Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

’Trouw moet blijken’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

’Trouw moet blijken’

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat is de titel van het commentaar inzake de registratie van alternatieve samenlevingsvormen dat de Guide de Brèsstichting heeft doen verschijnen. Een werkgroep, bestaande uit de heren mr I.Bakker, ir. M.Houtman, mr G.Holdijk, drs. J.MuIder en mr A.Weggeman, heeft dit commentaar voorbereidt. Vanaf deze plaats zeggen we de leden van de werkgroep hartelijk dank voor hun bijdrage. In het bijzonder de heer Weggeman, die het commentaar heeft geschreven.

Publieke moraal

De kern van het voorstel van het kabinet is dat mensen van gelijk geslacht de mogelijkheid wordt geboden hun samenlevingsrelatie officieel te laten registreren. De werkgroep stond bij de beoordeling van het voorstel voor een moeilijke taak, want de problematiek is uiterst complex. Als er geen rekening wordt gehouden met alternatieve samenlevingsvormen leidt dit tot grove onrechtvaardigheden en bevordering van alternatieve samenlevingsvormen. Een pleidooi voor het huwelijk als onderscheidend criterium is bij een onveranderde publieke moraal een ontoereikende oplossing. Dit zou een toename veroorzaken van het aantal lichtvaardig gesloten huwelijken c.q. schijnhuwelijken, wat weer zou leiden tot een verhoging van het aantal echtscheidingen. Een wezenlijke oplossing op dit punt moet dan ook gekoppeld worden aan een herijking van de publieke moraal.

Ordenende taak van de overheid

Het gaat bij de bespreking van deze problematiek van de registratie van alternatieve samenlevingsvormen in de kern om de reikwijdte van de ordenende taak van de overheid. Daarbij komt met name de taak van de burgerlijke overheid inzake het huwelijk aan de orde. Het huwelijk wordt door de overheid gereguleerd. Aan het huwelijk als familierechtelijke overeenkomst worden in het Burgerlijk Wetboek rechten en plichten verbonden. Op dit moment is er ten aanzien van de registratie van alternatieve samenlevingsvormen niets in de wet geregeld. Daarbij dringt de vraag zich op of dit verschil is te rechtvaardigen.

Bij de beantwoording van deze vraag moet het specifieke karakter van het huwelijk voorop worden geplaatst. Het huwelijk heeft een drietal wezenskenmerken. In de eerste plaats is het een verbintenis tussen één man en één vrouw. In de tweede plaats is een levenslange verbondenheid in liefde en trouw essentieel voor deze verbintenis. Deze verbintenis vraagt in de derde plaats om een zekere publieke bekrachtiging. Omdat een dergelijke relatie niet in eerste instantie wordt bepaald door een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking, kan het huwelijk niet als een verbintenis in de zin van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek worden beschouwd.

Contractsvrijheid

Hoewel er bij alternatieve samenlevingsvormen kan worden gesproken van een bereidheid tot het dragen van een langdurige verantwoordelijkheid, ontbreekt de verplichting tot levenslange verbondenheid in liefde en trouw. In veel gevallen spelen ook financiële motieven een belangrijke rol. Aangezien de verplichting tot liefde en trouw ontbreekt, gaat het vermogensrechtelijke karakter in deze relatie domineren.

Gelet op het feit dat bij geen enkele alternatieve samenlevingsvorm een verplichting tot levenslange verbondenheid in liefde en trouw kan c.q. mag worden opgelegd, is het huwelijk (ook) in juridisch opzicht uniek. Alternatieve samenlevingsvormen vallen onder het begrip "verbintenis". Omdat op het terrein van het verbintenissenrecht de privaatrechtelijke contractsvrijheid bepalend is, is een regulering van dergelijke relaties juridisch overbodig. Deze contractsvrijheid houdt in dat partijen in beginsel vrij zijn iedere overeenkomst te sluiten die zij wensen, voorzover dit niet in strijd is met een dwingende wetsbepaling, of de inhoud of strekking van de overeenkomst in strijd is met de goede zeden of de openbare orde.

Registratiemogelijkheid

Door middel van de introductie van een registratiemogelijkheid wordt een poging ondernomen om vorm te geven aan een samenlevingsvorm waaraan één of meerdere wezenskenmerken van het huwelijk ontbreken. Vormgeving die het wezen van het huwelijk miskent, moet op grond van Gods Woord worden afgewezen.

Ook voor het publiekrecht (onder andere sociale- en fiscale wetgeving) is invoering van een registratiemogelijkheid geen op de problematiek toegesneden oplossing. Zowel bij zware registratie (registratie ten overstaan van een ambtenaar van de burgerlijke stand) als bij lichte registratie (registratie in de gemeentelijke basisadministratie) wordt gebruik gemaakt van een formeel criterium, waarmee een vertekend beeld gegeven wordt van de werkelijkheid. Bij een registratie op basis van vrijwilligheid is niet de feitelijke situatie beslissend, maar het feit of men zich al dan niet heeft laten registreren.

Hier komt nog bij dat het voor de categorie tweeverdieners financieel onaantrekkelijk is om tot registratie over te gaan. Dit betekent tevens dat er naast een groep gehuwden, geregistreerden en alleenstaanden nog een vierde categorie ontstaat van mensen die bewust afzien van huwen en registreren, maar die wel een duurzame gezamenlijke huishouding voeren. De wetgeving wordt hierdoor alleen maar gecompliceerder en ondoorzichtiger.

Ingrijpen wetgever

De maatschappelijke- en rechtsontwikkelingen in het kader van de alternatieve samenlevingsvormen nopen de wetgever tot een actief ingrijpen op het terrein van het publiekrecht. Een actief ingrijpen van de wetgever zou gericht moeten zijn geweest op het niet verbinden van rechtsgevolgen aan alternatieve samenlevingsvormen. De afwachtende en passieve houding van de overheid heeft de problematiek schrijnender gemaakt, omdat een op grond van een notarieel contract gesloten samenlevingsvorm steeds meer wordt geaccepteerd als onderscheidend criterium. Een volgende stap is het opnemen van een dergelijke samenlevingsvorm in een register van de burgerlijke stand. Er moet door de overheid een duidelijke stelling worden ingenomen.

In verband met de vele haken en ogen die registratiesystemen oproepen, heeft het studiecentrum overwogen of niet de meest voor de hand liggende oplossing zou zijn om voor een radicaal individualiseringsstelsel te kiezen, waarbij van overheidswege volkomen geabstraheerd wordt van de samenlevingsvorm van burgers. De consequenties van een dergelijk stelsel gaan veel verder dan de verhoudingen van huwelijk en gezin en tasten niet alleen de verzorgingsstaatgedachte aan, maar -wat veel wezenlijker is- óók de plicht om zorg en verantwoordelijkheid voor elkaar te dragen. Eén van de consequenties van een dergelijke ingrijpende omslag zou zijn de volstrekte privatise­ ring van het huwelijk door de overheid. Die consequentie neemt het studiecentrum voorshands niet voor zijn rekening.

Indammen problematiek

Dit houdt evenwel niet in dat men om alternatieve samenlevingsvormen heen kan. Voor een indamming van die problematiek is men aangewezen op een uniformering van de alternatieve samenlevingscriteria en een verbetering van de handhaving. Het kabinetsstandpunt verdient in dit opzicht steun. In het kader van de handhaving is een intensivering van de controles en een verbetering van de gegevensuitwisseling te bepleiten.

Het element van de publieke erkenning vormt een belangrijk bestanddeel van de zware registratie. Nog sterker gezegd: dit element is cruciaal voor zware registratie. Onder meer om die reden wordt het zware registratiesysteem afgewezen. Aangezien het element 'publieke erkenning' bij de bewijslevering niet in het gezichtsveld komt, kan het eisen van een notariële akte als bewijsstuk dienstig zijn.

Met nadruk wordt erop gewezen dat er een duidelijk onderscheid bestaat tussen het eisen van een notariële akte als bewijsstuk ten behoeve van het bestaan van een materiële samenlevingsvorm én een notariële akte als grond voor de zware registratie. Het leveren van een bewijs dat men een materiële samenlevingsvorm voert, staat los van het element 'publieke erkenning'. Er komt geen ambtenaar van de burgerlijke stand aan te pas en men wordt niet ingeschreven in een register van de burgerlijke stand.

Trouw moet blijken

Over de principiële koers het kabinet uitzet, is bezorgdheid op zijn plaats. Aan een alternatieve samenlevingsvorm ontbreekt ten minste één van de wezenskenmerken van het huwelijk (het kenmerk dat het gaat om een verbintenis tussen één man en één vrouw). Een medewerking van de overheid aan deze vorm van registratie zou het kwade slechts bevorderen. De overheid zet op deze manier alles in het werk om de christelijke waarden en normen af te breken.

"Trouw" is in het kader van dit onderwerp een zeer wezenlijk element. "Trouw" wordt door Van Dale omschreven als "zich houden aan een zedelijke of persoonlijke verbintenis". Bij een samenlevingsrelatie zijn het persoonlijke en het zedelijke aspect nauw met elkaar verweven. Op grond van Gods Woord moet een dergelijke relatie worden beperkt tot de gemeenschap van één man en één vrouw. Juist dit zedelijke aspect tast het kabinet in zijn standpunt aan.

Man en vrouw dienen elkaar voor het leven trouw te beloven. Dit levenslange karakter van de trouw tussen man en vrouw is een tweede zedelijk aspect. Wanneer een man en een vrouw samen door het leven begeren te gaan, moeten zij bereid zijn elkaar trouw te blijven. Voor deze 'trouwverbintenis' biedt de huidige regelgeving met betrekking tot het huwelijk een adequate vorm. In de verschillende alternatieve samenlevingsvormen komen deze zedelijke aspecten niet of onvoldoende tot hun recht. Het studiecentrum is van mening dat trouw moet blijken. Drs.J.Mulder, directeur

'Trouw moet blijken' is te bestellen door overmaking van / 7, 70 (f 5, 00 +ƒ 2, 70, porti) op giro 526317 t.n.v 'Zicht' Waddinxveen onder vermelding van 'Commentaar nr. 10'.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 1993

De Banier | 20 Pagina's

’Trouw moet blijken’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 1993

De Banier | 20 Pagina's