Afrika en de voorlichting
Aansluitend op het artikel „Zuid-Afrika en ons christelijk getuigenis" volgt hier nog het een en ander over de voorlichting die wij krijgen. Wie daar kennis van neemt en nog tracht zelfstandig te oordelen, ontkomt niet aan de indruk van een vijandige, propagandistische eenzijdigheid. Dikwijls wordt in krasse bewoordingen gesproken over afschuwelijke toestanden, ontrechting en vertrapping van de zwarte bevolking.
Het treft mij echter voortdurend dat daar zo weinig concrete voorbeelden van worden gegeven. Wel wordt bij gelegenheid de politie beschuldigd van hardhandig optreden, maar men krijgt geen duidelijk beeld van de aanleiding, zoals b.v. de dreigende houding van een opgehitste menigte, waarbij dan niet zelden overmatig drankgebruik de gemoederen heeft verhit.
Wie de brokstukken van de berichtgeving weet te verbinden, heeft echter een meer volledige indruk van de problemen die zich voordoen.
Zwarten keren zich tegen zwarten en deinzen voor wreedheden niet terug. Vermeende vijanden werden levend verbrand. Wie de beelden van een opgehitste massa op zich laat inwerken kan zich wel een voorstelling vormen van de enorm zware taak om - ook in het belang van de zwarte bevolking zelf - orde en rust te handhaven. Dat in bepaalde situaties ook het politie-optreden wel eens te drastisch is, kunnen we gerust aannemen. Maar om het te kunnen beoordelen, is wel een totaal-beeld nodig.
Het lijkt echter weinig aannemelijk dat een regering die aan zoveel kritiek blootstaat, daaraan willens en wetens voet zou geven door roekeloze wreedheid.
Wie regelmatig ook kennis neemt van andere berichten vraagt zich af waarom die uit de publiciteit worden gehouden. Een enkel voorbeeld: De heer G. Kamissoko, een journaUst uit de Ivoorkust (West-Afrika) doorreisde heel Zuid-Afrika en geeft zijn bevindingen weer. Hij erkent dat hij vooringenomen was, maar zijn waarnemingen gaven hem een heel ander beeld. In Jo hannesburg zag hij de dagelijkse „trek" na de sluitingstijd van winkels en kantoren. Blanken en zwarten stonden samen in de rij voor bussen en taxi's. Zwarten in overalls of met het witte boordje van de kantoorman maakten een vrolijke indruk en spoedden zich naar hun huizen in de buitenwijken. Van enige discriminatie of van de zogenaamde „kleine apartheid" was geen spoor te vinden.
In de verwachting dat hij in Soweto het „ware gezicht van Zuid-Afrika" wel zou zien, begaf de journalist zich daarheen. Een paar jongelui leidden hem gewillig rond. Een grote supermarkt bleek te behoren aan een Soweto miljonair. De architectuur van de stad is wel eentonig, maar het is toch een vriendelijk geheel.
Openbare gelegenheden als restaurants en clubs trokken blanke en zwarte jongeren gelijkelijk aan. , , Toen ik terugging, begreep ik dat ik ergens anders zou moeten zoeken naar apartheid."
Inderdaad bestaan er nog wettelijke beperkingen, maar „het scheen mij toe dat de apartheid, evenals de olifant in mijn eigen land, aan het verdwijnen was." De veranderingen zijn duidelijk. „Een wereld van verschil scheidt Zuid- Afrika, zoals het werkelijk is, van zijn image in Europa en de rest van Afrika".
Verder lezen wij: „Ik geloof in alle oprechtheid dat de rest van Afrika en van de internationale gemeenschap eens moet bespreken wat ik heb gezien en gehoord en dat ze een andere, vriendelijker houding moeten aannemen tegenover het Zuid-Afrika dat ik heb beschreven."
Kamissoko is er vast van overtuigd dat wederzijds overleg en het bevorderen van de poHtiek van president Botha de weg zijn tot een vreedzame oplossing van nog bestaande moeilijkheden.
BISSCHOP MOKOENA
Terwijl bisschop Tutu en dr. Alan Boesak ondanks een financieel en moreel schandaal, door de internationale gemeenschap als de eigenlijke woordvoerders van zwart Zuid-Afrika wor den ontvangen, worden andere stemmen eenvoudig doodgezwegen. De Raad van Kerken wier spreekbuis zij zijn, omvat echter niet meer dan 300.000 zwarte kerkleden. Daartegenover staat een veel grotere groep onder leiding van bisschop Mokoèna die voorheen met Tutu samenwerkte, maar zich op principiële gronden van hem distantieerde. Mokoèna's groep is een samenwerkingsverband van 864 zwarte kerken en kerkjes met ongeveer 41/2 miljoen leden.
Tijdens het paasweekeinde is president Botha met enthousiasme begroet op een bijeenkomst van de Zion Christian Church in Pietersburg, Transvaal. Daar waren naar schatting drie miljoen zwarte chirstenen. Van ongeregeldheden was geen sprake. Er werd geen wanklank gehoord. Deze mensen zijn afkerig van verzet en opstand, als door Tutu en de zijnen gepropageerd en ze vormen de grote meerderheid. Maar, terwijl een figuur als Tutu met zijn opruiende taal de Nobel-prijs voor de vrede krijgt, worden anderen doodgezwegen. Waarom toch? Je krijgt de indruk van een internationale hetze tegen Zuid-Afrika. De communistische wereld gaat daarin voorop. Linkse organisaties geven de toon aan en intimideren de rest.
En waarom? De ontwikkelingen in andere Afrikaanse landen zouden een baken in zee moeten zijn.
Omwentelingen onder het mom van „bevrijding" hebben tot dictatoriale en chaotische toestanden geleid.
Het zou in Zuid-Afrika precies zo gaan en het communisme, met name het Russische, zou er garen bij spinnen.
Maar dat de anti-gevoelens worden gevoed vanuit die bron, blijft de meesten verborgen. En als gewezen wordt op de communistische krachten die achter en in organisaties als het Afrikaans Nationaal Congres, het Verenigd Democratisch Front en de Raad van Kerken aan de touwtjes trekken dan wil men daar niet van horen. In plaats van serieuze bezinning, wordt het allemaal als , , anti-communisme" afgedaan.
Zuid-Afrika is een sprekend voorbeeld van de enorme invloed van de media, die met hun negatieve berichtgeving en anti-propaganda Jaar uit, Jaar in de publieke opinie hebben gevormd. Men denkt waarschijnlijk aan de kant van al die zwarte mensen te staan, maar het is helemaal niet zo.
Terwijl Tutu en consorten er op aandringen dat de zakenwereld niet in Zuid-Afrika zal investeren, is een andere zwarte leider. Chief Buthuleza, het met die beschouwing absoluut niet eens. Maar de pressie-groepen zijn blijkbaar zo machtig dat ook de blanken door de knieën zijn gegaan.
Wie niet meezingt in het anti-apartheidskoor, wordt eenvoudig geboycot. De acties en activiteiten van de Raad van Kerken worden voor 97% gefinancierd met buitenlandse fondsen, zowel van kerkelijke als van overheidsinstanties. Dat de besteding en het beheer van al die gelden niet behoorlijk kon worden verantwoord, blijkt geen bezwaar.
Wie niet meedoet, wordt uitgesloten. De bovengenoemde, door bisschop Mokoèna vertegenwoordigde zwarte kerkengroep heeft een eigen theologische opleiding.
Financiële steun is onontbeerlijk. Op aandringen van vrienden wendde Mokoèna zich tot de Generale Diakonale Raad in Nederland, vertegenwoordigd door ds. G. Boer. Zelf verwachtte de bisschop daar niets van, want in een persoonlijke ontmoeting was al gebleken dat ds. Boer geheel achter de Wereldraad van Kerken en Tutu stond. In een nader schrijven verklaart bisschop Mokoèna dat hij zich van bisschop Tutu en de Raad van Kerken heeft afgewend, omdat hij hun verdraaiing van het Evangelie absoluut verwerpt.
Mokoèna herinnert er o.a. aan dat Tutu als secretaris van de Raad de verdediging bekostigde van 5 mannen die zich hadden schuldig gemaakt aan bankroof in Botswana en die bleken te beschikken over grote hoeveelheden Sovjetwapens en ammunitie, te gebruiken voor de „bevrijding" van Zuid- Afrika. Bisschop Tutu verdedigde dit door te zeggen dat deze mannen Zuid- Afrikanen waren!
Met duidelijke revolutionaire uitspraken van Tutu licht Mokoèna zijn standpunt toe. Ondanks de weigering van de Generale Diakonale Raad om steun te verlenen aan deze grote groep van zwarte kerken die zich aan het Evangehe willen houden, verklaart bisschop Mokoèna met grote nadruk dat hij de Zuid-Afrikaanse Raad van Kerken, de Wereldraad van Kerken, en bisschop Tutu CS. absoluut afwijst.
In een ander schrijven wijst Mokoèna op de ernstige gevolgen van het inhouden van investeringen in Zuid-Afrika. „Duizenden van onze zwarte bevolking hebben hun baan verloren, de Ford Motor Comp. (Port EHzabeth) en O.K. Bazaars (Johannesburg) hebben totaal 12.000 werkers ontslagen. Deze mensen zullen geen werk, geen eten en geen huizen hebben en worden blootgesteld aan een onherstelbaar leed." MoHprland is in rep en roer als er in een bedrijf banen verforen gaan.
Maar tezelfder tijd wordt er, in naam van de Oecumene en haar verdraaiing van het Evangelie aan gewerkt, dat de economie van Zuid-Afrika wordt ontregeld met alle noodlottige gevolgen daarvan voor de zwarte werkers. Apenliefde onder een christelijke banier!
M.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 12 augustus 1985
De Banier | 24 Pagina's