Het werk van de Heilige Geest

door Ds. J. van Haaren, Amersfoort.

Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen. Joh. 16:14.

De woorden van onze overdenking behoren tot de afscheidsgesprekken, die de Heere heeft gevoerd vóór Zijn bitter Hjden en sterven. Hij zou heengaan tot Zijn Vader. Dat vervult de discipelen echter met droefheid. Ze hebben Hem zo hartelijk lief. Hij is hun alles geworden! En zou Hij nu heen gaan? Ze kunnen Hem niet missen. Waarheen moeten ze dan met hun zonden en pijn? Doch dan wijst de Heere er Zijn discipelen op, dat Hij heen gaat tot hun nut, want alleen langs die weg kan de Trooster tot hen komen en Die zal Hem verheerlijken! Het zou met Hem gaan door lijden tot heerlijkheid. En die heerlijkheid zou Hij ontvangen als loon op Zijn arbeid. Het was immers Zijn spijs de wil Zijns Vaders te doen. Daarom heeft Hij Zich vernietigd, de gestalte eens dienstknechts aangenomen hebbende, maar daarom heeft Hij Zich ook vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot de dood, ja de dood des kruises. En zo heeft Hij de weg gebaand, waarlangs het Goddelijk welbehagen gelukkig kon voortgaan tot zaligheid van verloren zondaren. Maar daarom zal ook de Vader zorgen voor de eer van Zijn Zoon. Neen, niet Gabriel of Michael zal Hem verheerlijken, maar de Heilige Geest. Zoals Hij de Vader verheerlijkt heeft, zo zal de Heilige Geest Hém verheerlijken! En daarover heeft Christus Zich verheugd. Dat was de vreugde Hem voorgesteld, waarom Hij het kruis gedragen en de schande veracht heeft. En welk een heerlijkheid wordt Christus gegeven als de Vader Hem opwekt door Zijn Geest. In die opwekking ontvangt Hij de goedkeuring van Zijn Vader over Zijn arbeid en de Heilige Geest bereidt Hem een heerlijk lichaam. Eerst toch had Hij een vernederd lichaam, dat gebogen ging onder de gevolgen der zonde. Ja, het was zelfs een sterfelijk lichaam, want Hij is Zijn broeders in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Maar als Hij opgewekt is, heerst de dood niet meer over Hem, want dat Hij gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven. Doch nog meer heerlijkheid was Christus bereid. Hij is immers opgenomen in de hemel. De eeuwige deuren hebben zich voor Hem geopend. Jubelende engelen en gezaligden hebben Hem omstuwd en geleid naar de troon van God. En daar heeft Hij een plaats ontvangen aan de rechterhand Zijns Vaders. Hoe groot en schitterend is Zijn eer door het heil aan Hem bewezen.

Doch niet alleen in de hemel, maar ook op de aarde zal Hij verheerlijkt worden. De Heilige Geest zal Hem de aanbidding bereiden van vele duizenden, want Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal Zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden. Op de Pinksterdag zien wij dat woord in vervulling gaan als er op één dag drie duizend toegebracht worden. En ook vandaag gaat de Heilige Geest met dat werk door. Ook nu maakt Hij Christus heerlijk in zondaarsharten. Neen, de Heilige Geest voegt aan het werk van Christus niets toe. Dat kan ook niet, want het is een volmaakt werk, waaraan niets ontbreekt. Maar Hij put wel uit de volheid van Christus en maakt die zondaren deelachtig. Wij lezen immers in de tekst, dat Christus zegt: Hij zal het uit het Mijne nemen en Hij zal het u verkondigen. De Heilige Geest maakt dus gebruik van de prediking om Christus in zondaarsharten te verheerlijken. Wat geen mens vermag, dat doet Hij, want Hij opent het hart voor het Woord, zodat acht gegeven wordt op wat gepredikt wordt. En dan begint Hij plaats te maken voor Christus. Van nature hebben wij geen behoefte aan Hem! Wij zijn rijk en verrijkt en hebben geens dings gebrek. Wij zien niet, dat wij zijn ellendig, jammerlijk, arm, blind en naakt. Doch daarvoor gaat de Heilige Geest het oog openen. Dan krijgen wij ons nameloos ongeluk te zien. Dan gaan wij verstaan, dat wij zonder God en Christus in de wereld zijn, en dat wij God door onze zonde vertoornd hebben. Dan vinden wij benauwdheid en droefenis. Dan wordt de vraag geboren: Wat moet ik doen om zalig te worden? Maar dan gaan wij ook verstaan, dat er niets meer aan te doen is, want door de werken der wet zal geen vlees gerechtvaardigd worden. Wat wordt zalig worden dan onmogelijk! Ja maar, er is toch een Jezus? O zeker, maar daar kunnen wij ons dan niet mee troosten! Niemand is meer verborgen dan Hij! Het is zo nodig, dat de Heilige Geest ons oog voor Hem opent. En ja, als dat gebeuren mag, wat is dan al wat aan Hem is gans begeerlijk! Dan wordt ondervonden, dat er op Zijn lippen genade is uitgestort. Dan zien wij in Hem alles liggen wat tot zaligheid noodzakelijk is. Maar hoe zullen wij daar nu aankomen? Het is de Heilige Geest, Die het uit Christus neemt en het die heilbegerigen deelachtig maakt. En hoe meer Hij uit Christus neemt, hoe meer Christus verheerlijkt wordt in Zijn Middelaarsglorie. Daarom breekt de Heilige Geest al het onze weg waarop wij steunen buiten Hem opdat Hij ons alles worde. Zo leert Hij ons Christus alleen overhouden. Ja, Hij rust niet tot wij van niets meer willen weten dan van Jezus Christus alleen en Die gekruisigd. Maar als de Heilige Geest zo Christus in ons verheerlijkt, dan zal Christus ook dóór ons verheerlijkt worden. Dan zal het gevoelen van Christus in ons openbaar worden en dan gaan wij verkondigen de deugden Desgenen, Die ons riep uit het duister en ons overzette in Zijn wonderbaar licht. En degenen, in wie Christus zo verheerlijkt wordt, die zullen ook eens mét Hem verheerlijkt worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen