Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het recht van evangelisatie beperkt?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het recht van evangelisatie beperkt?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eind augustus werd de Zwolse Evangelie-gemeente „De Deur" door de kantonrechter veroordeeld wegens het maken van te veel „lawaai" tijdens een evangelisatie-bijeenkomst in de open(bare) lucht. Deze rechterlijke uitspraak roept op z'n zachtst gezegd een aantal vraagtekens op. Is dit vonnis geen onterechte aantasting van de vrijheid van belijden? De uitspraak lijkt mij belangrijk genoeg om die eens nader te bekijken.

DE FEITEN

De Evangelie-gemeente De Deur is niet onbekend. Zij is al vaker in het nieuws geweest doordat erover werd geklaagd dat deze gemeente bij haar evangelisatiewerk in de Zwolse binnenstad op een wat al te radicale manier te werk zou gaan. In dit geval ging het er om dat De Deur bij een evangelisatiebijeenkomst muziek en geluidsversterkers gebruikte zonder daarvoor een volgens de Zwolse politieverordening vereiste vergunning te hebben. Bovendien werd het maximaal toegestane geluidsniveau overschreden. Het gemeentebestuur van Zwolle had de Evangelie-gemeente te kennen gegeven dat ze nog hooguit twee keer per jaar een vergunning kon krijgen en dan maximaal 45 decibel geluid mocht produceren. Omdat de leden van De Deur van mening waren dat deze beperkingen veel te ver gingen lokten zij bewust een proces uit.

Zonder over de wijze van evangeliseren van deze gemeente op zich een oordeel te geven stel ik hier de vraag aan de orde of de Zwolse kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat de politieverordening beperkingen kan stellen aan het evangeliseren met behulp van muziek.

WET OPENBARE MANIFESTATIES

Hiervoor is het nodig te kijken naar de Wet openbare manifestaties (WOM). Dat kan heel kort, want voor een uitgebreide bespreking van deze wet kan ik verwijzen naar de drie artikelen die mr. G. Holdijk hieraan heeft gewijd in Zicht 1987-6, 1988-1 en 1988-4.

In de WOM is duidelijk bepaald dat voor het houden van een godsdienstige samenkomst op een openbare plaats niet het vereiste van een vergunning kan worden gesteld. De gemeenteraad kan wel bij verordening regels stellen op grond waarvan een voorafgaande kennisgeving kan worden vereist. Dat is echter heel wat anders dan een vergunning. Naar aanleiding van zo'n kennisgeving kan de burgemeester dan bepaalde voorschriften en beperkingen stellen en zo nodig zelfs een verbod geven. Van die laatste mogelijkheid mag echter niet zo gauw gebruik worden gemaakt.

De raad van Zwolle heeft tot nog toe verzuimd een verordening in de zin van de WOM vast te stellen. En dat betekent dat het gemeentebestuur zelfs geen kennisgeving kan eisen, laat staan beperkingen en voorschriften stellen of een verbod geven. De advocaat van De Deur heeft dit ook duidelijk in zijn pleitnota gesteld. Dat de kantonrechter dit argument naast zich neer heeft gelegd is zeer merkwaardig. Uit een reactie van de voorganger van De Deur, de heer Van Diermen, begreep ik dat de rechter ter zitting nogal geïrriteerd overkwam. Hij zou weinig zin hebben gehad om de pleitrede van de advocaat aan te horen en weigerde ook een schriftelijke uitspraak na diepergaande bestudering van de zaak te geven. De rechter gaf dus a la minute een mondelinge uitspraak, waarbij hij onder meer zei: „hartverscheurende geluiden" niet nodig te achten bij het uitdragen van een overtuiging. Deze rechter heeft er blijkbaar helaas geen besef van dat het bij het uitdragen van het Evangelie juist wel gaat om het „scheurt uw hart".

GELUIDSBEPERKING

Duidelijk is wel dat de gemeente Zwolle het houden van een evangelisatiesamenkomst niet afhankelijk kan stellen van het hebben van een vergunning. Het is echter denkbaar dat de gemeente zich er op beroept dat zij geen vergunning eist voor de evangelisatiesamenkomst op zich, maar wel voor het maken van muziek. In de telastelegging is ook niet met zoveel woorden gerept van het ontbreken van een vergunning, maar wel van het overschrijden van een geluidsgrens. Dat maakt de zaak wel wat moeilijker. Toch meen ik dat ook dit gegeven deze rechterlijke uitspraak niet kan rechtvaardigen. Het stellen van voorschriften en beperkingen is immers alleen mogelijk naar aanleiding van een kennisgeving op grond van een gemeentelijke verordening.

Los hiervan is het de vraag of de grens van 45 decibel wel redelijk kan worden genoemd. Gebruik van een versterker schijnt vrijwel altijd meer dan 45 decibel op te leveren. En het kan niet zo zijn dat het gebruik van een versterker als middel op zich onmogelijk wordt. Het is te hopen dat in het hoger beroep dat inmiddels is aangespannen ook duidelijkheid wordt verschaft over de (on)redelijkheid van deze geluidsgrens.

VRIJHEID VAN BELIJDEN

Het maken van muziek op zich kan wel van een vergunning afhankelijk worden gesteld. Dat is echter anders wanneer muziek wordt gebruikt als middel bij het evangeliseren. Dan geldt immers de bescherming die artikel 6 van de Grondwet, respectievelijk de WOM, geeft aan het belijden van een godsdienst. In een vergelijkbaar geval heeft de Hoge Raad hier al eens een duidelijke uitspraak over gedaan die bekend staat als de zaak „Bijbellezing Hasselt" (01-11-1949. NJ 1950, 119). De politieverordening verbood het zonder vergunning houden van een toespraak op de openbare weg. Toen iemand een openbare bijbellezing hield werd hij dan ook geverbaliseerd. De Hoge Raad sprak echter uit dat het betreffende verbod niet van toepassing kon zijn als zo'n openbare toespraak het karakter had van het belijden van een godsdienst.

De vrijheid van belijden is in Nederland nog steeds een relatief sterk beschermd recht. Rechterlijke uitspraken als de onderhavige beperken deze vrijheid echter in niet geringe mate. Het is dan ook te hopen dat met deze uitspraak in hoger beroep korte metten zal worden gemaakt.

Mr. I. Bakker

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 1989

De Banier | 20 Pagina's

Het recht van evangelisatie beperkt?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 1989

De Banier | 20 Pagina's