Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aandacht en Bezinning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aandacht en Bezinning

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE NAUWKEURIGHEID GETOETST

Het is hachelijk om over „nauwkeurigheid" te schrijven. U zult het zich herinneren, dat ik de laatste keer gewezen heb op de vereiste nauwkeurigheid bij het vaststellen van een beginselprogram. Wat bleek echter? Dat ik zelf in mijn artikel niet nauwkeurig geweest was. Ik kreeg een brief van één uit ons midden, die me daarop attent maakte. In dit zakelijk - en door mij gewaardeerd - schrijven wordt een bepaalde onjuistheid gesignaleerd. Ik geef deze graag door.

Over art. 2 had ik opgemerkt, dat de tekst vanaf 1918 tot nu toe behoudens de verandering van hoofdletter in een kleine letter hetzelfde gebleven was. Het blijkt nu, dat ik niet nauwkeurig genoeg de verschillende uitgaven bekeken heb. Ik beschik er ook over vijf! In ieder geval zijn er nog twee veranderingen.

De eerste zin van artikel 2 luidde oorspronkelijk: „De Staatkundig Gereformeerde Partij stelt zich ten doel de beginselen van Gods Woord op Staatkundig terrein tot meerdere erkenning te brengen „in den lande". In de huidige uitgave staat „in ons land". De tweede zin was in 1918: „Haar streven is niet zozeer gericht op een meerderheid van kiezers, als wel op de handhaving en doorwerking van de beginselen . . ." In de uitgaven van nu staat niet , , niet zozeer . . .als wel", maar „niet zozeer . . . doch".

Waarom ik op deze reactie inga? Terwille van de zaak die ons bezighoudt. Ik denk dan aan de laatste verandering. Het is de scribent - én mij - onbekend, hoe deze er gekomen is. Wellicht is deze bedoeld als taalkundige verandering. Duidelijk is echter de vroegere lezing inhoudelijk anders dan de huidige. De huidige stelt een tegenstelling tussen het streven naar meer kiezers en het handhaven van de beginselen. De vroegere lezing heeft het over de verhouding tussen die twee zaken. Naar een meerderheid van kiezers te staan is geen foute zaak, als prioriteit aan het handhaven van de beginselen gegeven wordt. Het is niet te ontkennen dat het dus inhoudelijk een wat andere lezing is.

Het lijkt me geen onmogelijke zaak bij het opnieuw vaststellen van het beginselprogramma, dat dit meegenomen wordt!'

WEL GELIJKWAARDIG EN NIET GELIJK

Voor ditmaal haast ik me naar het laatste artikel van het hoofdstuk: „Overheid, mens en maatschappij" nl. artikel 4: „Uitgangspunt voor de overheid is dat alle mensen voor God gelijkwaardig zijn. Dit sluit niet uit de erkenning, dat er verschillen zijn in geaardheid, gaven, talenten en roeping in de maatschappij. De overheid beschermt het individu en het door God ingestelde huwelijk. De overheid oefent recht en gerechtigheid, betracht een goed rentmeesterschap en is een schild der zwakken. De overheid bevordert de opbouw van de maatschappij met inachtneming van de door God gewilde verhoudingen."

Het gaat er in dit artikel om, hoe de overheid binnen de maatschappij de burgers behoort te bezien en te behandelen. Dus: over de taakuitoefening van de overheid binnen de maatschappij. Het uitgangspunt daarin voor de overheid wordt in dit artikel, als we het goed lezen, zó weergegeven; wél gelijkwaardig en niet-gelijk. Deze twee gegevenheden behoren door de overheid ten aanzien van de burgers in de maatschappij gezocht te worden. We zullen er goed aan doen deze ook binnen dat raam te zien!

De gelijkwaardigheid is met Gods schepping gegeven. Hij schiep Adam en Eva als gelijkwaardige schepselen. Daar moeten we hier van uit gaan, als we dit lezen. Samen waren zij beelddragers Gods. Calvijn spreekt in dit verband van de „gemeenschappelijke waardigheid van de gehele natuur". God heeft Eva niet als een minder schepsel geschapen dan Adam.

Aan de andere zijde is niet-gelijk zijn van de mensen: Er zijn verschillen tussen de mensen: in geaardheid (man en vrouw bijv.), in gaven en talenten, ook in de roeping in de maatschappij. Alleen al het laatste onderstreept duidelijk, hoe hier vanuit God de taakuitoefening voor de overheid bezien worden. God wijst ieder mens een plaats aan. Er is verschil in plaats, in positie, tussen de mensen onderling.

Zo mag de overheid enerzijds niet de één bevoordelen boven de ander. Zij is een schild der zwakken. Anderzijds moet de overheid het door God ingestelde huwelijk beschermen en de van God gewilde gezagsverhoudingen erkennen.

WAT NIET IN GEDING IS

Er blijken rondom dit concept-artikel nogal vragen en opmerkingen te zijn. Ik heb ze van meer dan één zijde gelezen en gehoord.

Men wijst op de belijdenis van verkiezing en verwerping. Daar zou hier geen rekening mee gehouden zijn. Nu is het zeker waar, dat de overheid de souvereiniteit van God erkennen moet. Het is iets anders of de overheid de mensen beschouwen en behandelen moet naar het onderscheid tussen verkorenen en verworpenen. Ik meen van niet. De overheid is gebonden aan Gods geopenbaarde wil.

Men heeft moeite met de uitdrukking: dat alle mensen gelijkwaardig zijn voor God. We moeten hier uiteraard echter niet denken aan een waardigheid in zichzelf tegenover God. Zelden denk ik, dat mogelijk nog eens besproken kan worden, hoe dit definitief verwoord wordt.

Gewezen wordt op het onderscheidend handelen dat de Heilige Schrift van de overheid eist ten aanzien van bozen en goeden. Ik denk dat dit op deze plaats niet in geding is. Het is een voluit schriftuurlijk gegeven, dat in dit concept op andere plaatsen doorkHnkt. De vraag is echter of bijv. het straffen van de bozen iets verandert aan dit uitgangspunt.

Wat in de concept-artikelen 3 en 4 wordt voorgesteld staat wel heel scherp tegenover de gedachten over mens en maatschappij, die in deze tijd opgeld doen en die ook veelal het overheidsbeleid bepalen. Hoe wordt de waarde van het huwelijk miskend en doet men tekort aan de van God gewilde gezagsverhoudingen! De aan de revolutie ontleende gedachten over de gelijkheid van alle mensen worden steeds meer in praktijk gebracht. De verwoording van de schriftuurlijke uitgangspunten voor de overheid ten deze is zeker dringend nodig. Daarbij staan deze artikelen in een gedeelte met een andere opzet dan we in het huidige program hebben. Dat vraagt méér toelichting en mogelijk met nadere verwoording.

65 JAAR SGP IN FRIESLAND

De kiesvereniging „Broeksterwoude en omstreken" bestaat dit jaar 65 jaar.

Het is niet mogelijk de preciese datum van oprichting te geven. Wel is het bekend, dat er vanaf 1923 een SGPkiesvereniging was, die vergaderde in de consistorie van de toen nog Oud- Gereformeerde Gemeente — vanaf 1925 Chr. Gereformeerde Kerk - van Broek onder Akkerwoude, zoals dit dorp vroeger genoemd werd. Al spoedig was het een kiesvereniging met aanhang in de wijde omgeving van de „wouden". Er komen nu leden uit de dorpen: Driesum, Wouterswoude, Rinsumageest, De Valom, Broeksterwoude en Damwoude.

Al in 1923 kreeg de SGP één man in de raad. In latere tijd waren er gedurende veel jaren twee. Nu zijn we weer op één, met een klein stemmenverschil. Het gaat om de raad van de gemeente Dantumadeel. Binnen diezelfde gemeente hebben we de plaatselijke kiesvereniging Veenwouden-Zwaagwesteinde. Er zijn mannen in de raad geweest, voor wie men in deze omgeving grote achting had. We kunnen hier de naam noemen van - de latere - ds. J. Hamstra, die een grote plaats innam in de jaren rondom de laatste oorlog. In 1949 ging hij naar Canada en heeft daar nog enige jaren als predikant mogen dienen.

Uit deze kiesvereniging is de Gereformeerde Bijbelstichting ontstaan. Op de SGP-ledenvergadering van 8 januari 1963 werd tot oprichting besloten van een comité tot behoud van de Statenvertaling onder leiding van de hr. H. Kooistra.

Inmiddels hopen we in kerkgebouw van de Chr. Ger. Kerk van Damwoude op woensdag 5 oktober dit 65-jarig bestaan herdacht te hebben. Het is uiteraard een lange reis naar de „wouden" in Friesland. Graag doe ik het echter terwille van onze SGP in het Noorden. Het is voor mij geen onbekende omgeving. In de kerk van Broeksterwoude heb ik voor het eerst als student een stichtelijk woord gesproken. Ook daarna ben ik meer dan één keer door dit mooie land heengegaan. Het is een omgeving, waar nog hef de is voor de schriftuurlijk-bevindelijke prediking. Ik hoop dat de kiesvereniging, die thans 82 leden telt, tot een zegen gesteld mag worden in Noord-Oost Friesland. Mogelijk da' we onder Gods onmisbare zegen weer tot twee raadsleden in de toekomst komen.

KWART EEUW

In Bleiswijk bestaat de kiesvereniging 25 jaar. Het is mij nu nog niet mogelijk daar veel over te schrijven. Op woensdag 12 oktober zal het D.V. herdacht worden. Ik hoop dan zelf ook een woord te spreken. Mogelijk dat ik er in het volgende nummer wat breder aandacht aan kan geven, zoals ook aan de gemeenteraadsverkiezingen in verband met de herinderling in het grensgebied van Zuid-Holland en Utrecht.

Katwijk aan Zee

ds. D. Slagboom

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1988

De Banier | 20 Pagina's

Aandacht en Bezinning

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1988

De Banier | 20 Pagina's