Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aandacht en Bezinning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aandacht en Bezinning

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

ADOPTIE WEER IN HET NIEUWS

Als het woord „adoptie" gebruikt wordt, weet ieder vandaag, waarover het gaat: het aannemen van kinderen. Die korte aanduiding vraagt echter om een andere omschrijving. Het kan zijn, dat wij al adoptie noemen, wat het voor de wet niet is of nog niet is. We kunnen eigenlijk pas van adoptie spreken in de zin der wet, als het aangenomen kind dezelfde rechten heeft gekregen als het kind, dat in hetzelfde gezins- en familieverband geboren zou zijn of geboren is.

In ons land was er tot vóór ruim dertig jaar geen wettelijke regeling voor adoptie, als we dan bepaalde vormen bijv. in de Napoleontische tijd voorbij zien. Andere landen waren ons vóór geweest. In het oude Rome was dit instituut bekend. Later herleefde het in Frankrijk, de Verenigde Staten van Noord-Amerika, Engeland, om maar enkele landen te noemen. In feite waren er in ons land enkel pleegkinderen, waarvan men in meerdere gevallen niet wist of men ze behouden kon. Er was vooral na de laatste wereldoorlog onvrede over deze situatie. Daarbij nam de vraag naar aangenomen kinderen steeds toe in dezelfe tijd. Zo groeide de behoefte aan een juridisch erkende adoptie. Met de nodige voorbereidingen en voorstellen kwam in 1956 de adoptiewet, waardoor de adoptie als juridisch gegeven - erkend en vastgelegd werd.

Dat ik hier eerst aandacht vraag voor de late erkenning in Nederland is niet voor niets. De wettelijke vastlegging vond plaats vóór een tijdsbestek, dat door grote veranderingen gekenmerkt wordt, die de gedachten over- en de praktijk van de adoptie sterk hebben beïnvloed. Er kwam een steeds groter aantal aanvragen voor adoptie, mede onder invloed van andere opvattingen over het huwelijk, het ontvangen van eigen kinderen enz. Er kwam een verschuiving in de opvatting over het doel van de adoptatie: niet meer maar het in-stand-houden van het geslacht, maar vooral het belang van het kind.

Er kwam een verschuiving wat de geadopteerde kinderen betreft naar die uit het buitenland, de derde wereld. Er kwam ook een verschuiving in de gedachten over wie adoptie kunnen aanvragen.

Is het zó verwonderlijk dat de adoptie ook op regeringsniveau telkens weer in het nieuws komt? Men zoekt telkens opnieuw aanpassingen van de adoptiewet om in nieuwe situaties te voorzien.

Zo is er dezer weken een notitie door de minister van justitie gezonden naar de Tweede Kamer. U hebt er van kunnen lezen in de krant. Deze laat zien dat het adoptie-vraagstuk ook wat de vraag betreft, wie tot adoptie kunnen overgaan, principiële zijden heeft die we niet kunnen voorbijgaan. Vandaar dat we er hier kort op ingaan!

WAT ONS AANTREKT

Er zijn in het discussiestuk aan de kamer van de minister constateringen en overwegingen, die ons op zichzelf aanspreken. Het is een goede zaak, dat over adoptie door , , paren" van gelijk geslacht een negatief oordeel doorklinkt. Graag teken ik daarbij aan, dat het dan niet gaat om de wijze, waarop de minister schrijft, maar om het feit van dat oordeel als zodanig. Hij laat het ongewenste van zo'n adoptie uitkomen in de praktische gevolgen die het heeft voor het kind. Twee vaders of twee moeders zijn ongewenst.

Ook spreekt zijn afwijzend oordeel over adoptie door samenwonenden ons aan. Hij meent dat deze moeilijk in aanmerking kan komen wegens het minder-stabiele karakter van samenwoning.

Zulke afwijzingen kunnen bij ons tot op zekere hoogte waardering ontmoeten. We willen er ook niet aan voorbijgaan, hoe de notitie nu reeds ontvangen is. Een opschrift als in Trouw , , Taboe voor samen wonenden en homosexuelen" spreekt boekdelen. Er is ook van bepaalde zijde gewaagd dat een „in-stand-houden van oude waar- den door de regering" en van het niet „in goede banen leiden van bepaalde maatschappelijke verschuivingen".

BEZWAAR EN VREES

We kunnen aan deze notitie niet voorbijgaan zonder de moeiten, die we er mee hebben te uiten. Ik meen, dat we niet al te zeer moeten juichen over de afwijzing op praktische gronden van adoptie door „homoparen" enz. Onze bezwaren zullen duidelijk zijn tegen de achtergrond van het antwoord, dat ons voor ogen staat op de vraag, wie de mogelijkheid van adoptie verleend moet worden.

In het verleden werd in het algemeen bij de beantwoording van die vraag van het huwelijk uitgegaan. We blijven in die lijn op de veilige weg. Het is een instelling Gods, dat kinderen binnen het huwelijk geboren worden en in de rechten delen, die daaraan verbonden zijn. Zo begeren we ook adoptie, waarbij aan het huwelijk wordt vastgehouden. Dit sluit de mogelijkheid van wettelijke adoptie bijv. door een weduwe niet in alle gevallen uit. Integendeel. Er blijft dan aansluiting aan het huwelijk.

Helaas moeten we zeggen, dat de minister wel wijst op de praktische bezwaren voor het kind bij adoptie door „paren" van een gelijk geslacht en samenwonenden maar geen blijk geeft van het uitgaan van het huwelijk. De principiële fundering ontbreekt!

Ook roept de wijze, waarop de bezwaren in de praktijk tegen bedoelde mogelijkheden besproken worden, heel duidelijk bezwaren op. Er blijven nogal te veel openingen over.

Dit discussiestuk vervult uiteindelijk met vrees. Het zal bij alle goede bedoelingen om af te remmen door hén aangegrepen worden, die er op uit zijn om de mogelijkheden tot adoptie verder uit te breiden. De „maatschappelijke verschuivingen" moeten immers zo nodig een plaats krijgen in de wetgeving! Wij kunnen hier naar Gods Woord niet anders spreken dan van afwijkingen van Gods Woord. Het zou een droevige zaak zijn, als deze niet tegengegaan doch bevorderd worden.

DE SGP NIET VERGETEN!

De onderscheidingen van Hare Majesteit de Koningin zijn ook dit jaar weer toegekend. Eén van hen, die in aanmerking kwamen om gedecoreerd te worden, liet zich op een aparte manier horen. Het was dr. L. de Jong, de bekende schrijver over ons land in de tweede wereldoorlog. Hij weigerde iedere onderscheiding met een beroep op zijn vader. Deze was namelijk gewoon bij dit gebeuren op te merken:

„Jongens, ze hebben je moeder vergeten".

Het is niet mijn bedoeling daar breed op in te gaan. Ik knoop wel graag aan bij de woorden: niet vergeten. Allereerst kunnen we dan zeggen, dat de SGP ook ditmaal bij de onderscheidingen niet vergeten is. Het was mij vorige keer niet mogelijk allen te noemen, die daarin deelden. Ik wenste eerst zo goed mogelijk geïnformeerd te zijn om niemand voorbij te gaan. Uiteraard gaat het dan om allen, bij wie de decoratie duidelijk verband hield met het dienen in onze partij in besturen of als vertegenwoordiger in gemeenteraden enz. Voor zover ik het heb kunnen nagaan waren het er zeven, die in deze lijn te vermelden zijn. Het is ondertussen mogelijk dat mijn opmerken ten dezen gefaald heeft en er ook nog anderen zijn. Ik zal dat ongetwijfeld wel vernemen.

Het lijkt me goed om me te houden aan de alfabetische volgorde. Ik geef ook maar een korte aanduiding van de functie ter wille van onze partij, die van belang of mede van belang is geweest voor de toekenning. Ieder zal begrijpen, dat het anders wat al te ingewikkeld en daarom onleesbaar wordt.

In Rotterdam verwierf de heer ing. J. van Beek een onderscheiding. Ruim SVz jaar was hij voorzitter van de kiesvereniging Banier I ter plaatse, die thans is opgeheven, terwijl hij ook een jaar lid geweest is van de wijkraad van Kralingen.

In Amsterdam werd gedecoreerd de heer K. Brouwer, oud-voorzitter van de provinciale Vereniging van Noord- Holland en tot voor kort Statenlid in dezelfde provincie. In Ooltgensplaat ontving een onderscheiding de heer J. H. van Dam, 26 jaar raadslid, waarvan vele jaren in zijn woonplaats en daarna van Oost-Flakkee. In Middelharnis was het de heer J. H. Koppelaar, die hierin deelde, 25 jaar raadslid in deze plaats. In Barendrecht kreeg de heer J. van Krimpen een lintje. Zijn raadslidmaatschap in deze gemeente van 1976-'82 werd daarin betrokken. In Leersum ontving een decoratie de heer W. Nagtegaal. Al meerdere jaren vertegenwoordigt hij onze partij in de Utrechtse Staten. In Krimpen a.d. IJssel kreeg de heer W. P. Vermeulen deze eer. Meer dan 25 jaar is hij daar al raadslid, waarvan 8 jaar wethouder.

Allen wil ik hartelijk feliciteren namens onze partij. De waardering, die in de koninklijke onderscheidingen van allerlei soort spreekt is tenslotie een waardering niet alleen van de personen maar ook van het beginsel, dat zij uitdragen. Ik heb niet kunnen nagaan of er naar verhouding van anderen veel onderscheidingen waren, waarin het functioneren ter wille van de SGP van belang was. Ik heb er ook niet zoveel behoefte aan. Het is al belangrijk, dat we opgemerkt worden, terwijl we moeten ingaan tegen zoveel, dat afwijkt van Gods heilzame wetten.

Niet-vergeten is ons uitgangspunt. Het is het grootst als we bij alle eer, die we ontvangen. God niet vergeten! Hij gaf de kracht en de mogelijkheid tot het dienen. Wie dat beleeft, kent ook de betrekkelijkheid van aardse onderscheidingen. De hoogste onderscheiding van de ware christen is als zondaar gezaligd te worden uit enkele genade!

DS. H. VAN LEEUWEN HEENGEGAAN

Woensdag 4 mei j.l. is op bijna 82 jarige leeftijd gestorven ds. H. van Leeuwen, emeritus-predikant van de Chr. Ger. Kerk van Elburg. Ik wil niet voorbijgaan aan hem, die tijdens zijn leven altijd een harteUjke verbondenheid aan onze partij openbaarde. Hij nam niet zozeer een plaats in ons midden in door deelname aan enig bestuur. Het is belangrijker, dat hij eenvoudig één van de onzen was. Het kwam uit in zijn eenvoudige en onderscheidende prediking. Tot ruim een jaar geleden mocht hij nog in meerdere gemeenten voorgaan. Hij leeft voort in de harten van hen, voor wie zijn prediking ten zegen is geweest door Gods genade. Buiten eigen kerkgemeenschap zocht èn kende hij de gemeenschap van hen, die de belijdenis van vrije genade lief hebben.

Wij wensen zijn vrouw en kinderen van harte de kracht en troost van die God toe, in Wie in alle omstandigheden van dit aardse leven een toevlucht is. Hij is boven de strijd uit, die in zoveel opzichten zijn deel was. Het komt er voor ons allen op aan dat die strijd ons persoonlijk niet vreemd is. De beproevingen mogen vele zijn. Er is aflossing uit die strijd. En dat om de Borggerechtigheid van Hem, Die het leven van de Zijnen is.

ds. D. Slagboom

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 1988

De Banier | 20 Pagina's

Aandacht en Bezinning

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 1988

De Banier | 20 Pagina's