooit meer terug te komen. Het is een treffend beeld. Daarmee veroordeelt de Schrift het leven in de wereld en als de wereld. Gods Volk zal alleen wonen. Voor de witte troon en Christus stonden mensen. Met het aangezicht naar Hem gekeerd. Allen zien de Koning en de Koning ziet allen. Johannes noemt ze de doden klein en groot. Zeker is dat allen krachtens de diepe val zijn onderworpen aan de drievoudige dood. Bij de verschijning van Christus zullen er zijn die de na­ tuurlijke dood nog niet zijn gestorven. Ook dezen staan voor de troon. Daar is geen spot meer, geen hoon en miskenning van de levende God. Daar zullen allen zien de Koning van de Kerk. Allen, ook degenen, die Hem doorstoken hebben. Daar zullen staan de koningen der aarde en de heersers der volken. Daar zullen ook de bedelaars staan. Daar zullen de rijken en de armen gevonden worden. Vrienden en vijanden. Hooggeëerden en verachten. Velen, die op de aarde door duizenden zijn bejubeld en anderen, die het afschrapsel der aarde werden genoemd. Bovenal zullen daar staan Gods kinderen, gekocht door het bloed des Lams en allen, die Sion gram waren. Johannes zag dat de boeken werden geopend. Dat wijst op het boek van Gods alwetendheid. Alle dingen zijn bij de Heere bekend. Daar is het boek der voorzienigheid, daar zal in te lezen zijn alle handelingen Gods met de mens, de roepstemmen, de lokstemmen, de waarschuwingen, de zegen en de tucht. Daar staat in te lezen de arbeid door de prediking. Ook zal het boek van het geweten geopend worden. Deze boeken zijn bij GO'IJ kinderen bekend.

Kennen wij ze ook? Zijn ze tot nu toe altijd gesloten gebleven? Vraagt dan of de Heere het in de tijd wil openen, voor de witte troon zal het te laat zijn. Nu laat Christus het als Verlosser het u voorstellen, voor de troon zal het als Rechter zijn. Dan zullen wij geoordeeld worden. Dat wil zeggen: „Eeuwig binnen of eeuwig buiten". Vreest 's Heeren macht en dient Zijn Majesteit.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juli 1980

De Banier | 8 Pagina's

Het laatste oordeel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juli 1980

De Banier | 8 Pagina's