Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Regionaal sociaal-economisch  beleid 1981 tot 1985

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Regionaal sociaal-economisch beleid 1981 tot 1985

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uitgebreide commissievergadering

door de heer Van Dis

TWEELEDIGE DOELSTELLING

De doelstelling van het regionaal sociaal-economisch beleid is tweeledig. Enerzijds wordt gestreefd naar een grotere gelijkwaardigheid van regionale welvaartsituaties, die tot uitdrukking moet komen in kansen op werk en inkomen, terwijl anderzijds wordt beoogd, een vergroting van de bijdrage vanuit de regio's aan de nationale welvaartsontwikkeling. Heb ik het goed begrepen dat de samenhang van deze doelstellingen zodanig is dat, wanneer het beleid slechts een verschuiving in de welvaartsituaties van de verschillende regio's teweeg brengt, dit toch past in de doelstelling van het regionaal sociaal-economisch beleid? In dit verband bedoel ik niet alleen dat bepaalde activiteiten vanuit de Randstad worden overgeplaatst naar de stimuleringsgebieden.

Het is echter niet ondenkbaar dat als gevolg van bij voorbeeld de investeringspremieregeling er concurrentievervalsing optreedt. Investeringen, met name uitbreidingsprojecten in de regio's waar de investeringspremieregeling geldt, kunnen ten koste gaan van arbeidsplaatsen elders in het land. Hoe moeten in dit verband de resultaten, zoals weergegeven in tabel vijftien van de nota, worden geïnterpreteerd? Welk deel van het geraamde aantal arbeidsplaatsen dat verbonden is aan de gepremieerde investeringen, zijn werkelijk nieuwe extra arbeidsplaatsen?

Alhoewel in het regionaal sociaal-economisch beleid de doelstelling met betrekking tot de gelijkwaardigheid van de regionale welvaartsituaties de prioriteit heeft, is de investeringspremieregeling destijds toch geïntroduceerd om door middel van particuliere investeringen de werkgelegenheid uit te breiden?

De investeringspremieregeling lijkt gezien de resultaten uit tabel vijftien, een nuttig instrument om de verschillen in de regionale welvaartsituaties te verkleinen, maar kan de Minister ook aangeven welke bijdrage de investeringspremieregeling levert aan de nationale welvaartsontwikkeling, de tweede doelstelling van het regionaal beleid?

DE STURENDE WERKING VAN DE INVESTERINGSPREMEEREGELING

Ik wil nog een vraag stellen over de sturende werking van de investeringspremieregeling. De meeste i.p.r.-middelen zijn besteed aan uitbreidingsprojecten. Nu is de sturende werking van de investeringspremieregeling, zo schrijft de regeringsnota, bij uitbreidingsprojecten minder sterk. Toch lijken de resultaten niet onbevredigend.

Dit doet bij mij de vraag rijzen of de oorzaken van de problemen in de zwakkere regio's wel zo regionaal gebonden zijn? Het lijkt mij meer dat de problemen te maken hebben met de financiering van een eventuele uitbreiding van investeringen. Wanneer de problemen nu financieringsproblemen zijn en zij minder te maken hebben met het wegnemen van regionaal gebonden belemmerende factoren is, dan niet hetzelfde resultaat te bereiken met een meer algemene regeling? Ik hoor hierover graag de mening van de bewindsman.

DIFFERENTIATIE IN DE PREMIENIVEAUS

In dit verband wil ik ook een opmerking maken over de differentiatie in de premieniveaus. De sturende werking van de investeringspremieregeling is in het geval van nieuwe vestigingen beduidend groter dan bij uitbreidingsinvesteringen. Wat is het effect dat de Minister verwacht nu er ook voor deze uitbreidinginvesteringen ook een verschil in premieniveau moet blijven bestaan? Kan deze diffenrentiatie niet evengoed worden beperkt tot die gevallen waarin sprake is van een nieuwe vestiging? De meeste i.p.r.-middelen worden besteed aan uitbreidingsprojecten. De sturende werking van de investeringspremieregeling is hierop gering. Ik hoor ook hierop graag een reactie van de Minister.

Nog een ander punt. Heb ik het goed begrepen dat de Minister de investeringspremieregeling wat wil inperken wat de hoogte van de premies betreft? De uitbreidingspremies worden met 5%punten verlaagd. Nu hebben de meeste i.p.r.-uitkeringen betrekking op uitbreidingsprojecten. Welke bedoelingen heeft de Minister hiermee? Zou de enige reden zijn dat er een beperkte differentiatie moet worden aangebracht tussen vestigingspremies en uitbreidingspremies, dan had de Minister uiteraard ook de premies voor nieuwe vestigingen kunnen verhogen.

De indruk dat de Minister de uitgaven van de investèringspremieregeling wil beperken, wordt versterkt doordat hij de minimuminvesteringsgrens wil optrekken van ƒ 200.000 tot ƒ 250.000 Heeft dit ook niet als gevolg dat vele kleinbedrijven voor wat betreft de investeringspremieregeUng buiten de boot vallen? Hoeveel premies zijn er in de afgelopen periode met betrekking tot investeringen tussen de ƒ 200.000 en ƒ 250.000? Wellicht wil de Minister ons hierover wat meer informatie verschaffen.

SELECTIEVE INVESTERINGSREGELING

Over de Selectieve Investeringt, regeüng wil ik het volgende opmerken. Er is enig verband tussen deze regehng, het i.p.r.-beleid en het voorwaardenscheppend beleid. De nota schrijft dat de SIR aansluit op de tweede centrale doelstelling van het regionaal sociaaleconomisch beleid, namelijk een vergroting van de bijdrage vanuit de regio's aan de nationale welvaartsontwikkeling. Met name wat de heffing in dit opzicht betreft, is deze aansluiting mij niet helemaal duidelijk. Kan de bewindsman deze passage uit de nota nader toelichten? Is het niet zo dat onze huidige economische problemen van zodanige aard zijn dat de SIR eigenlijk is achterhaald? Dat geldt ook voor de grote steden. Werkt de SIR niet belemmerend daar waar men probeert de problemen te verminderen? Mijn fractie zou het daarom op prijs stellen wanneer ook meer duidelijkheid kwam over de vraag wat er nu precies met de SIRheffing moet gebeuren. Voor deze beleidskeuze kunnen een aantal factoren worden aangevoerd. Deze laat ik nu rusten, misschien kan hier later nog over gesproken worden.

In de Nota Regionaal sociaal-economisch beleid staat dat de feitelijke vesteigings- en verplaatsingstendensen van de bedrijvigheid zich ten dele anders voltrekken dan in gevolge de lijnen van het verstedelijkingsbeleid wenselijk wordt geacht. De oorzaak hiervan ligt voor een groot deel in het gebrek aan reële vestigingsalternatieven. In dat verband leeft bij mij de vraag of het gezien vanuit het spreidingsoogpunt niet gewenst is over de bijdrage in de aanlegkosten van nieuwe industrieterreinen op centraal niveau te beslissen en op dat niveau een actief beleid te decentrahseren naar de provincies. Hoewel decentralisatie op zich sympathiek is, lijkt mij, wanneer wij dat spreiden van actieviteiten werkelijk willen, dat dit beleid op centraal niveau meer effectief gevoerd kan worden. Ook hierover hoor ik graag de mening van de Minister.

Over de SIR-heffing heb ik nog een andere vraag. Op het ogenblik heerst er onzekerheid omtrent de afschaffing van de SIR-heffing. Is het niet nodig hier duidelijkheid over te krijgen, want die onzekerheid leidt naar onze mening tot uitstel van de gewenste investeringen. Ook met het oog op de werkgelegenheid zouden wij graag willen dat die onzekerheid zo vlug mogelijk wordt opgeheven.

Onze fractie vraagt zich ten slotte met anderen af of de voorstellen ten aanzien van de verlaging van de i.p.r. wel juist zijn. Door de wijzigingen in deze regelingen zien verschillende gemeenten hun eigen industriebeleid doorkruist. De bezwaren die ons hierover zijn toegezonden, geven dit ook duidelijk aan. Wij zouden graag willen dat van de zijde van de Minister een betere onderbouwing van dat nieuwe beleid wordt gegeven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1981

De Banier | 8 Pagina's

Regionaal sociaal-economisch  beleid 1981 tot 1985

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1981

De Banier | 8 Pagina's