Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maatschappij voor industriële projecten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maatschappij voor industriële projecten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door de heer Van Dis

POSITIEF

Wij spreken vandaag niet voor liet eerst over de almaar slechter wordende economische omstandigheden. Dit onderwerp komt zo vaak ter sprake dat het welhaast lijkt dat de politiek geheel wordt beheerst door deze problematiek. Voortdurend wordt naar mogelijkheden gezocht om uit de impasse te geraken en de werkloosheid terug te dringen. Eén ding is daarbij zeker, namelijk dat de investeringen weer zullen moeten toenemen, met name in de industrie en de commerciële dienstensector.

Het feit dat bijna 1 min. mensen in de industriële sector een arbeidsplaats vinden, zegt genoeg over de belangrijkheid ervan. Daar komt nog bij dat de afnemende betekenis van het aardgas voor de betalingsbalans en voor de vorming van het nationale inkomen door de marktsector zal moeten worden gecompenseerd.

Wij staan positief tegenover de oprich­ ting van de Maatschappij voor Industriële Projecten (MIP), die moet proberen om nieuwe investeringen tot stand te brengen. Met nadruk willen wij er echter op wijzen dat het van groot belang is om het investeringsklimaat te verbeteren. Dat vereist een aantal belangrijke macro-economische maatregelen.

FINANCIERINGSTEKORT

Zo zal het financieringstekort sterk omlaag moeten. De loonkosten moeten worden gematigd en de rente moet dalen. Kortom, er moet een lastenverhchting komen, ook voor het bedrijfsleven.

Mijn fractie betreurt het dat van deze maatregelen tot nu toe nog niet zoveel is terechtgekomen. De eerste tranche van 330 miljoen voor de MIP wordt niet binnen de begroting gecompenseerd, zodat het financieringstekort nog verder oploopt, waardoor de kapitaalmarkt weer zwaarder wordt belast. terwijl het tegenovergestelde zou moeten worden bereikt. Dat vinden wij een slechte zaak.

Als men er op het macro-economische niveau niet in slaagt, die zo noodzakelijke maatregelen te nemen, waardoor het investeringsklimaat niet verbetert maar verslechtert, is de MIP dan niet gedoemd tot mislukken? Ik wil hierop graag de reactie van de bewindsman horen.

BUITENLAND

Wanneer men overgaat tot het oprichten van een zo belangrijk instituut als de MIP, is het verstandig om vergelijkbare instituten in het buitenland grondig te bestuderen, al is het alleen maar om de bij deze instituten geconstateerde fouten hier te voorkomen. Kan ook niet gebruik worden gemaakt van de geweldige ervaring die wellicht bij die instellingen is opgedaan?

De memorie van antwoord wekt bij ons de indruk dat aan de vergelijkbare buitenlandse instituten maar summiere aandacht is besteed. De verklaring hiervoor moet worden gezocht in het spoedeisende karakter van de oprichting van de MIP. Het is echter niet te hopen dat hier het gezegde „haastige spoed is zelden goed" van toepassing moet zijn. Op een aantal punten hadden wij graag meer vergelijkingen met de buitenlandse instituten gezien. Wellicht wil de bewindsman in zijn antwoord op de volgende aspecten ingaan.

INVLOED VAN DE POLITIEK

Allereerst wil ik ingaan op invloed van de politiek op het functioneren van de MIP. Alhoewel de argumenten tegen een directe politieke beïnvloeding van de MIP ons overtuigend voorkomen, had ik op dit punt wel een vergelijking willen zien met het Engelse instituut de „National Enterprise Board", op het beleid waarvan de minister van industrie verregaande invloed kan uitoefenen.

Wordt de snelheid en flexibiliteit in het kunnen nemen van beslissingen aange- tast door de invloed van die Minister? Wat valt er op dit punt te zeggen van de Nationale investeringsmaatschappij in België?

Het tweede punt waarbij wij graag een vergelijking hadden gezien met de buitenlandse instellingen, betreft de ondergrens van 4 miljoen voor deelnemingen van de MIP. Mijn fractie is nog niet overtuigd van de noodzaak van deze ondergrens. Werkt de Nationale Investeringsmaatschappij in België ook met zo'n ondergrens? Ik vind een vergelijking met de Nationale Investeringsmaatschappij op dit punt interessant, omdat bijna 30% van de deelnemingen kleine ondernemingen betreft met minder dan 50 werknemers in dienst en slechts ruim 10% ondernemingen met meer dan 500 werknemers.

Graag hadden wij een uitsplitsing gezien naar grootte van de projecten in België. Een argument voor de ondergrens is, zo schrijft de bewindsman in de memorie van antwoord, dat voor kleinere projecten een andersoortige deskundigheid is vereist dan voor grotere. Welke verschillen zijn hier van belang voor de MIP? Voor welke verschillen behoort het daadwerkelijk uitvoeren van een project niet meer tot haar werkterrein?

Een ander argument dat wordt genoemd voor het instellen van een ondergrens, is dat moet worden voorkomen dat de MIP het werkterrein van andere instituten gaat overlappen. Hierbij wordt onder andere gewezen op de regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Niet in alle regio's zijn echter ROM's werkzaam

Wij begrijpen dan ook niet goed waarom voor gebieden waar geen ROM's werkzaam zijn, geen uitzondering kan worden gemaakt met betrekking tot het hanteren van die ondergrens. Overigens is het argument van overlapping wat onduidelijk als voor de ROM's geen bovengrens bestaat die overeentomt met de ondergrens van de MIP.

WELKE BELANGEN PREVALEREN?

In het voorlopig verslag hebben wij gevraagd welke belangen prevaleren in geval tegenstellingen optreden tussen rommerciële uitgangspunten van de MIP en de oogrherken van het overheidsbeleid. De Minister antwoordde flat tussen deze uitgangspunten geen discrepantie bestaat. Ik waag dat te betwijfelen. De investeringen van de MIP kunnen bij voorbeeld in conflict komen met het milieubeleid, maar ook met het herindustrialisatiebeleid zelf. Indien dat herindustrialisatiebeleid door een van de opvolgers van deze bewindsman heel gericht zal worden gevoerd in een door hem gewenste richting, is het nog maar de vraag of de investeringsplannen van de MIP hiermee in overeenstemming zijn. Ik herhaal dan ook mijn in het voorlopig verslag gestelde vraag en verwacht een uitgebreider antwoord.

Het wetsontwerp staat een projectmatige aanpak voor. Projecten die door bestaande ondernemingen samen met de MIP ter hand worden genomen kunnen worden „verzelfstandigd", zowel in economische, juridische als financiële zin. Het verzelfstandigen van projecten kan in de praktijk op organisatorische moeilijkheden stuiten. Ook rijst de vraag hoe punten als fiscale eenheid en verliesfinanciering moeten worden geregeld.

VERZELFSTANDIGING

Wat gebeurt er als het verzelfstandigen van een project onmogelijk blijkt? Als dat project dan niet wordt verzelfstandigd, kan dat ook van invloed zijn op de minderheidspositie die de MIP zal dienen in te nemen bij deelneming in het risicodragend vermogen. Een minderheidsdeelneming in de gehele onderneming kan dan een meerderheidsdeelneming in een project betekenen. Ook bestaat de mogelijkheid dat een herfinanciering plaatsvindt van bestaande ondernemingsactiviteiten. Ook hierover zouden wij graag de mening van de bewindsman willen horen. Wij onderschrijven de opvatting van de Minister dat strak de hand moet worden gehouden aan het voorschrift dat de MIP slechts minderheidsdeelnemingen mag nemen. Als het bedrijfsleven onvoldoende belangstelling toont voor een project lijkt het ons onverstandig dat de MIP het project toch zou kunnen doorzetten.

Heb ik goed begrepen dat de meerderheidsdeelneming van de Staat in de MIP dient om een snelle oprichting van de MIP te bevorderen en dus slechts tijdelijk van aard is? Het verheugt ons in ieder geval dat ook de Regering van mening is dat de ontwikkehng en finan­ ciering van industriële en commerciële projecten in beginsel een taak van het bedrijfsleven is.

Op welke termijn denkt de Minister dat de staat haar deelneming kan afstoten, dan wel deze tot een minderheidsdeelneming kan beperken? Uiteraard zijn er verschillen tussen het kapitaalkrediet en de MIP. Bestaat niet het gevaar van overlapping? Waar ligt de grens tussen nieuwe investeringen op basis van een ondernemingsplan en het tot ontwikkeling brengen van nieuwe projecten? Als er van overlapping sprake is, hoe waardeert de Minister deze?

NOODMAATREGEL

Onze fractie ziet de MIP veeleer als een noodmaatregel dan als een normaal gegeven. Immers, de noodzakelijke vernieuwing van produktieprocessen en van produkten staat vandaag de dag onder de zwaarwegende belasting dat het risicodragend vermogen van het bedrijfsleven bijkans tot nul is gereduceerd. Dat leidt ertoe dat de ondernemers elk positief resultaat dat zij behalen in eerste instantie zullen moeten aanwenden voor een versterking van hun vermogenspositie.

In deze situatie vindt onze fractie dan ook reden, het voorstel positief tegemoet te treden. Daarbij vinden wij dat ondernemersland de nodige ruimte moet krijgen om de uitdaging en het nemen van ondernemingsrisico, metterdaad te kunnen beantwoorden.

Om die reden is het algemene industrie-en ondernemingsklimaat alleen maar gebaat bij een totaalbeleid, gericht op het gezond maken van de overheidsfinanciën, de loonkosten en de positie van het bedrijfsleven, ook met betrekking tot de wirwar van regelgeving, die nodig aan sanering toe is. Onze fractie neemt aan dat ook de bewindsman het daarmee eens is en de MIP in dat licht zal plaatsen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1982

De Banier | 24 Pagina's

Maatschappij voor industriële projecten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1982

De Banier | 24 Pagina's