Ik ben de weg

door Ds. P. Beekhuis te Noordeloos.

Ds. P. Beekhuis

IK BEN DE WEG

Johannes 14 : 6b.

Wat een weg is, weten wij allemaal. Een weg verbindt twee steden met elkaar. Door middel van de weg komen we van de éne stad naar de andere. Hoe groter de afstand, des te langer de weg!

De afstand tussen God en de mens is door de zonde onmetelijk groot. Daar is kort gezegd geen weg, waardoor de mens met God in verbinding kan komen. D.w.z. bij de mens vandaan niet. Van de aarde loopt geen weg naar de hemel. Die afstand is te groot. Dat is onmogelijk.

Maar o wonder. Er loopt wel een weg van de hemel naar de aarde. Kerstfeest wil zeggen: hemel en aarde reiken elkaar de hand. Waar geen weg meer was heeft God in de stilte der eeuwigheid nog een weg uitgedacht. "Ik ben de Weg". Dat zegt Jezus Christus, de Zoon van God. Dat is de verse en levende weg tot God terug, geplaveid met Zijn zoen- en kruis verdienste.

De aanleiding van Jezus dit beeld te gebruiken was de vraag van Thomas. De Heere Jezus sprak over Zijn heengaan tot de Vader. "En waar Ik heenga, weet gij en de weg weet gij." Dit deed Thomas vragen: "Heere, wij weten niet, waar Gij heengaat; en hóe kunnen wij de weg weten? Jezus antwoordt: "Ik ben de weg". Christus predikt Zichzelf als de Weg tot de Vader! Let wel: de Weg. Niet een Weg dus, maar de Weg. Alle andere wegen worden dus met één pennestreek van de tafel geveegd. "En de zaligheid is in geen anderen; want er is ook in de hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welke wij moeten zalig worden". Alle mensen zijn van nature van de goede weg af. In het paradijs is de mens op eigen gekozen wegen gegaan. En dat zijn allemaal wegen, die voeren naar het eeuwig verderf. Het zijn wegen van God af!

Er is wel verscheidenheid in die wegen. Er zijn goddeloze wegen, zondige wegen. Daarop bevinden zich mensen, die zich van God noch gebod iets aantrekken. Zij leven om te consumeren en zich te amuseren. Elke vermaning ketst af tegen de muur van hun onverschilligheid. Hun geweten hebben ze als met een brandijzer toegeschroeid.

Maar behalve goddeloze wegen, waarop zich dus mensen bevinden, die in him goddeloos en ondankbaar leven voortvaren en zich tot God niet bekeren, zijn er ook vrome en godsdienstige wegen! Op die weg kom ik Joas tegen, die wel de Heere diende, maar niet met een volkomen hart. Daar tref ik de rijke jongeling aan, die wel ernstig en vroom is en zeer zeker bezig is met de din­ gen der eeuwigheid, maar voor wie goud meer waarde heeft dan God. We zouden nog meer voorbeelden kuimen noemen. Maar genoeg! Dit staat vast: Zij hebben zelf een weg uitgedacht, die zij geplaveid hebben met goede voornemens, met een leven van deugden en plichten, met wat uitwendige godsdienst. Zij denken, dat dit wel genoeg is voor de eeuwigheid. Een weg dus van de aarde naar de hemel. Zij zijn er niet aan ontdekt, dat dit eeuwig onmogelijk is. Bunyan zegt dat hij een weg zag van de hemelpoort naar de hel! Gods Woord zegt "er is een weg, die iemand recht schijnt, maar het laatste van die zijn wegen des doods". Spr.l4: 12.

Als het goed is zult u twee dingen moeten leren: in de eerste plaats moet u er aan ontdekt worden, dat u op de verkeerde weg bent en in de tweede plaats moet u de Weg, Christus leren kennen. De Heere doet zowel het één als het ander. En als de Heere u er aan ontdekt, dat u op een doodlopende weg wandelt, wat gaat u dan doen? Dan gaat u pleitend bidden en biddend pleiten op Zijn trouw Verbond: Heere leidt mij op de eeuwige Weg! U leert het inleven door eigen schuld de weg naar God te hebben opgebroken. Als een onwaardige en gans verlorene leert u zich kennen voor de Heere, die geen onrecht zou doen als hij u voor eeuwig zou verwerpen. In die weg gaat de Heere voor het zielsoog de Weg ontsluiten, die er niet in u is, want u ziet helemaal geen weg meer, maar in die dierbare Borg en Zaligmaker Jezus Christus. Wat een eeuwig wonder en verruiming voor het hart als alleen al gezien mag worden dat er nog een weg is. Dan kimnen ons de zonden in de weg staan, maar de Heere niet! Dan kan ons hart ons veroordelen, maar de Heere, Die meerder is dan ons hart, niet! De in zichzelf veroordeelde zondaar roept het uit: is er nog een weg, waardoor ik de welverdiende straf kan ontgaan en wederom tot genade komen? Ja zegt Christus, Die Weg ben Ik. "Ik ben de Weg."

De Heere leidt Zijn volk terug naar het paradijs en het vindt z'n hart verldaard in wat David moest belijden: "Zie ik ben in ongerechtigheid geboren en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen." Ps. 51: 7.

"Ik ben de Weg." Dit is een volkomen Weg. Een volmaakte Weg. Het is zelfs niet mogelijk, dat iemand op die Weg kan omkomen! Daar staat Hijzelf voor in. Deze Weg immers is geplaveid met Zijn verzoenend lijden en sterven! Alles uit genade! De aardse pelgrimsweg mondt uit in het eeuwige leven.

Bent u nog op de verkeerde weg? U weet toch waar deze weg op uitloopt Bidt den Heere of Hij u wil brengen op deze Weg. Pleit op Zijn beloften. Wacht er niet mee. Het kan spoedig te laat zijn. "Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden rechtmaken." Ik ben de Weg."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen