Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geslagen en geen pijn gevoeld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geslagen en geen pijn gevoeld

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Gij hebt hen geslagen, maar zij hebben geen pijn gevoeld." Jeremia 5 : 3 (gedeelte)

De allerhoogste Majesteit heeft het volk van Juda en Jeruzalem geplaagd op verschillende wijzen en op meerdere tijden. Een groot deel van hen werd daardoor verteerd. De Allerhoogste heeft hen geslagen. De vijand was als een roede in fe hand Gods om het oordeel te voltrekken over het schuldige volk. De vijand werd door God gebruikt, hoewel zij dat zelf niet besefte. Het was het oogmerk van de vijand te roven, te plunderen, de macht uit te breiden, de invloedssfeer te vergroten en het volk van Juda en Jeruzalem te vernederen. Maar achter dit alles zat de Hand Gods. Niet de vijanden hebben het volk van Juda en Jeruzalem geslagen, maar , , Gij hebt hen geslagen."

Alle lagen van het volk dat woonde in Jeruzalem en Juda waren door bederf aangetast. De Heere werd nog wel in naam gediend, maar in het hart was de ware godsvrucht niet te vinden. De ware profeten werden niet geloofd. Men dreef de spot met hun woorden. Maar hun woorden zijn uitgekomen. God heeft hen geslagen vanwege de boosheid en goddeloosheid. Rechtsverkrachting en misdaad waren aan de orde van de dag. Gods geboden werden met voeten getreden. Door list en bedrog wilde men zichzelf schatten vergaderen. Vs. 8 tekent ons het groot verval op zedelijk gebied: „Als welgevoederde hengsten zijn zij vroeg op; zij hunkeren een iegelijk naar zijns naasten huisvrouw." Groot verval in het volksleven. De oordelen zijn gekomen in de komst van de babyloniërs. , , Gij hebt hen geslagen." De Hand Gods deed dit over Juda en Jeruzalem komen.

Zo is de radioactieve neerslag in ons land niet toevallig geweest. Wat kunnen de omstandigheden snel veranderen. Wat een gevolgen voor de land-en tuinbouw door een ongeval in de Sovjet-Unie met een kernreactor. Hebben we de Hand des Heeren erin mogen opmerken? De slaande Hand des Heeren? Zou er ook geen verband gelegd moeten worden tussen de staking, waardoor er kostelijke melk weggespoeld moest worden en het feit dat korte tijd later het vee niet naar buiten mocht? Gij hebt ons geslagen; maar wat doen we er als land en volk mee? Waar brengt het ons?

Ook persoonlijk kan een mensenkind geslagen worden. Wie staat er niet schuldig tegenover de allerhoogste Majesteit? Het bederf heeft bij allen alle delen van het leven doortrokken. De mens vertreedt van nature Gods geboden. Hij gelooft de getrouwe knechten des AUerhoogsten niet. Hij is tot alle boosheid geneigd. Een mensenkind kan geslagen worden door een ziekbed, door teruggang in de zaak, in zijn gezinsleven. De grote vraag is dan: Wat doen we ermee? Waar brengt het ons? Beleven we het: Gij hebt mij geslagen? Zien we de Hand Gods in dit alles?

„Gij hebt hen geslagen, maar zij hebben geen pijn gevoeld." Dat moest gezegd worden van de inwoners van Juda en Jeruzalem. Dit wil niet zeggen dat er niet gezucht zal zijn onder de slagen. Dat men niet gejammerd heeft. Dat er geen bittere klachten zijn uitgestort. „Maar zij hebben geen pijn gevoeld" dat wil zeggen dai zij daardoor niet gebeterd zijn, dat ze even verstokt zijn gebleven. De slagen deden wel pijn, maar er kwam geen waarachtige bekering. Men weigerde de tucht aan te nemen. Men weigerde de waarachtige bekering te zoeken. Het volk bleek een afvallig wederspannig hart te hebben. Vs. 24 „En zij zeggen niet in hun hart: Laat ons nu den HEERE onze God vrezen, Die den regen geeft, zo vroegen regen als spaden regen, op Zijn tijd; Die ons de weken, de gezette tijden van de oogst bewaart." Verharding tegen de oordelen in. Ze waren geslagen opdat er verootmoediging en waarachtige bekering zou komen, maar zij hebben geen pijn gevoeld, de verootmoediging en de waarachtige bekering bleven uit. Calvijn haalt bij de verklaring van deze tekst de volgende spreuk aan „de ondervinding is de leermeesteres van de dommen." Dat wil zeggen dat domme mensen na het ontvangen van kwaad wijs worden, dat ze er lering uit trekken. In Jeruzalem en Juda bleef dit achterwege. Men ging voort met het vertreden van de wetten Gods en met het leven naar eigen goeddunken.

„Maar zij hebben geen pijn gevoeld." Zou dit ook in Nederland gezegd moeten worden? Zeker, er is we! gezucht en gejammerd. Er zijn bittere klachten uitge stort. Maar is er een terugkeer gekomen tot God en Zijn Woord? De slagen hebben pijn gedaan, maar is er waarachtige bekering gekomen? Is er een zoeken van de waarachtige bekering geboren? We vrezen dat van verreweg de meesten gezegd moet worden: , , maar zij hebben geen pijn gevoeld."

Een verharding tegen de oordelen in. Een voortgaan op zondige wegen. Een leven naar eigen goeddunken. Een niet willen buigen voor God Die geslagen heeft opdat e' verootmoediging en waarachtige bekering zou komen Een uitblijven van de verootmoediging en bekering Zouden we dan niet hebben te vrezen, voor nog hardert slagen? Voor nog zwaarder oordelen?

„Maar zij hebben geen pijn gevoeld." Vanaf het ziekbei kunnen wij allerlei bittere klachten vernemen. Allerle verwensingen worden er geuit. Er kan gekermd wordei vanwege de pijn. Ook bij andere tegenslagen kan mei ach en wee roepen. De verzuchting kan geslaakt worden Wat hebben wij het toch slecht. Wat erg als er verharding is onder de slagen. Als er geen verootmoediging ei waarachtige bekering komt. Als men geen acht slaat oj de hand van Hem Die slaat. , , Maar zij hebben geen pijr gevoeld." Blijft de waarachtige bekering uit dan zullen zt eenmaal pijn moeten voelen. Smeek daarom of de slager die u treffen geheiligd mogen worden aan het hart tot waarachtige verootmoediging, vernedering en bekering Dat het mag leiden tot een vrezen van Hem, Die het ze waard is gediend en gevreesd te worden. Dat het ma; : brengen tot een zichzelf mishagen vanwege de zonde. Dat u afgebracht mag worden van uw zondige weg om de Heere in beginsel te gaan bedoelen. Welgelukzalig zij van wie het door genade mag gelden: Gij hebt hen geslagen, maar zij hebben pijn gevoeld. Zij zullen naar het welbehagen Gods, door het Borgwerk van Christus, eenmaal delen in de eeuwige heerlijkheid. Werkendam

Ds. A. van Heteren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1986

De Banier | 20 Pagina's

Geslagen en geen pijn gevoeld

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1986

De Banier | 20 Pagina's