Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEMEENTEBESTUUR (21)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEMEENTEBESTUUR (21)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

door C. den Uil, Hendrik-Ido-Ambacht

Tot de aan de burgemeester opgedragen uitvoerende bevoegdheid behoort volgens artikel 77 der gemeentewet ook de vertegenwoordiging van de gemeente in alle rechtsgedingen. De redactie van dit artikel 77 dateert in zijn huidige vorm van 1931. De memorie van toelichting op het bewuste wetsontwerp verklaarde „dat de gemeente zelf - overeenkomstig meer moderne opvattingen - partij is in haar processen, zowel eisend als verwerend, dus zelf moet dagvaarden en gedagvaard worden, doch dat de burgemeester degene is, die bij die gedingen voor haar optreedt, handelt en besluit".

Op grond van de vroegere redactie werd vóór 1931 veelal aangenomen, dat de burgemeester en niet de gemeente moest dagvaarden en gedagvaard worden en dat de burgemeester en niet de gemeente partij in het rechtsgeding was. De gewijzigde redactie maakt het nu mogelijk dat de burgemeester ook, als getuige kan optreden in een door de gemeente gevoerd rechtsgeding. De burgemeester is niet bevoegd tot het op eigen gezag instellen van een eis in rechte namens de gemeente. Daarvoor zal dus een besluit van een hoger gemeentelijk bestuursorgaan nodig zijn. De gemeentewet regelt dit in artikel 177, dat bepaalt dat de raad beoordeelt en beslist of vanwege de gemeente een rechtsgeding zal worden gevoerd. De raad kan deze bevoegdheid aan' burgemeester en wethouders delegeren. De wet zelf kent een uitzondering op de algemene regel. Burgemeester en wethouders besluiten namelijk, voor zover de raad niet anders bepaalt, tot het voeren van rechtsgedingen door de gemeente betreffende het ontruimen van woningen, het invorderen van woninghuren en de ontbinding van overeenkomsten ter zake van de huur van woningen. Volgens artikel 209, letter r, besluiten burgemeester en wethouders tot het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte, voordat de gemeente tot het voeren van een rechtsgeding kan overgaan.

De rechtsgedingen kunnen naar sommiger mening zijn burgerlijke rechtsgedingen, strafgedingen en administratiefrechtelijke rechtsgedingen. Ook voor de administratieve gedingen zal de burgemeester dus de gemeente moeten vertegenwoordigen, tenzij een bepaalde wet anders voorschrijft.

De vertegenwoordiging in rechtsgedingen door de burgemeester is te beschouwen als een taak van mechanische uitvoering. De keuze van de procureur, die voor de gemeente zal optreden, berust daarom niet bij de burgemeester, maar bij burgemeester en wethouders, omdat de uitvoering van het raadsbesluit tot het voeren van een rechtsgeding op dit punt immers nadere overweging eist. Ook het inwinnen van rechtskundige adviezen behoort tot de taak van burgemeester en wethouders.

Indien het rechtsgeding wordt gevoerd tussen gemeenten, waarvan dezelfde persoon burgemeester is, wordt één van de gemeenten vertegenwoordigd door haar loco-burgemeester. De wet laat er zich niet over uit van welke gemeente de loco-burgemeester optreedt. Het ligt echter voor de hand, dat de gemeente, die dagvaardt, door de burgemeester wordt vertegen­ woordigd. Het is wel heel vreemd dat geen vervanging wordt geëist bij een geschil tussen de burgemeester persoonlijk en de gemeente. De burgemeester moet dan immers ook namens de gemeente optreden, terwijl zijn persoonlijk belang in het geding is.

Behalve dat de gemeente betrokken kan geraken bij rechtsgedingen, verricht zij ook buitengerechtelijke rechtshandelingen. Artikel 78 van de gemeente zegt, dat ook hier de burgemeester de gemeente vertegenwoordigt. Buitengerechtelijke rechtshandelingen, die voor de gemeente moeten worden gedaan, zullen bestaan uit burgerrechtelijke overeenkomsten, zoals aan-en verkopen van onroerend goed, sluiten van geldleningen en huurovereenkomsten e.d.. Artikel 78 slaat uitsluitend op civielrechtelijke buitengerechtelijke rechtshandelingen. Het aangaan van gemeenschappelijke regelingen tussen verschillende gemeenten valt er dus niet onder.

De vertegenwoordiging van de gemeente door de burgemeester is ook hier volgens gezag hebbende meningen een daad van mechanische uitvoering van het besluit van de raad of van burgemeester en wethouders. De taak van de burgemeester reikt in dit opzicht niet verder dan tot het aangaan van de overeenkomst zelf, waartoe de raad heeft besloten, hetgeen neerkomt op het verschijnen als partij bij het passeren van de akte, die van de overeenkomst wordt opgemaakt. Alles wat daaraan voorafgaat ter uitvoering van het raadsbesluit en ter voorbereiding van de overeenkomst, zoals het houden van besprekingen en het voeren van de correspondentie, valt buiten het bedoelde in artikel 78 omdat dit tot de taak van burgemeester en wethouders behoort. Bovendien heeft de bur­ gemeester - evenmin als dat bij het voeren van rechtsgedingen het geval bleek - geen enkele bevoegdheid om zelfstandig tot het verrichten van buitengerechtelij ke rechtshandelingen te besluiten. De basis hiervoor kan uitsluitend een besluit van de raad of van burgemeester en wethouders zijn.

De burgemeester kan de vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aangewezen gemachtigde. Dit kan zowel een gemeenteambtenaar als een ander zijn.

Dit wordt temeer als een argument aangemerkt voor de zienswijze dat de uitvoering door de burgemeester louter een mechanische is. Het zou immers te dwaas zijn dat een buitenstaander zich inlaat met een te detailleren uitvoering van een raadsbesluit, waartoe slechts burgemeester en wethouders zijn geroepen. Als regel zal een gemeente-ambtenaar worden gemachtigd. De machtiging is een publiekrechtelijke handeling, zodat geen sprake is van lastgeving ingevolge het burgerlijk recht. De gemachtigde moet men dus niet zien ais een gevolmachtigde, maar als een orgaan van de gemeente. Dit is van belang voor de notaris, die in deze gevallen geen volmacht aan de akte behoeft te hechten.

Ook hier kan het voorkomen dat bij een rechtshandeling twee gemeenten zijn betrokken, waarvan dezelfde persoon burgemeester is. Eén der gemeenten zal dan vertegenwoordigd worden door haar burgemeester en de andere door haar loco-burgemeester. Nog minder dan bij rechtsgedingen bestaat er reden voor dit voorschrift.

Gaat de burgemeester privé een overeenkomst met de gemeente aan, dan behoeft hij zich immers ook niet als vertegenwoordiger van de gemeente te laten vervangen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1980

De Banier | 8 Pagina's

GEMEENTEBESTUUR (21)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1980

De Banier | 8 Pagina's