Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het Europees Parlement

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het Europees Parlement

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LANDBOUWPRIJZEN: VOOR 1992 TOENEMENDE HERNATIONALISATIE?

De Europese Top van Brussel van februari jl. heeft de landbouwuitgaven voor 1988 vastgesteld op maximaal 27.5 miljard ecu (63.8 miljard gulden). Bovendien zijn voor diverse produkten produktieplafonds vastgesteld. Voor granen vi^erd dit gesteld op 160 min. ton. Wanneer de geproduceerde hoeveelheden boven deze maxima uitgaan treedt een prijsvermindering in werking. Voorts moeten extra uitgaven in één van de landbouwsectoren gecompenseerd worden door besparingen in een andere landbouwsector, ten einde het totale uitgavenplafond van 27.5 miljard ecu te respecteren.

Deze strakke besluiten lieten voor het Europees Parlement weinig ruimte om in het prijzenvoorstel van de Commissie, dat voor de meeste produkten prijsbevriezing inhield, nog veel wijzigingen aan te brengen. Vandaar dat het debat zich vooral concentreerde op de zgn. begeleidende maatregelen. In zijn bijdrage aan het debat wees de heer Van der Waal er op dat er voor wat betreft de effectiviteit en controleerbaarheid van bepaalde begeleidende maatregelen nog wel wat vraagtekens waren te plaatsen. Het plafond van 160 min. ton graan dat een grote rol gaat spelen bij de beheersing van de landbouwkosten maakt een goede registratie uiterst belangrijk. De heer Van der Waal vroeg commisaris Andriessen dan ook of de Commissie over de onomstreden methode beschikt om het produktievolume vast te kunnen stellen. Ook de invoering van een voorlopige extra medeverantwoordelijkheidsheffing van 3% vraagt weer om een sluitende boekhouding.

Vraagtekens zette de heer Van der Waal ook bij de door de Commissie voorgestelde premie op het graangebruik in veevoeder. Deze maatregel wordt door de commissie voorgesteld om het gebruik van het in de EEG geproduceerde graan te bevorderen en daardoor de invoer van zgn. graanvervangers zoals maisgluten en tapioca. afkomstig uit de Verenigde Staten en Thailand, af te remmen. In Nederland wordt mede door de gunstige invoermogelijkheden via de haven van Rotterdam van deze produkten een ruim gebruik gemaakt. De heer Van der Waal sprak zijn twijfel uit over de zin van de door de Commissie voorgestelde premie.

Invoering van zo'n premie zal immers leiden tot vermindering van de vraag vanuit Europa naar graansubsituten. Hierdoor zal de prijs op de wereldmarkt dalen met als gevolg dat deze onder het niveau van de met premie gesubsidieerde granen kan komen te liggen waardoor het dan toch weer aantrekkelijker wordt graansubstituten te gaan gebruiken.

Het parlement sprak zich in meerderheid echter uit voor invoering van zo'n premie. Niet alleen om de eigen graanproduktie daarmee te begunstigen maar ook omdat men van mening is dat Nederland onevenredig veel van de geïmporteerde graanvervangers profiteert. Commissaris Andriessen erkende dat er rond deze voorgenomen maatregel nog diverse comphcaties liggen (o.a. de handelsbetrekkingen met andere landen) maar vond het de moeite waard de bruikbaarheid van dit voorstel verder te onderzoeken.

Intussen neemt met het pakket voorgestelde maatregelen het aantal speciale regelingen verder toe. Het gevaar dreigt dan ook dat terwijl het prijsbeleid van de Commissie gekenmerkt mag worden door meer markt de begeleidende maatregelen symbool staan voor meer bureaucratie en verfijnder regelgeving.

In een reactie op de heer Van der Waal zegde commissaris Andriessen toe in overleg met het bedrijfsleven tot een zo objectief mogelijke benaderingswijze te willen komen voor de vaststelling van de geproduceerde hoeveelheden graan.

Opvallend was verder dat commissaris Andriessen nadrukkelijk waarschuwde voor een toenemende hernationalisering van het landbouwbeleid. Daarbij wees hij met name op de sectoren groente, tabak, rundvlees en fruit.

„Ik zou erop willen wijzen dat bij elke hervorming die in het landbouwbeleid nodig is, het niet zo zou mogen worden dat op weg naar 1992 voor alle economische sectoren de grenzen wegvallen en dat in het landbouwbeleid meer grenzen en nationale afschotting zouden worden getrokken, " aldus commissaris Andriessen. Een zeker niet denkbeeldige ontwikkeling. Tot een eindoordeel over de commissievoorstellen kwam het Parlement niet. Enkele onderdelen werden doorgeschoven naar de juni-vergadering.

OVERHEIDSOPDRACHTEN BEPERKT OPENGESTELD

De voordelen van „1992" rollen tegenwoordig door de kranten en de andere media. Miljardenbesparingen zouden mogelijk zijn bij de realisering van de „interne markt" die dan in 1992 gerealiseerd zou moeten zijn. Wat later mag ook.

Toch is enige of misschien wel veel scepsis op z'n plaats (naast andere kanttekeningen die bij dit streven gezet kunnen worden). Een illustratie daarvan vormt de ontwerp-richtlijn van de Commissie inzake het openstellen van overheidsopdrachten voor de aanbesteding van werken.

De bedoeling van deze richtlijn is overheidsopdrachten boven een bepaalde waarde voor inschrijving ook open te stellen voor ondernemingen uit andere landen. Maar de ingewikkeldheid waarmee de richtlijn is geformuleerd en het feit dat juist de belangrijkste sectoren op dit gebied (vervoer drinkwater, energie) tot 1992 van de werking van de richtlijn worden uitgezonderd maken het effect ervan nogal twijfelachtig. Bovendien mist de Commissie voldoende mogelijkheden om een effectieve werking van de richtlijn te garanderen. De drijvende kracht achter deze richtlijn is de gedachte dat door het openstellen van de bouwmarkt voor bouwondernemingen uit andere lidstaten van de EEG, er meer concurrentie zal ontstaan, wat prijsverlagend werkt en stimulerend is voor de betreffende bedrijfstak in Europees verband. Opvallend is dat in het parlement nauwelijks is gesproken over de betekenis die overheidsopdrachten kunnen hebben voor de eigen industrieën. Moet het worden uitgesloten dat een nationale overheid goede redenen heeft een investering door een eigen nationale onderneming te laten uitvoeren? Bovendien kunnen naast kosten andere overwegingen zo­ als kwaliteit, bekendheid met de locale omstandigheden van doorslaggevende betekenis zijn bij de keuze van een aannemer.

De heer Van der Waal wees er verder op dat invoering van de richtlijn in de aan het parlement voorgestelde vorm zou kunnen leiden tot de herintroductie in Nederland van een hier uitgebannen praktijk waarbij aannemers tegen elkaar dreigen te worden uitgespeeld door de aanbestedende dienst. In het parlement waren meer kritische stemmen te beluisteren, wat aanneming echter niet verhinderde. Het woord is nu aan de Raad.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1988

De Banier | 20 Pagina's

Uit het Europees Parlement

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1988

De Banier | 20 Pagina's