KORT EN BONDIG

Partijdag

Zeiden is binnen en buiten de M SGP zo veel belangstelling be- ^L> J toond voor de te houden partijdag. Belangstelling, niet wat betreft bezoekersaantal, dat lag zo ongeveer op het niveau van andere jaren, maar wat betreft de reactie op de aanwezigheid van enkele vrouwen. Dat laatste immers, zou op deze manier voor het eerst zijn in de bijna vijfenzeventig-jarige geschiedenis van de partij. Vele media waren, soms zelfs op opdringerige wijze, in de buurt van onze vergadering aan het speuren naar sensatie. Uiteraard kom ik de media die een eerlijk en objectief verslag willen doen van een vergadering niet te na. Dat geldt ook de betrokkenheid van enkele ons meer verwante media, het RD en het ND. Wat betreft de vergadering, dankbaar kan worden vastgesteld dat deze niet is ontsierd door heftige discussies. Allen hebben zich ingetogen en waardig gedragen. Uiteraard wacht nu voor het hoofdbestuur èn de hele partij veel werk. Het huiswerk na deze partijdag is bepaald veel. Dat huiswerk bestaat uit twee hoofdmoten: gebed om wijsheid, onderling vertrouwen en de leiding Gods in de verdere besluitvorming èn doordenking en verwerking van het meegekregen en meegenomen werk Over een en ander moet in een volgend en hopelijk nabij stadium in alle rust en verbondenheid (kunnen) worden gediscussieerd. De Heere zegene ons en de hele partij. Wij zijn tegenover Hem verantwoording schuldig over ons doen en laten. Tegelijk moeten wij ook voor het oog van nieuwsgierigen met voorzichtigheid onze weg gaan. De Naam des Heeren wordt er zo gauw in ijdele en dus verwerpelijke zin bij betrokken. Dat wij daartoe geen aanleiding geven!

Rondvraag

Ik haast mij nu naar wat voor mij aanleiding vormde in deze bijdrage op de partijdag terug te komen. Immers, de afspraak was dat onze directeur van het partij-bureau een impressie zou geven en ik wil hem dan ook niet langer voor de voeten lopen. De aanleiding was dat ik van twee afgevaardigden een vraag voor de rondvraag kreeg, die niet meer aan de orde kwamen door de haast gebruikelijke tijdsdruk aan het einde van een vergadering. Toch hebben zij recht op een antwoord. Het gaat om afgevaardigden uit Hedel en Wijngaarden. Ik hoop dat zij begrip hebben voor deze gang van zaken.

Onze vriend uit Hedel ging in op een passage uit de partij-rede. Daarin zette ik het door de fractie in de WAOkwestie gevoerde beleid uiteen. Het ging hem nu om de volgorde van verantwoordelijkheden — familie, diaconie, overheid — en hij vroeg zich af of ik daar niet nog iets bij had moeten zeggen. Hij constateerde dat in de praktijk alleen de overheid zorgt en dat de naastenliefde is opgedroogd en ook is weggedrukt. Ook het begrip, of liever de geestelijke houding, te leven "uit de Hand des Heeren" is onder ons haast niet meer aan de orde. Wordt nu niet onder het mom van rechtvaardigheid (en het bestrijden van onrechtvaardigheid) Gods voorzienigheid en trouw en onze afhankelijkheid van Hem geheel uitgeschakeld. Hij verwijst dan naar de boeken "Weldadigheden van een Verbondsgod" van ds. Warburton en "God, de Kassier der armen" van ds. Huntington.

Kort en goed, ik ben blij met deze opmerking. Hartelijk getoonzette en opbouwende kritiek is mogelijk. Bij de betreffende passage in de rede had inderdaad een verwijzing naar het Bijbelse gebod "draagt elkanders lasten en vervult alzo de Wet van Christus" niet misstaan noch het getuigenis dat de Heere Zijn volk kent en onderhoudt voor de tijd en voor de eeuwigheid. Hij beschaamt degenen niet, die ook voor het natuurlijke leven hun hoop en verwachting stellen op de Heere hun God. Dank voor deze vraag. Ik hoop dat dit verlate antwoord "terechtkomt". Tegelijk zal onze vriend, zover ken ik hem wel, erkennen dat er de harde en weerbarstige, praktische werkelijkheid is van alledag, waarop de politiek, nu eenmaal ook heeft te reageren.

Rondvraagpunt 2

De tweede vraag betreft een geheel andere zaak. Onze vriend uit Wijngaarden vraag of er bij de SGP voldoende kennis aanwezig is over actuele kwesties in de landbouw. Wijngaarden-Alblasserwaard-veehouderij. Het is niet verwonderlijk dat zijn voorbeelden in de sfeer van de veehouderij liggen: het oormerken van kalveren, het mestbeleid en de GATT-onderhandelingen. Hij wijst er op dat de vertegenwoordigers van andere fracties de pagina's van kranten en vakbladen vaker halen dan de landbouwwoordvoerder van de SGP-fractie. Dat laatste valt niet te ontkennen. Maar wat kunnen wij daar precies aan doen? Meer aan de weg timmeren? Wij handelen naar vermogen, maar zijn zelf geen boer en dat geldt nu juist wel voor de heren Van Noord (CDA), Blaauw (WD), Ter Veer (D66). Ook Huys (PvdA) is boerenzoon en dus rechtstreeks bij het boerenerf betrokken. Maar wij krijgen wel allemaal dezelfde overheidsstukken. Zij worden ook gevoed vanuit hun standsorganisaties. Wij proberen ook onze informatie in te winnen, bijvoorbeeld van de landbouwsectie van de RMU, bijvoorbeeld van diverse deskundigen die zich verbonden weten met de SGP en deel uitmaken van werkgroepen van ons Studiecentrum. Maar goed, ik begrijp het signaal; het moet beter.

2 maart 1992

Van der Vlies

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen