Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wet milieugevaarlijke stoffen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wet milieugevaarlijke stoffen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

door W. de Bruijn

ENIGE INFORMATIE

Nog door de vorige regering is het wetsontwerp „Wet milieugevaarlijke stoffen" ingediend. De naam van deze wet staat voor: „Regelen ter bescherming van mens en milieu tegen gevaarlijke stoffen en preparaten". Het ligt niet in de bedoeling in dit artikel een uitgebreide kritische beschouwing te geven over deze wet. Wanneer deze wet in de Tweede Kamer zal worden behandeld (hetgeen niet zeker is; de huidige regering kan deze wet nl. nog intrekken) zal de SGP-fractie een aantal kritische opmerkingen over het onderhavige wetsontwerp zeker laten horen. Naar goede gewoonte worden de Kamerredes in ons blad afgedrukt, zodat u daar tezijnertijd ook kennis van kunt nemen. Nu wil ik mij beperken tot het doorgeven van informatie omtrent achtergrond en inhoud van dit wetsontwerp. Het ontwerp richt zich tegen de gevaren van chemische stoffen voor mens en milieu. Er zijn nogal wat chemische stoffen in omloop. In de Memorie van Toehchting van dit ontwerp wordt een schatting gedaan van ca. 60.000 chemische stoffen die regelmatig worden geproduceerd. Een groot aantal vinden hun toepassing in de industrie, er zijn echter ook vele produkten die rechtstreeks bij de consument terecht komen. Denk aan allerlei was- en schoonmaakmiddelen, verven, kleefstoffen, bestrijdingsmiddelen, geneesmiddelen e.d.. Niet al deze stoffen zijn gevaarlijk. Er komen echter steeds meer nieuwe chemische stoffen op de markt. Het is de bedoeling van het onderhavige wetsontwerp dat deze nieuwe stoffen op hun gevaren worden onderzocht. Voordat hier nu verder wordt ingegaan op de inhoud zal eerst een kort overzicht worden gegeven van de belangrijkste wetten die er op het gebied van de milieubescherming reeds bestaan.

BELANGRIJKSTE MILIEUWETTEN

Op het gebied van het milieu zijn reeds vele wetten verschenen. De belangrijkste zullen hieronder de revue passeren. Allereerst is er de „Bestrijdingsmiddelenwet". Voordat een bestrijdingsmiddel gebruikt, verkocht dan wel in voorraad mag worden gehouden, moet dit middel zijn toegelaten door de betrokken ministers (dit zijn de Ministers van Landbouw en Visserij, Volksgezondheid en Milieuhygiëne en Sociale Zaken). Degene die toelating van een bestrijdingmiddel aanvraagt is verplicht gegevens te verschaffen over onderzoek naar zowel de deugdelijkheid als de schadelijke nevenwerkingen van het middel voor mens en milieu.

De „Wet op de geneesmiddelenvoorziening" kent een bijna gelijksoortig systeem. Voordat tot toelating (= registratie) van het geneesmiddel wordt overgegaan, dient de aanvrager gegevens te overleggen die betrekking hebben op de doelmatigheid van het middel, maar ook over de schadelijke nevenwerkingen van het medicijn. De „Warenwet" heeft betrekking op voedseladditieven, cosmetica en stoffen die worden gebruikt bij het vervaardigen van verpakkingen voor levensmiddelen. Ook deze produkten en stoffen moeten voor hun introductie op eventuele schadelijke nevenwerkingen worden onderzocht. De hierboven genoemde drie wetten hebben betrekking op chemische stoffen die gebruikt worden voor een beperkt aantal toepassingen. Deze wetten hebben gemeen dat de stoffen waar ze op gericht zijn bewust in contact worden gebracht met de mens of het milieu. De , , Veiligheids wet" richt zich op het voorkomen en bestrijden van ongevallen en gevaren voor de gezondheid en de hygiëne bij de arbeid in ondernemingen. Deze wet geeft bijvoorbeeld regels ten aanzien van maximaal aanvaardbare concentraties van schadelijke stoffen.

De „Wet gevaarlijke stoffen" stelt regels omtrent het vervoer, de verpakking, de aflevering en het zich ontdoen van gevaarlijke stoffen. Deze wet heeft een aanvullend karakter, dat wil zeggen zij treedt niet op het gebied van andere wetten, zoals bijvoorbeeld de „Veiligheidswet" of de „Bestrijdingsmiddelenwet".

De „Wet chemische afvalstoffen" heeft als doel het milieu te beschermen voor chemische afvalstoffen. Ze stelt regels voor een doelmatige verwijdering van deze afvalstoffen en afgewerkte olie. Deze drie genoemde wetten hebben slechts betrekking op bepaalde fasen in de levensloop van een stof. De „Veiligheidswet" heeft betrekking op het gebruik van stoffen in de arbeidssituatie, de , , Wet gevaarlijke stoffen" op het vervoer van gevaarlijke stoffen en de „Wet chemische afvalstoffen" op stoffen in het afvalstadium.

TEGENGAAN VAN LOZINGEN

Er zijn ook een aantal wetten die gericht zijn op het tegengaan van lozingen van bepaalde stoffen in één bepaald milieucompartiment. De „Wet inzake de luchtverontreiniging" geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid o.a. eisen te stellen ten aanzien van de hoeveelheid en de concentratie van verontreinigende stoffen die in de atmosfeer mogen worden gebracht vanuit inrichtingen. De „Wet verontreiniging oppervlaktewateren" verbiedt het zonder vergunning lozen door middel van een werk van verontreinigende dan wel schadelijke stoffen in het oppervlaktewater. De „Wet verontreiniging zeewater" kent twee verboden. Het eerste verbiedt het lozen van bepaalde stoffen, aangewezen bij algemene maatregel van bestuur, in zee. Het tweede verbiedt de lozing van andere dan bovenbedoelde stoffen. Echter van dit verbod kan de Minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, ontheffing verlenen. Inmiddels is bij de Tweede Kamer in behandeling het ontwerp van „Wet bodembescherming". Krachtens deze wet kunnen maatregelen worden ge­ troffen ter bescherming van de bodem tegen handelingen met stoffen waardoor de kwaliteit van de bodem kan worden aangetast. Andere belangrijke wetten zijn o.a. de „Hinderwet" en de , , Kernenergiewet''. Al deze wetten bestrijken vele terreinen, maar - zo schrijft ook de Memorie van Toelichting op het ontwerp van „Wet miheugevaarlijke stoffen" - er kan echter niet gesproken worden van een samenhangend systeem van wetten dat de gevaren voor mens en milieu die chemische stoffen kunnen veroorzaken, dekt. Daarvoor is deze nieuwe wet nodig. Dit is echter niet de enige reden waarom deze wet is ingediend. De Europese Gemeenschap is gekomen met een richtlijn betreffende chemische stoffen. Nu is Nederland verplicht de voorschriften van EG-richtlijnen in eigen wetten op te nemen. Ziedaar de andere reden.

DE KERN

De kern van het wetsontwerp is de verplichting voor producenten en importeurs tot het kennisgeven van het produceren, importeren en het in de handel brengen van een nieuwe stof. De kennisgeving moet tenminste 45 dagen voor het moment van produktie, invoer of in de handel brengen plaatsvinden. Bij de kennisgeving moeten gegevens worden verstrekt over de gevaren van de stof voor mens en milieu. Welke gegevens er precies moeten worden overgelegd, bepaalt de richtlijn van de Europese Gemeenschap. De gegevens betreffen 1) de identiteit van de stof (naam, formule, samenstelling e.d.) 2) de verwachte gebruiksdoeleinden en toepassingsgebieden (industrie, landbouw e.d.) 3) de geraamde hoeveelheden van productie enz. 4) de aanbevolen voorzorgsmaatregelen en noodmaatregelen bij een ongeval met de stof 5) fysisch-chemische eigenschappen (smeltpunt, ontvlambaarheid e.d.) 6) gegevens over de giftigheid voor waterdieren en over de afbreekbaarheid 7) gegevens over de giftigheid voor de mens en voor zoogdieren 8) mogelijkheden om de stof onschadelijk te maken. Een belangrijk verschil tussen het wetsontwerp en de EG-richtlijn is dat niet alleen het in de handel brengen verplicht tot kennisgeven (EG-richtlijn) maar ook de produktie van een stof moet worden aangemeld.

Vervolg op pagina 4 Vervolg van pagina 3

Niet alle stoffen vallen onder een uitgebreide kennisgevingsverplichting. De belangrijkste uitzonderingen zijn: 1) stoffen die verwerkt zijn in artikelen 2) voedingsmiddelen, bestrijdingsmiddelen, (dier-)geneesmiddelen, diervoeders en radioactieve stoffen - voor deze stoffen bestaan al regelingen om mens of milieu tegen de gevaren ervan te beschermen 3) de bestaande stoffen die op de EG-inventaris komen te staan (ca. 34.000) 4) stoffen die alleen voor laboratoriumonderzoek bestemd zijn 5) stoffen die alleen doorgevoerd worden (, , in transito") 6) stoffen die in hoeveelheden van minder dan 1.000 kg per jaar gemaakt of ingevoerd worden 7) stoffen waarvan de producent of importeur al in een ander EG-land kennisgeving heeft gedaan.

KENNISGEVING

Waartoe dient nu eigenlijk deze kennisgeving. Globaal kan het als volgt worden omschreven. Allereerst dient het om de overheid tijdig te doen beschikken over de gevaren van een stof. In de tweede plaats heeft het als doel producenten en importeurs bewust te maken van de mogelijke gevaren van nieuwe stoffen en van hun plicht schadelijke effecten te voorkomen. In de derde plaats dient het om de mensen die met een stof in aanraking komen te waarschuwen voor de gevaren ervan. De overheid dient een oordeel te vormen over de „aangemelde stof". De beoordeling van de stof zal in het algemeen tweeledig zijn: 1. beoordeling van de eventuele gevaren voor mens en milieu ten gevolge van het samenstel van eigenschappen, voorzienbare productie- of marktomvang en toepassingsvormen van de stof;

2. beoordeling van de noodzaak om— afhankelijk van de uitkomsten onder 1 - naast de door de kennisgever voorgestelde maatregelen voor bijvoorbeeld verpakking en aanduiding, verdergaande maatregelen, zoals verbod of beperking van de toepassing van de stof, te treffen.

VERKLARING

Na de beoordeling komt de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne met een zogenaamde „verklaring". In deze verklaring geeft de minister onder opgave van redenen aan of en in hoeverre de overgelegde gegevens of de met betrekking daartoe gemaakte opmerkingen hem aanleiding geven tot het overwegen of voorbereiden van maatregelen met betrekking tot de stof. Een effectieve bescherming van mens en milieu tegen de gevaren is pas mogelijk als de overheid over bevoegdheden beschikt om maatregelen tegen stoffen die gevaren opleveren daadwerkelijk kan nemen. In aanvulling op de mogelijkheden die andere wetten al bieden (dit wetsontwerp heeft een aanvullend karakter; het kan dus niet op gebieden van andere wetten treden) geeft de Wet milieugevaarlijke stoffen de bevoegdheid om bij algemene maatregel van bestuur verbods- en gebodsregels te stellen. In beginsel geldt dat een maatregel alleen gericht moet zijn op die punten waar de beoogde bescherming het meest doeltreffend bereikt kan worden. In ernstige gevallen kan dit leiden tot een absoluut verbod, in minder ernstige gevallen tot specifieke verplichtingen bij toepassing in bijvoorbeeld industrie, landbouw of door de consument.

Voorbeelden van regels zijn: - verbod van aangewezen vormen van gebruik van een stof; - meldingsplicht van aangewezen handelingen; - het stellen van deskundigheidseisen aan wie een stof toepast; verplichting tot afgifte of terugzending van een stof na gebruik; - typekeuring voor produkten die een aangewezen stof bevatten. Er zijn nog vele punten in het wetsontwerp die het vermelden waard zijn. De belangrijkste zijn hier echter wel genoemd. Voor wie meer wil weten zie de hieronder genoemde literatuur: V - H M — een uitgave van het ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, 19 mei 1981; Wet milieugevaarlijke stoffen (stuk: 16 800).

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1981

De Banier | 8 Pagina's

Wet milieugevaarlijke stoffen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1981

De Banier | 8 Pagina's