Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Internationale implicaties van  het Arabisch-Israëlisch conflict

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Internationale implicaties van het Arabisch-Israëlisch conflict

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

door C. Verheij

VOORAF

In een enkel artikel is het onmogelijk een behoorlijk inzicht te verschaften in een uitermate ondoorzichtige en ingewikkelde kwestie die het Arabisch-lsraëlisch conflict vormt. Het conflict heeft veel weg van een gordiaanse knoop. En misschien móet er inderdaad wel een tweede Alexander de Grote opstaan t)ni deze knoop door te hakken. In het kader van dit artikel willen we met name enkele implicaties beschrijven die dit conflict voor de internationale verhoudingen in de wereld heeft.

DE BETEKENIS VAN HET CONFLICT.

Het Midden-Oosten is om meerdere redenen een belangrijk gebied. Hier ligt de bakermat van maar liefst drie wereldgodsdiensten: Jodendom, Christendom en Islam. Drie continenten ontmoeten elkaar hier: Azië. Europa en Afrika. De strategische betekenis hiervan is evident. Maar vooral economisch mag dit gebied er zijn. Een groot deel van de wereldolievoorraad bevindt zich in de bodem van het Midden-Oosten. Saoedi-Arabië is 's werelds grootste olieproducent. Zolang er geen bevredigend alternatief voor de aardolie is. zal het Midden-Oosten daarom een economische en politieke faktor van de grootste betekenis blijven. De wereld draait immers om energie. Energie betekent welvaart. Ontberen van energie betekent economische afhankelijkheid, die omgezet kan worden in politieke afhankelijkheid. De niet-Joodverklaring en het verplaatsen van ambassades uit Jeruzalem naar Tel-Aviv zijn daar duidelijke voorbeelden van. Het Israëlisch-Arabisch conflict heeft door de grote economische betekenis van de aardolie ingrijpende consequenties van internationale strekking. De fundamenten van onze politieke, sociale en economische orde worden meer en meer bedreigd door dit aanhoudende conflict. Om dan nog maar te zwijgen van het grote gevaar dat de wereld bedreigt indien het conflict echt uit de hand zou lopen, waardoor een confrontatie van de beide supermachten Amerika en Rusland een verschrikkelijke mogelijkheid wordt.

DE ROL VAN DE SUPERMACHTEN

De vier Arabisch-Israëlische oorlogen hebben een toenemende betrokkenheid van Amerika en Rusland bij het conflict gedemonstreerd. Soms lijkt het wel of de strijdende partijen in het Midden-Oosten marionetten zijn in de handen van beide supermachten. Zo schreef de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Alexander Haig de escalatie van geweld in Libanon van jl. april vooral toe aan de Russische wens om de aandacht van de wereldopinie van de gebeurtenissen in Polen af te leiden. De jongste schietpartijen in Libanon zijn immers ontketend door de met de Sovjet-Unie verbonden Syriërs, die het land sinds de burgeroorlog van 1978 onder controle houden. Afgezien van het feit of deze overwegingen inderdaad een rol hebben gespeeld, kan niet ontkend worden dat de strijdende partijen zich voortdurend rekenschap moeten geven van het feit hoe hun acties beoordeeld worden door beide supermachten. Nu behoeven ""de consequenties van de Amerikaanse en Rus.sische betrokkenheid uiteraard niet alleen in het negatieve vlak te liggen. Rusland en Amerika kunnen juist door deze betrokkenheid invloed uitoefenen op de strijdende partijen om langs vreedzame weg een oplossing te zoeken. De Camp David akkoorden zijn daar een duidelijk voorbeeld van; hoe beperkt de betekenis van deze akkoorden ook is. De Sovjet-Unie op haar beurt speelt met de gedachte om een breed opgezette Midden-Oosten conferentie bijeen te roepen waaraan ook de P.L.O. en Israël zouden moeten deelnemen. Zowel van de Amerikaanse als Russische initiatieven geldt echter dat het resultaat ervan in de eerste plaats afhangt van de mate waarin de ene supermacht het initiatief van de ander wenst te ondersteunen. En uitgerekend deze supermachten staan in onze wereld rivaliserend tegenover elkaar. Hun politieke belangen, ingegeven door totaal, verschillende ideologieën, botsen voortdurend met elkaar waardoor een constructieve oplossing van het Midden-Oosten conflict een wensdroom blijft. Van fundamenteel belang zal zijn welke houding de regering-Reagan tot de Sovjet-Unie zal ontwikkelen. De détente, de ontspannigspolitiek, is een illusie gebleken. Ideologische principes geven bij de Russische leiders steeds weer de doorslag. Daarom kan met hen slechts onderhandeld worden op basis van kracht en bepaald niet op basis van goede bedoelingen, of goed vertrouwen. Onder de regering Carter is duidelijk gebleken dat iedere vorm van zwakte aan Amerikaanse kant door de Russen wordt uitgebuit. Wat Amerika nodig heeft is dan ook een politieke conceptie, een goede visie op de wereldpolitiek die gebaseerd is op kracht. Alleen dan kan aan de Russen goed tegenspel worden geboden. En dat is een zaak die ook van groot belang is in het Arabisch-Israëlisch conflict, zeker nu op dit moment de spanning tussen Israël en Syrië met de dag toeneemt.

DE ROL VAN SYRIË IN HET CONFLICT

Syrië speelt in de huidige situatie in het Midden-Oosten een sleutelrol. In het geheel van de Arabische zaak is de rol van Syrië altijd van betekenis geweest. In Syrië klopte het hart van het pan- Arabisme, een beweging die zich tot doel stelde alle arabieren te verenigen in één groot rijk. Syrië is een bron geweest van nationalistische fantasieën en allerlei politieke ideeën. In 1940, toen Syrië nog een Frans mandaat-gebied was, werd in Damascus de Partij van de Arabische Ba'th (=herrijzenis) opgericht. Deze partij streefde naar emancipatie van de hele Arabische wereld van buitenlandse overheersing. Andere doelstellingen van deze Ba'thpartij waren: eenheid, vrijheid en socialisme. Volgens de Ba'th ideologie zijn de Arabieren in de diverse staten geen aparte volkeren maar maken zij te zamen de Arabische natie uit. Hereniging in een groot staatsverband zou echter alleen mogelijk zijn als in alle Arabische landen het zelfde sociaaleconomische systeem werd ingevoerd: n.I. het socialisme. De vrijheid binnen dat socialistische systeem moet gewaarborgd worden door een bepaalde vorm van volksdemocratie. Deze ideeën van de Ba'th veroorzaakten een felle controverse in de Arabische wereld, die liep over de vraag of socialisme en Islam überhaupt wel met elkaar in overeenstemming zijn te brengen. Een aantal Arabische landen, met aan de spits Saoedi-Arabië, zijn van mening dat Islam en socialisme principieel onverenigbaar zijn. Wijlen president Nasser van Egypte daarentegen zag de socialistische overtuiging als de enig mogelijke voor een oprecht gelovige Islamiet. De Arabische wereld werd geconfronteerd met de tegenstelling conservatief-progressief. Dit dilemma dreigde de Arabische wereld in tweeën te splitsen. Toen in 1965 koning Feisal van Saoedi-Arabië en de Sjah van Perzië een plan lanceerden voor een alhantie van Islamitische landen splitste de Arabische wereld zich in twee kampen. Naast Feisal en de Sjah voelden ook koning Hoessein van Jordanië en de Tunesische president Bourguiba wel voor zo'n alliantie. Fel tegen waren Nasser van Egypte, Algerije, Irak en het Ba'th-bewind in Syrië. Resultaat van deze ontwikkeling was dat er van de Arabische alliantie niets terecht kwam. De tegenstelling progressiefconservatief bleef de inter-Arabische verhoudingen bepalen. Saoedi-Arabië is in hoge mate verontrust over het feit dat Syrië meer en meer afhankelijk wordt van de Sovjet-Unie. Daarom steunt Saoedi-Arabië slechts aarzelend de Arabische vredesmacht, die voor het overgrote deel uit Syrische militairen bestaat.

Het is niet mogelijk hier de geschiedenis van de Ba'thpartij in Syrië te beschrijven. We wijzen er slechts op dat de Ba'thpartij in Syrië geen eenheid bleef. In de zestiger jaren raakte zij verdeeld in een groep die meer nationaal, dus op de gehele Arabische wereld georiënteerd en één die meer regionaal georiënteerd was. De eerste groep wist zich onder leiding van Hafaz al-Asad en Mustafa Tallas van de macht meester te maken op 13 november 1970. Op 12 aart 1971 werd Asad als enige kandidaat met 99, 2% van de stemmen tot president gekozen voor een periode van zeven jaar. Kenmerkend voor zijn regering is dat ze slechts een smalle politieke basis onder de bevolking heeft en voornamelijk op het leger steunt. Adad tracht zich vooral in het zadel te houden door de confrontatie met Israël te verhevigen. Daarom werden aan Palestijnse commandogroepen allerlei faciliteiten verleend om vanuit Syrië gewapende acties te ondernemen tegen Israël. Juist de smalle basis van Asads regering en de argwaan waarmee de Ba'thpartij door een aantal Arabische landen bekeken wordt, maken Syrië tot een gevaarlijke factor in het Midden-Oosten. Meer en meer wordt het duidelijk dat Asad zich alleen met Russische steun en een agressieve buitenlandse politiek op de been kan houden. Asad werpt zich wel op. als de grote voorvechter van de Arabische zaak, maar het moet niet uitgesloten worden dat mede door de binnenlands-Syrische verhoudingen de Syrische president gedwongen werd zijn Arabische vredesmacht in het buurland Libanon actief te doen worden. In het toenemend Syrisch isolement is de Sovjet-Unie eigenlijk de voornaamste bondgenoot van Syrië. Met deze supermacht heeft Asad een vriendschapsverdrag gesloten. De betekenis daarvan is evident. Wanneer het tot een werkelijke confrontatie tussen Syrië en Israël zou komen dan kan Rusland een diepe vernedering van Syrië door Israël onmogelijk toestaan. Vanuit Israëlisch oogpunt is militair gezien een Syrische nederlaag een reële zaak. De verhouding Syrië — Irak is niet best. In het conflict Irak-Iran heeft Jordanië zich achter Irak gesteld. Het dunbevolkte Libië is nauwelijks een militaire factor van betekenis. Egypte is aan handen en voeten gebonden aan Amerika. Saoedi-Arabië is ver verwijderd van de eventuele brandhaard. Alleen de Sovjet-Unie is tot beslissende steun in staat. Maar dat zou betekenen dat het coi»flict in Libanon geïnternationahseerd wordt. Een confrontatie tussen de beide supermachten Rusland en Amerika is dan een reëel en dreigend gevaar. Daarom zijn Amerikaanse en Russische diplomaten druk in de weer om een dreigende confrontatie tussen Israël en Syrië in de kiem te smoren.

BASISVOORWAARDEN

De crisis in het Midden-Oosten gaat ons allen aan. Amerika en West-Europa zullen alles in het werk moeten stellen om dit conflict tot een oplossing te brengen. Helaas zijn er in het Israëlisch-Arabisch conflict zoveel tegengestelde krachten werkzaam dat een bevredigende oplossing voor als nog niet te realiseren is. Wel kunnen enkele basisvoorwaarden genoemd worden waaraan voldaan zal moeten worden wil het ooit tot een oplossing komen. I. Zolang de Arabische landen op grond van het Arabisch nationalisme de staat Israël niet willen erkennen, is er geen basis voor een regeling van het conflict mogelijk. Anderzijds zal Israël het Palestijnse vluchtelingenprobleem reëel onder ogen moeten zien. Resolutie 242 van de Verenigde Naties moet grondslag voor de oplossing van dit vraagstuk zijn. Dat betekent dat ook Israël consessies zal moeten doen. De sfeer van haat en diepgeworteld wantrouwen tussen Israël en de Palestijnen maakt werkelijk overleg tot nu toe onmogelijk.

II. De Israëlische buitenlandse politiek speelt duidelijk in op de Arabische verdeeldheid. Juist deze verdeeldheid maakt Israël weinig genegen om concessies te doen. Een dergelijke politiek, die ten diepte een negatieve bais heeft, is op langere termijn uiterst gevaarlijk. Zo'n politiek brengt de Egyptische president Sadat in een uiterst moeilijke positie. Het is de vraag of Sadat het isolement waarin hij door de Camp- David akkoorden geraakt is, zal kunnen blijven accepteren. Bovendien kan niemand garanderen dat de Arabische verdeeldheid in het voordeel van Israël zal blijven werken. De instabiele politieke situatie in diverse Arabische landen kan zich ook indirect tegen Israël keren. Slechts één voorbeeld. Zal Saoedi-Arabië een trouwe bondgenoot blijven van Amerika? Veel politici in het Westen vrezen dat het rijkste land ter wereld en de belangrijkste olieleverancier aan het dilemma tussen streng islamitisch feodalisme en modernisme ten gronde zal gaan.

Henry Kissinger en Egon Bahr sloten vorig jaar een weddenschap af. Bahr gaf het Saoedisch bewind nog vier jaar, Kissinger nog acht. Bij een eventuele machtswisseling kan een vriend gemakkelijk in een vijand veranderen. De gang van zaken in Iran is in dit opzicht een waarschuwend voorbeeld. Wanneer Saoedi-Arabië de oliekraan zou dichtdraaien of haar tegoeden op de westerse banken zou intrekken dan wordt de westerse wereld met een ernstige economische crisis geconfronteerd die ook enorme politieke consequenties zal hebben. Israël zal dan ook niet te lang meer moeten wachten met het voeren van een politiek die gebaseerd op een positieve benadering van de Arabische problematiek.

III. De beide supermachten Amerika en Rusland zullen de oplossing van het conflict prioriteit moeten geven boven het gevaarlijke politieke spel om hun invloedssfeer in het Midden-Oosten uit te breiden ten koste van de ander. Zo'n politiek staat een oplossing van het conflict in de weg. Optimistisch kunnen we t.a.v. deze voorwaarde niet zijn.

De heren in het Kremlin worden door hun ideologie gedwongen hun verhouding tot Amerika te zien in het teken van de rivaliteit. Naar deze overtuiging zal het dialectisch krachten spel dat de naam klassenstrijd draagt ook in het Midden-Oosten het socialisme doen zegevieren.

Resumerend kunnen we niet anders concluderen dan dat de situatie in het Midden-Oosten veel weg heeft van een gordiaanse knoop.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1981

De Banier | 8 Pagina's

Internationale implicaties van  het Arabisch-Israëlisch conflict

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1981

De Banier | 8 Pagina's