Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De taal des geloofs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De taal des geloofs

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door Ds.J.P. Boiten

„Gij zult opstaan, Gij zult U ontfermen over Sion, want de tijd om haar genadig te zijn, want de bestemde tijd is gekomen. Want Uw knechten hebben een welgevallen aan haar stenen, en hebben medelijden met haar gruis". Psalm 102 : 14, 15.

„Gij zult opstaan..." Welk een uitzicht voor gans ontblote bidders! Zij zullen niet blijven zuchten onder de last van schuld en ongerechtigheid; de Heere zal opstaan tot hun verlossing. Hij zal hun gebed niet versmaden. Dat is niet te danken aan de mens of aan hun gebed. Het is enkel genade. In de beoefening van het geloof komt men terecht bij die barmhartigheid: Gij zult U ontfermen over Sion. De Heere is innerlijk bewogen met het lot van Sion. Zijn hart blijft uitgaan naar het verwoeste Sion. Eenzijdige liefde! In Zijn ontferming zal Hij herstel schenken. Hij zal het zuchten der gevangenen horen en de kinderen des doods los maken. Want daarin heeft Hij lust. Zijn wij gedurig pleitende op deze ontferming? Daarin wordt zekerheid gevonden. Deze boeteling hoopt in volle geloofsovertuiging op de verlossing, want de bestemde tijd om haar genadig te zijn is gekomen.

God had de tijd van oordeel en ballingschap voorbestemd, maar ook paal en perk daaraan gesteld. De ballingschap zou de tijd van 70 jaren niet overschrijden. 70 - getal van de volheid — hier de volle maat van de gramschap. Zo wordt het een pleiten op de beloften Gods. Niet in ongeduld: nu wordt het toch wel eens tijd om in te grijpen. Niet automatisch: de bestemde tijd is aangebroken, dus. . . het zal wel komen. Dat is misbruik van de beloften. Want de Heere heeft wel de tijd bestemd, maar het verphcht Hem niet t.o.v. ons. Het is enkel genade als Hij Zijn Woord zal vervullen. Dat wordt door die zuchters verstaan: hoe meer zij ontbloot worden in zichzelf en hoe groter de schuld, des te meer wordt het een smeken om genade. Het is nu nog genadetijd. Gebruiken we die met smeking en geween?

Waaraan wordt gezien dat de bestemde tijd tot verlossing is aangebroken? Gods knechten hebben een welgevallen aan haar stenen en medelijden met het gruis van Sion.

Wat was er over van die heerlijke Godsstad Jeruzalem? Enkel stenen! Niet meer welsaamgevoegd. En van het prachtige Godshuis was als overblijfsel een hoopje gruis. Dit was het einde voor de uitwendige vormen-godsdienst. Maar wie met een innerlijke, geestelijke band aan de stad en het huis en de dienst des Heeren verbonden was, bleef hopen. De sloophamer van de koning van Babel kon die band niet verbreken. Zodat stenen en gruis hen niet deden wanhopen maar aansporing vormden om tot de Heere te binnen om genade.

Liefde tot stenen en gruis. Wordt dit bij ons gevonden? Want ook in onze tijd wordt alles van de zuivere dienst des Heeren met breekijzers verwoest. Gods wet wordt met voeten getreden. Velen die slechts uiterlijk godsdienstig zijn, keren de kerk de rug toe. Wat blijft er over van de plant in Nederland? Steeds meer onttrekt men zich ook in het maatschappelijke leven aan het beslag van het Woord Gods. Er blijft niet veel over dan wat stenen en gruis. Heeft de kerk nog toekomst? Heeft christelijke politiek dan nog zin? Het ongeloof haakt hier af. Het kleingeloof wordt moedeloos. In de beoefening van het ware geloof komt dan de liefde openbaar. Want stenen en gruis spreken wel van 's mensen zonde en de onmogelijkheid aan onze kant, maar tevens van de trouw Gods en van Zijn genade! Die liefde smeekt: laat niet varen het werk Uwer handen. Het werk Gods kan niet gebroken worden noch ten onder gaan. Het is nog genadetijd. De Heere zal opstaan en Juda's steen herbouwen uit het stof.

Zalig die bij de puinhoop van zijn eigen zondaarsbestaan deze verwachting mag beoefenen. Gezegend die in deze overtuiging getrouw zijn werk mag doen in kerk en maatschappij. Dan wordt Gods Naam verheerlijkt. Als de bouw van het hemelse Jeruzalem voltooid zal zijn en de Heere ter bestemder tijd in heerlijkheid zal verschijnen dan zullen Gods knechten met hun zaad eeuwig bij Hem wonen in het heerlijke Sion!

Schiedam

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1985

De Banier | 16 Pagina's

De taal des geloofs

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1985

De Banier | 16 Pagina's